Inleiding

De Partner Connect - Connectivity Questionnaire (PQ) wordt door Cisco gebruikt om de partnerverbinding met een Webex Calling in te stellen. Deze vragenlijst wordt aangeboden in een werkmapindeling en wordt gebruikt als hulpmiddel voor het uitwisselen van technische gegevens tussen Cisco en partners. De PQ is vereist per geografisch gebied (AMER, EMEA, APAC, AUS). Cisco werkt samen met de partner om de vragenlijst in te vullen.

De verbindingsopties omvatten:

  • Partner Connect (geaggregeerde klantconnectiviteit voor partners)

  • Partner verbinden via directe verbinding

  • Partnerverbinding maken via Equinix Cloud Exchange (ECX)

  • PartnerConnect via een mix van direct en ECX

Raadpleeg Dedicated Instance Partner Connect voor meer informatie over partnerconnectiviteit.

Raadpleeg de Vragenlijst Partner Connect Peering voor Dedicated Instance voor de werkmap waarin partners technische gegevens kunnen uitwisselen met Cisco om verbinding te maken met Dedicated Instance.

Overzicht van werkboek algemeen

Het volgende moet worden voltooid in het PQ-proces:

1

Vul het werkblad Algemene contactgegevens in.

2

Vul het werkblad Datums partner gereedheid in.

3

Vul het werkblad Partnerverbinding in op basis van of het verbindingstype Direct, Cloud Exchange (ECX) of een aansluiting van beide is.

4

Geef de voltooide PQ aan Cisco op.

Werkbladinstructies

Voltooi de volgende stappen om een verbinding te maken:

1

Vul de informatie in het werkblad Partnerverbinding in en selecteer Direct, ECX of een uw netwerk voor zowel het verbindingstype als het verbindingstype.

2

Voor Direct Connect levert Cisco een Letter of Authorization (LOA) voor 2 circuits per datacenter voor de respectievelijke regio.

3

Alle verbindingsverzoeken worden door een interne Cisco-beoordeling beoordeeld voordat deze wordt goedgekeurd.

4

Partner:

  • Werkt met Equinix om het controleren te voltooien volgens de LOA

  • Geeft een bevestiging van de volledige kruisverbindingen met Cisco via e-mail (voor Direct type)

  • Voltooit de BGP/Routing-configuratie voor de respectievelijke Virtuele verbinding/VRF's en meldt Cisco aan

5

Cisco voorziet de BGP-configuratie en biedt een connectiviteitsvalidatiehandleiding voor de partner voor het uitvoeren van end-to-end-validatie.

6

Als dit is gelukt, ontvangt de partner een melding dat de verbindings status actief is.

7

Verkeer is nu toegestaan via de nieuwe verbinding.