Als lokale beheerder moet u het basisstation en de handsets op uw locatie instellen.
Systeeminstellingen
De Cisco IP DECT-oplossing kan gebruik maken van elke combinatie van de hieronder vermelde Cisco-apparaten:
-
Cisco IP DECT DBS 110 basisstation met enkele cel (kan alleen worden gebruikt met andere DBS-110)
-
Cisco IP DECT 210 Multi-Cell Base Station (kan alleen worden gebruikt met andere DBS-210)
-
Cisco IP DECT-telefoon 6823 handset
-
Cisco IP DECT Phone 6825 Handset: standaard en handsets in de handsets in de handsets
Apparaatvergelijking op de DECT basisstations en herhaalers
In de volgende tabel vindt u een vergelijking van de apparaten Cisco IP DECT DBS-110 basis station met enkele cel en Cisco IP DECT DBS-210 basisstation met meerdere cellen.
Functie |
Details |
---|---|
Eenheidscapaciteit: Modus met enkele cel |
DECT 110 Eencel basisstation: Maximaal 30 SIP-registraties en maximaal 10 gelijktijdige gesprekken DECT 210 multi-cell basisstation: Tot 30 SIP-registraties en tot 10 gelijktijdige gesprekken |
Modus met meerdere cellen: |
DECT 110 Eencel basisstation: Ondersteund in de modus met enkele of dubbele cel met 2 basisstations geïmplementeerd: Maximaal 30 SIP-registraties en maximaal 20 gelijktijdige gesprekken DECT netwerken met DECT 210 basisstations met 250 basisstations geïmplementeerd: Maximaal 1000 SIP-registraties en maximaal 2000 gelijktijdige gesprekken |
Basisstations en versterkers: Modus met enkele cel: |
DECT 110 Eencel basisstation: 1 basisstation en tot 6 versterkers DECT 210 multi-cell basisstation: 1 basisstation en tot 3 versterkers |
Modus met meerdere cellen |
DECT 110 Eencel basisstation: Niet ondersteund in de modus met meerdere cellen DECT 210 multi-cell basisstation: Tot 5 basisstations en tot 30 versterkers |
Gespreksbesturing en audiofuncties |
|
Functies en voordelen van de Cisco IP 6823 en de Cisco IP 6825
In de volgende tabel worden de functies en voordelen van het Cisco IP DECT DBS-110 basisstation met enkele cel en het Cisco IP DECT DBS-210 basisstation met meerdere cellen vermeld.
Functie |
Voordelen |
---|---|
Ergonomisch ontwerp |
Een eenvoudig te gebruiken interface met traditionele, op DECT-telefonie (Digital Enhanced Cordless Telecommunication) gelijkende gebruikerservaring |
Beeldscherm |
6823: 128 x 160 pixels, 64 Kb TFT-scherm 6825: 240 x 320 pixels, 64 Kb TFT-scherm Beide handsets: MWI-led met drie kleuren |
Handset (HAC) |
Alle 6825-handsets zijn geschikt voor gehoortoestellen (HAC, Hearing Aid Compatible) en voldoen aan de FCC-vereisten (Federal Communications Commission) voor geluidssterkte voor ADA (Americans with Disabilities Act) U kunt voldoen aan de vereisten voor geluidssterkte uit sectie 508 door gebruik te maken van standaard inline handsetversterkers, zoals Walker Equipment W-10 of CE-100 versterkers HAC-compatibel – FCC Part 68 en Australia S040 |
Hoofdtelefoon |
Alleen 6825: Bluetooth LE 4.1 6823 en 6825: vaste hoofdtelefoon met 3,5-mm stekker, compatible met iPhone De 6800-serie biedt buitengewone geluidsisolatie bij gebruik in combinatie met een Cisco-hoofdtelefoon |
Volumeregeling |
Een wisselknop voor volumeregeling biedt de mogelijkheid om het geluidsniveau van de handset, monitorluidspreker en het belgeluid tot op de decibel te regelen |
Toetsen |
|
Levensduur batterij |
|
Ondersteunde volledige lijnen |
6823 en 6825: 2 lijnen (SIP-registraties) |
Gewicht |
6823 en 6825: 86 gram |
Beeldscherm |
6823: 1,7 in (4,3 cm), 128 x 160 pixels, 64 Kb TFT-scherm 6825: 2,0 in (5,0 cm), 240 x 320 pixels, 64 Kb TFT-scherm |
Het basisstation of de repeater op het plafond bevestigen
U kunt het basisstation monteren op een plafond. Het basisstation heeft een aangepaste montageplaat voor het plafond die u op het plafond kunt installeren. U moet deze montageplaat voor het plafond bestellen.
Elk basisstation heeft een bereik van maximaal 300 meter.
In deze taak betekent de term apparaat het basisstation.
Voordat u begint
U hebt hiervoor het volgende nodig:
-
Montageplaat voor plafond
-
Potlood
-
Bevestigingsmateriaal (schroeven en plugs) geschikt voor montage op het plafond.
-
LAN-verbinding dicht bij de montagelocatie.
-
Als u geen PoE gebruikt, bevindt zich een stopcontact in de buurt van de montagelocatie.
Bepaal de beste plaatsing, waarbij u rekening houdt met het dekkingsgebied en de materialen waaruit de wand bestaat. U moet mogelijk extra basisstations installeren voor de beste dekking.
-
Als u een 110-basis station met één cel hebt, moet u mogelijk een ander 110 basisstation met één cel toevoegen of extra 110-versterkers.
-
Als u een 210 basisstation met meerdere cellen hebt, moet u mogelijk extra basisstations of versterkers toevoegen.
U kunt de het hulpprogramma voor locatieonderzoek op de handset gebruiken om de plaatsing te plannen. Zie Een locatieonderzoek voor uw Cisco IP DECT 6800-serie uitvoeren.
1 |
Plaats de montageplaat op de gewenste plek op het plafond. |
2 |
Markeer waar u de schroeven moet plaatsen. |
3 |
Plaats de pluggen volgens de beschrijving van de fabrikant. |
4 |
Zet de montageplaat vast op het plafond met de schroeven. |
5 |
Sluit de Ethernet-kabel aan op het apparaat en routeer de kabel door de sleuf in het apparaat. |
6 |
Sluit de voedingsadapter aan op het apparaat en voer de kabel door de sleuf in het apparaat. |
7 |
Lijn de sleuven op de plaat uit met de sleuven in het apparaat en draai naar links in tot het apparaat op zijn plek vergrendelt. Op deze afbeelding ziet u de uitlijning van de montageplaat op het basisstation. Op deze afbeelding ziet u hoe u het apparaat moet draaien om het in de montageplaat vast te zetten. |
8 |
Koppel de Ethernet-kabel aan de LAN-poort. |
9 |
Steek de voedingsadapter in het stopcontact als dat nodig is. Als het lampje op het basisstation groen is, kan het verbinding maken met het netwerk en de configuratie downloaden. |
Het basisstation op een bureau plaatsen
U kunt het basisstation plaatsen op een bureau of ander horizontaal oppervlak (bijvoorbeeld een boekenplank). Selecteer een locatie waar het basisstation niet makkelijk vanaf wordt gestoten.
Elk basisstation heeft een bereik van maximaal 300 meter.
In deze taak betekent de term apparaat het basisstation.
Voordat u begint
U hebt hiervoor het volgende nodig:
-
LAN-verbinding dicht bij de montagelocatie.
-
Als u geen PoE gebruikt, bevindt zich een stopcontact in de buurt van de montagelocatie.
Bepaal de beste plaatsing, waarbij u rekening houdt met het dekkingsgebied en de materialen waaruit de wand bestaat. U moet mogelijk extra basisstations installeren voor de beste dekking.
-
Als u een 110-basis station met één cel hebt, moet u mogelijk een ander 110 basisstation met één cel toevoegen of extra 110-versterkers.
-
Als u een 210 basisstation met meerdere cellen hebt, moet u mogelijk extra basisstations of versterkers toevoegen.
U kunt de het hulpprogramma voor locatieonderzoek op de handset gebruiken om de plaatsing te plannen. Zie Een locatieonderzoek voor uw Cisco IP DECT 6800-serie uitvoeren.
1 |
Sluit de Ethernet-kabel aan op het apparaat en routeer de kabel door de sleuf in het apparaat. |
2 |
Indien nodig, sluit de voedingsadapter aan op het apparaat en voer de kabel door de sleuf in het apparaat. |
3 |
Schuif de steun in het apparaat en druk tot deze op zijn plek vastklikt. In deze afbeelding wordt getoond hoe de steun aansluit op het basisstation. |
4 |
Koppel de Ethernet-kabel aan de LAN-poort. |
5 |
Steek de voedingsadapter in het stopcontact als dat nodig is. Als het lampje op het basisstation groen is, kan het verbinding maken met het netwerk en de configuratie downloaden. |
Monteer het basisstation aan de muur
U kunt het basisstation monteren aan een wand. U kunt twee schroeven aan de wand bevestigen en het basisstation op de schroefkoppen schuiven. U kunt ook de steun voor plafondmontage gebruiken.
We raden u aan het basisstation zo hoog mogelijk op een wand te bevestigen. Bevestig het basisstation indien mogelijk met een neerwaartse hoek voor betere radiodekking.
Elk basisstation heeft een bereik van maximaal 300 meter.
In deze taak betekent de term apparaat het basisstation.
Voordat u begint
U hebt hiervoor het volgende nodig:
-
Potlood
-
Waterpas
-
Meetlint
-
Bevestigingsmateriaal (schroeven en wandpluggen) geschikt voor montage aan de wand. U kunt ook de plaat voor plafondmontage gebruiken.
-
LAN-verbinding dicht bij de montagelocatie.
-
Als u geen PoE gebruikt, bevindt zich een stopcontact in de buurt van de montagelocatie.
Bepaal de beste plaatsing, waarbij u rekening houdt met het dekkingsgebied en de materialen waaruit de wand bestaat. U moet mogelijk extra basisstations installeren voor de beste dekking.
-
Als u een 110-basis station met één cel hebt, moet u mogelijk een ander 110 basisstation met één cel toevoegen of extra 110-versterkers.
-
Als u een 210 basisstation met meerdere cellen hebt, moet u mogelijk extra basisstations of versterkers toevoegen.
U kunt de het hulpprogramma voor locatieonderzoek op de handset gebruiken om de plaatsing te plannen. Zie Een locatieonderzoek voor uw Cisco IP DECT 6800-serie uitvoeren.
1 |
Houd de Waterpas op de gewenste locatie ten minste 5,7 cm onder het plafond en teken een horizontale lijn. |
2 |
Markeer waar de schroeven moeten worden geplaatst.
|
3 |
Plaats de wandpluggen volgens de beschrijving van de fabrikant. |
4 |
Breng de schroeven aan.
|
5 |
Sluit de Ethernet-kabel aan op het basisstation en voer de kabel door de sleuf in het basisstation. |
6 |
Sluit de voedingsadapter aan op het apparaat en voer de kabel door de sleuf in het apparaat. |
7 |
Bevestig het apparaat aan de wand.
|
8 |
Koppel de Ethernet-kabel aan de LAN-poort. |
9 |
Steek de voedingsadapter in het stopcontact als dat nodig is. Als het lampje op het basisstation groen is, kan het verbinding maken met het netwerk en de configuratie downloaden. |
Het IP-adres van het basisstation zoeken
U gebruikt de handset om het IP-adres van het basisstation in uw netwerk te vinden. De handset geeft het IP-adres weer van elk basisstation binnen bereik.
Als u toegang hebt tot de beheerpagina van de router, kunt u daar ook het IP-adres zoeken.
Voordat u begint
U hebt het volgende nodig:
-
Het basisstation moet verbinding hebben met het netwerk.
-
Er moet een handset beschikbaar zijn met opgeladen batterij.
1 |
Aan/uit/uit ingedrukt houden totdat het scherm wordt ingeschakeld. |
2 |
Druk op Menu . |
3 |
Voer *47* in. |
Aanmelden bij de beheerwebpagina
Op de webpagina van basisstation kunt u het basisstation en de handsets configureren.
Neem contact op met uw serviceprovider om na te gaan of u verbinding maakt met het basisstation via HTTP of HTTPS. Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat u HTTP gebruikt. |
Als er 5 minuten geen activiteiten zijn geweest, wordt u automatisch afgemeld van de webpagina.
Voordat u begint
U hebt het MAC- en IP-adres van het basisstation nodig.
Het basisstation moet verbinding hebben met het netwerk en het groene lampje moet branden.
1 |
Zoek het IP adres van het basisstation door het adres van het basisstation zoeken IP. |
2 |
Voer in een browser het adres van het basisstation in. Notatie: http://<adres >/Main.html Waarbij:
Voorbeeld http://xxx.xxx.xxx.xxx/main.html, waarin xxx.xxx.xxx.xxx het IPv4-adres is. |
Handsets aan gebruikers toewijzen
Het basisstation is vooraf geconfigureerd met de handsetgegevens (bijvoorbeeld toestelnummer en gebruikersnaam).
Wanneer u meerdere handsets instelt, moet u elke handset aan een specifieke gebruiker toewijzen. Elke gebruiker heeft een uniek telefoonnummer en een eigen voicemail, en kan verschillende functies hebben.
Als u de handset wilt toewijzen aan de gebruiker, kunt u het IPEI-nummer (International Portable Equipment Identity) van de handset toewijzen aan het correct geconfigureerde toestelnummer. Het IPEI-nummer van de handset bevindt zich op deze locaties:
-
Op het label van de doos waarin de handset is geleverd
-
Onder de handsetbatterij
Voordat u begint
Maak verbinding met de basisstationwebpagina zoals beschreven in het aanmelden bij de beheerwebpagina.
Het basisstation moet verbinding hebben met het netwerk en het groene lampje moet branden.
1 |
Klik op Toestelnummers. |
2 |
Noteer de code in het veld AC. |
3 |
Klik op de koppeling in de kolom IPEI van de handset voor een bepaalde gebruiker. De IPEI-koppeling toont het IPEI-nummer als FFFFFFFFFF. |
4 |
Op de pagina Terminal stelt u het veld IPEI in op het IPEI-nummer van de nieuwe handset van de gebruiker. |
5 |
Stel het veld AC in op dezelfde code die u in stap 2 hebt vastgelegd. |
6 |
(Optioneel) Configureer de overige velden, zoals beschreven in Velden van de webpagina Terminal. |
7 |
Klik op Opslaan. |
8 |
(Optioneel) Herhaal de stappen 3 tot en met 7 om meer handsets in te stellen. |
Volgende stappen
Velden van de webpagina Terminal
Dit zijn de velden die worden weergegeven op de webpagina Terminal van het basisstation. Klik op het IPEI-nummer van de handset op de pagina Toestelnummers om dit scherm weer te geven.
De pagina wordt weergegeven in de weergaven voor beheerders en gebruikers. Niet alle velden zijn beschikbaar in de weergave voor gebruikers.
Deze sectie is van toepassing op firmwareversie 4.7. Informatie over de pagina voor firmwareversie V450 en V460 vindt u in Velden van de webpagina Terminal voor firmwareversie V450 en V460.
Veld |
Inhoud |
Beschrijving |
||
---|---|---|---|---|
IPEI |
Reeks van 10 tekens |
Bevat het IPEI-nummer (International Portable Equipment Identity) van de handset. Elke handset heeft een uniek IPEI-nummer en dit nummer wordt weergegeven op het etiket onder de handsetbatterij en op het etiket van de handsetdoos. Als u dit veld wijzigt, wordt registratie van de handset ongedaan gemaakt. |
||
Gekoppelde terminal |
Waarden:
|
Geeft de terminal aan die is gekoppeld met de handset. |
||
AC |
Code van 4 cijfers |
Geeft de toegangscode die is gebruikt om de handset te registreren. Nadat de handset is geregistreerd, wordt deze code niet gebruikt.
|
||
Noodlijn |
Waarden:
|
Geeft de lijn aan die moet worden gebruikt voor noodoproepen. |
||
Alarmnummer |
Telefoonnummer |
Geeft het nummer aan dat moet worden gebeld wanneer de gebruiker op de noodtoets drukt en deze vasthoudt. op de hoorn voor een tijd van drie seconden of meer. |
||
Toestellen |
||||
VoIP Idx |
Dit veld is Alleen-lezen. |
Geeft het volgnummer van de handset. |
||
Toestel |
Dit veld is Alleen-lezen. |
Geeft de geconfigureerde toestelnaam weer. Het toestelnummer moet worden geconfigureerd op de SIP-server voordat de handset gesprekken kan starten en ontvangen. |
||
Weergavenaam |
Dit veld is Alleen-lezen. |
Geeft het telefoonnummer aan. Deze informatie wordt op het hoofdscherm van de handset weergegeven. |
||
Server |
Dit veld is Alleen-lezen. |
Duidt op het adres van de SIP-server of het gespreksbeheersysteem. |
||
Serveralias |
Dit veld is Alleen-lezen. |
Bevat de naam van het gespreksbeheersysteem. |
||
Status |
Dit veld is Alleen-lezen. |
Geeft de status van de SIP-registratie aan. Als het veld leeg is, heeft de handset geen SIP-registratie. |
||
Lokale telefoonlijst importeren |
Bestandsnaam |
Wordt gebruikt om een lokale telefoonlijst vanaf een computer naar de telefoon te uploaden in de .csv-indeling (door komma's gescheiden). |
||
Lokale telefoonlijst exporteren |
Wordt gebruikt om een lokale telefoonlijst vanaf een telefoon naar de computer te exporteren in de .csv-indeling (door komma's gescheiden). |
Velden van de webpagina Terminal voor firmwarerelease V450 en V460
Dit zijn de velden die worden weergegeven op de webpagina Terminal van het basisstation. Klik op het IPEI-nummer van de handset op de pagina Toestelnummers om dit scherm weer te geven.
De pagina wordt weergegeven in de weergaven voor beheerders en gebruikers. Niet alle velden zijn beschikbaar in de weergave voor gebruikers.
Deze sectie is van toepassing op firmwareversie V450 en V460. Informatie voor firmwareversie 4.7 vindt u in Velden van de webpagina Terminal.
Veld |
Inhoud |
Beschrijving |
||
---|---|---|---|---|
IPEI |
Reeks van 10 tekens |
Bevat het IPEI-nummer (International Portable Equipment Identity) van de handset. Elke handset heeft een uniek IPEI-nummer en dit nummer wordt weergegeven op het etiket onder de handsetbatterij en op het etiket van de handsetdoos. Als u dit veld wijzigt, wordt registratie van de handset ongedaan gemaakt. |
||
Gekoppelde terminal |
Waarden:
|
Geeft de terminal aan die is gekoppeld met de handset. |
||
AC |
Code van 4 cijfers |
Geeft de toegangscode die is gebruikt om de handset te registreren. Nadat de handset is geregistreerd, wordt deze code niet gebruikt.
|
||
Noodlijn |
Waarden:
|
Geeft de lijn aan die moet worden gebruikt voor noodoproepen. |
||
Alarmnummer |
Telefoonnummer |
Geeft het nummer aan dat moet worden gebeld wanneer de gebruiker op de noodtoets drukt en deze vasthoudt. op de hoorn voor een tijd van drie seconden of meer. |
||
Batterij- en RSSI-status |
||||
Batterijniveau |
Percentage |
Veld alleen-lezen Geeft het huidige laadniveau van de handsetbatterij weer. |
||
RSSI |
Veld alleen-lezen Hier wordt de indicator voor de ontvangen signaalsterkte (RSSI) voor het verbonden basisstation weergegeven. |
|||
Gemeten tijd [mm:ss] |
Veld alleen-lezen Hier wordt de tijd in minuten en seconden weergegeven sinds de batterij- en de RSSI-informatie van de handset zijn vastgelegd. |
|||
Gevonden |
Veld alleen-lezen Hier wordt het basisstation aangegeven waarmee de handset communiceert. |
|||
Lokale telefoonlijst importeren |
Bestandsnaam |
Wordt gebruikt om een lokale telefoonlijst vanaf een computer naar de telefoon te uploaden in de .csv-indeling (door komma's gescheiden). |
||
Lokale telefoonlijst exporteren |
Wordt gebruikt om een lokale telefoonlijst vanaf een telefoon naar de computer te exporteren in de .csv-indeling (door komma's gescheiden). |
Handsetregistratie starten
Nadat u een of meer handsets hebt geconfigureerd op het basisstation, kunt u het basisstation het registratieproces laten starten. Het basisstation wacht totdat het registratieberichten ontvangt van de handsets om de communicatielus te voltooien.
U kunt alle handsets tegelijkertijd registreren of dit één voor één doen.
Voordat u begint
Maak verbinding met de basisstationwebpagina zoals beschreven in het aanmelden bij de beheerwebpagina.
Het basisstation moet verbinding hebben met het netwerk en het groene lampje moet branden.
-
Enkele hoorn geconfigureerd: De hoorn moet worden geconfigureerd volgens de beschrijving in Hoorns toewijzen aan gebruikers
-
Meerdere telefoons geconfigureerd: De hoorns moeten worden toegewezen aan gebruikers, zoals is beschreven in Hoorns toewijzen aan gebruikers
1 |
Op de pagina Toestelnummers schakelt u de selectievakjes in naast de nieuwe handsets in de kolom IPEI om te worden geregistreerd. |
2 |
Klik op Terminal registreren. |
3 |
Vink de selectievakjes aan voor de handsets in de kolom Toestelnummer. |
4 |
Klik op SIP-registratie(s) starten. |
Volgende stappen
-
Voer op elke hoorn de volgende handelingen uit Sluit de hoorn aan op het basisstation.
De handset met het basisstation verbinden
Voordat u gesprekken kunt plaatsen, dient u de handset te configureren om verbinding te maken met een basisstation. U dient mogelijk de toegangscode in te voeren die u hebt gekregen van uw beheerder. Wanneer de registratie van de handset is gelukt, geeft de handset de juiste datum, tijd, gebruikersnaam en telefoonnummer weer.
Voordat u begint
De handsetbatterij moet zijn geplaatst en opgeladen.
1 |
Schakel de handset in. Zie De hoorn inschakelen. |
2 |
Druk op Menu . |
3 |
Selecteer . |
4 |
Markeer een lege rij in het scherm en druk op Selecteren. |
5 |
(Optioneel) Voer de toegangscode in het veld voor AC in als daarom wordt gevraagd. |
6 |
Druk op OK. |
Uw handset inschakelen
Aan/uit/uit ingedrukt houden Totdat het scherm wordt ingeschakeld. |