NST dempt oproepen op uw telefoon en weigert inkomende gesprekken. Indien geconfigureerd, stuurt uw telefoon inkomende gesprekken door naar uw voicemail.

U ontvangt echter altijd semafoon-, intercom- en noodoproepen, ook als NST is ingeschakeld.

Wanneer uw telefoon in de modus NST staat, worden een rode balk en het pictogram Voor niet storen weergegeven. Het pictogram NST aan In de koptekst.

De beheerder configureert de functieknoppen die op het telefoonscherm worden weergegeven. Als de functie NST niet wordt weergegeven De knop NST Op uw telefoon, neemt u contact op met de beheerder.

1

Tik op NST the DND button Om NST in te schakelen.

2

Als u NST uit wilt schakelen, tikt u op NST uitthe DND button.

Op een telefoon waarop meerdere lijnen zijn geconfigureerd, kunt u NST voor specifieke lijnen of voor alle lijnen inschakelen, afhankelijk van de configuratie van de functietoetssynchronisatie en XSI op uw telefoon.


 

Op een lijn waarop functietoetssynchronisatie of XSI is ingeschakeld, is de NST-instelling alleen op deze lijn van toepassing.

Als voor een lijn zowel functietoetssynchronisatie als XSI is uitgeschakeld, is de NST-instelling op deze lijn van toepassing op alle lijnen op de telefoon waarvoor zowel synchronisatie van functietoetsen als XSI is uitgeschakeld.

Wanneer alle lijnen de modus NST hebben, ziet u een rode balk en het pictogram Niet storen Het pictogram NST aan In de schermkop. Wanneer een bepaalde lijn zich in de modus NST bevindt, ziet u het pictogram NST op de lijn.

1

Tik op Meer Op de lijn en vervolgens niet storen inschakelen.

2

Als u NST (NST) wilt uitschakelen, tikt u op Meer Op de lijn en vervolgens niet storen uitschakelen.