U moet zijn ingesteld met Unified CM om far-end cameracontrole te kunnen gebruiken.

Zorg ervoor dat de persoon met wie u praat, verbonden is met TelePresence apparaat.

U kunt een camera alleen op afstand besturen als voor het far end-apparaat de functie voor het bijhouden van de camera niet is ingeschakeld. Hier volgt de camera de actieve spreker.

U hebt geen externe toegang tot vooraf ingestelde camera's.

1

Selecteer het Far End Camera Control (CAMERAbediening ver beëindigen) om de configuratiescherm. U kunt de camera omhoog of omlaag draaien, naar links of rechts pannen en zelfs in- of uitzoomen.

2

Als u klaar bent met het besturen van de camera, selecteert u nogmaals Camerabeheer op afstand om de camera-opties te configuratiescherm te blijven bellen.