De firmware installeren of upgraden - Een overzicht

U kunt de telefoonfirmware bijwerken met protocollen zoals TFTP, HTTP of HTTPS. Na de upgrade start de telefoon automatisch opnieuw op.

Voorwaarde

Voordat u de firmware bijwerkt, moet u ervoor zorgen dat u de vereiste Enterprise-telefoons registreert bij Cisco Unified Communications Manager.

Het bestand downloaden

Voer de volgende procedure uit om de firmware op de Cisco IP-telefoon 7800-serie en Cisco IP-telefoon 8800-serie te downloaden.
1

Ga naar de pagina Cisco-software downloaden.

2

Kies collaboration-endpoints > IP-telefoons > IP-telefoon 8800-serie of IP-telefoon 7800-serie.

3

Kies het Cisco IP-telefoonmodel. Bijvoorbeeld IP-telefoon 8861.

De pagina Softwaretype selecteren wordt weergegeven.
4

Klik op SIP-software (Session Initiation Protocol) als het softwaretype.

5

Ga naar Alle versies > SIPv.12 en kies de juiste versie. Bijvoorbeeld versie12.5(1) SR2.

De details Bestandsinformatie worden weergegeven.
6

(Optioneel) Plaats de muisaanwijzer op de bestandsnaam om de bestandscetails en de controlesomwaarden weer te geven. Bijvoorbeeld cmterm-88xx-sip.12-5-1SR2-2.k3.cop.sgn.

7

Download het bestand naar een geschikte locatie op de upgradeserver.

De firmware installeren of bijwerken

Voer de volgende procedure uit om de firmware te installeren of bij te werken.

Voorwaarde

Voordat u de firmware installeert of bijwerkt, moet u de bestaande firmware of de loadversie van de telefoon controleren. Als u de lijst met Cisco IP-telefoons met de bijbehorende firmware of laadversies wilt weergeven, gaat u naar Cisco Unified CM Administration >Device > Device Settings > Device Default (Standaardinstellingen voor apparaat).
1

Meld u aan bij de webpagina Cisco Unified-besturingssysteembeheer.

2

Ga naar Software-upgrades > Installeren/upgraden.

De pagina Software-installatie/-upgrade wordt weergegeven met Softwarelocatie en Upgradeopties.
3

Voer in de betreffende secties de volgende gegevens in:

  • Softwarelocatie

    • Bron: kies uw lokale bron of een externe bron voor een upgrade. Bijvoorbeeld Extern bestandssysteem.

    • Adresboek: voer het pad in naar het patchbestand op het externe systeem.

    • Server: voer de FTP- of SFTP-servernaam in voor externe bestandssystemen.

    • Gebruikersnaam: voer de gebruikersnaam van het externe knooppunt in.

    • Gebruikerswachtwoord: voer het wachtwoord van het externe knooppunt in.

    • Transferprotocol: kies het transferprotocol in de vervolg keuzelijst.

    • SMTP-server: voer het IP-adres van de SMTP-server in.

    • E-mailbestemming: voer uw e-mailadres in samen met de SMTP-server. U ontvangt een e-mailmelding wanneerde upgrade is voltooid.

  • Upgrade-opties

    • Doorgaan met bijwerken na het downloaden: schakel het selectievakje Doorgaan met bijwerken na het downloaden in om de upgrade of installatie meteen te starten nadat het bestand is gedownload.

    • Versieserver omschakelen na upgrade: schakel het selectievakje Vresieserver omschakelen na upgrade in om het systeem automatisch opnieuw op te starten nadat de upgrade is voltooid.

4

Klik op Volgende.

5

Klik op de pagina Software-installatie/-upgrade op de vervolgkeuzelijst Opties/upgrades, kies het bestand dat u eerder hebt gedownload en klik op Volgende.

Nadat het bestand is geïnstalleerd of bijgewerkt, wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
6

Ga naar de Cisco Unified-services en kies Extra > Control Center: functieservices.

7

Kies Cisco TFTP-service en klik op Opnieuw starten.

De firmwareversie controleren

Nadat u de firmware-versie hebt geïnstalleerd of bijgewerkt, voert u de volgende procedure uit om het te verifiëren.
1

Kies vanuit Cisco Unified CM-beheer voor Apparaat > Apparaatinstellingen > Standaardinstellingen voor het apparaat.

De pagina Standaardinstellingen voor het apparaat configureren wordt weergegeven met een lijst met telefoons en firmwareversies.
2

Controleer de nieuwe naam van de firmware-image die wordt vermeld naast het Cisco IP-telefoonmodel in de kolom Loadinformatie. U kunt ook de vorige laad-/firmware-versie van de telefoon weergeven in de kolom Informatie inactieve load.