De muziekmodus is handig voor externe muziek lessen, het testen van instrumenten en andere situaties waarbij het belangrijk is het volledige muziekbereik te horen. Het apparaat gebruikt nog steeds de echoannulering en mogelijkheden voor ruisonderdrukking, om de noodzaak van externe apparatuur te voorkomen, zonder dat dit de prestaties hoeft te beïnvloeden.
Wanneer de Muziekmodus niet in gebruik is, filtert het apparaat aanvullende geluiden en vermindert het variaties op het geluidsniveau. Dit zorgt voor meer informatie over de vergaderingsinstellingen en helpt afleidende ruis te verminderen. De aanvullende filtering kan de opgenomen muziek tijdens het apparaat niet beïnvloeden.
1 |
Schakel eerst de muziekmodus in op uw apparaat. Board, Bureau: veegt u vanaf de rand van het scherm of tikt u op de knop om het bedieningspaneel te openen. Tik op Apparaatinstellingen en blader naar Muziekmodus. Schakel het in. Room-serie: tik op de knop op het startscherm van de controller om het bedieningspaneel te openen. Tik op Apparaatinstellingen en blader naar Muziekmodus. Schakel het in. |
2 |
Open het bedieningspaneel op uw apparaat of controller om de muziekmodus te gebruiken. Tik op Microfoon . Selecteer Muziekmodus in het menu. Selecteer Neutraal in hetzelfde menu om de muziekmodus uit te schakelen. |
1 |
Schakel eerst de muziekmodus in op uw apparaat. Selecteer de apparaatnaam in de linkerbovenhoek van het startscherm van het apparaat of de controller en ga naar en schakel deze optie in. |
2 |
Als u de muziekmodus wilt gebruiken, tikt u op het startscherm van het apparaat of de controller op het microfoonpictogram . Selecteer Muziekmodus in het menu Audio om deze in te schakelen. Als u de muziekmodus wilt uitschakelen, selecteert u Standaard in hetzelfde menu. |