De lijnstatus van een gebruiker kan standaard worden gecontroleerd. Als een gebruiker wil voorkomen dat een specifieke persoon zijn of haar lijnstatus kan controleren, kunt u als beheerder de privacyinstellingen van de gebruiker configureren en bepalen hoe deze kan worden bereikt door een virtuele operator. Een leidinggevende wil bijvoorbeeld dat zijn of haar administratief assistent kan zien wanneer hij of zij aan de telefoon is, maar niet een andere leidinggevende.
1 | Meld u aan bij Control Hub en klik onder Beheer op Gebruikers. |
2 | Kies een gebruiker en klik op Calling. |
3 | Ga naar het gedeelte Machtigingen tussen gebruikers en kies vervolgens Privacy. |
4 | Kies de juiste instellingen voor Privacy van virtuele operator voor deze gebruiker.
|
5 | Schakel het selectievakje Privacy inschakelen in. U kunt dan beslissen of u iedereen wilt blokkeren door het veld Gebruiker op naam zoeken leeg te laten of u kunt kiezen wie de lijnstatus van deze gebruiker kan controleren. In het bovenstaande voorbeeld van de leidinggevende zoekt u naar de naam van de assistent van die manager. |
6 | Klik op Opslaan. |