Systeeminstellingen

De Cisco IP DECT-oplossing kan gebruik maken van elke combinatie van de hieronder vermelde Cisco-apparaten:

  • Cisco IP DECT DBS 110 basisstation met enkele cel (kan alleen worden gebruikt met andere DBS-110)

  • Cisco IP DECT 210 basisstation met meerdere cellen (kan alleen worden gebruikt met andere DBS-210)

  • Cisco IP DECT-telefoon 6823 handset

  • Cisco IP DECT-telefoon 6825 robuuste handset: standaardhandsets en robuuste handsets

Apparaatvergelijking op de DECT-basisstations en -versterkers

In de volgende tabel vindt u een vergelijking van de apparaten Cisco IP DECT DBS-110 basis station met enkele cel en Cisco IP DECT DBS-210 basisstation met meerdere cellen.

Tabel 1. Vergelijking van apparaten uit het Cisco IP DECT-aanbod

Functie

Details

Capaciteit eenheid:

Modus met enkele cel

DECT 110 basisstation met enkele cel:

Tot 20 SIP-registraties en tot 10 gelijktijdige gesprekken

DECT 210 basisstation met meerdere cellen:

Tot 30 SIP-registraties en tot 10 gelijktijdige gesprekken

Modus met meerdere cellen:

DECT 110 basisstation met enkele cel:

Ondersteund in de modi enkele cel of dubbele cel

DECT 210 basisstation met meerdere cellen, met 5

basisstations geïmplementeerd:

Tot 30 SIP-registraties en tot 8 gelijktijdige gesprekken

Basisstations en versterkers:

Modus met enkele cel:

DECT 110 basisstation met enkele cel:

1 basisstation en tot 6 versterkers

DECT 210 basisstation met meerdere cellen:

1 basisstation en tot 3 versterkers

Modus met meerdere cellen

DECT 110 basisstation met enkele cel:

Niet ondersteund in de modus met meerdere cellen

DECT 210 basisstation met meerdere cellen:

Tot 5 basisstations en tot 30 versterkers

Functies voor gespreksbeheer en audio

  • Een oproep plaatsen over een willekeurige lijn

  • Een oproep ontvangen over een willekeurige lijn

  • Automatisch beantwoorden

  • Op gesprek inbreken (gedeelde lijn)

  • Herhalen

  • Niet storen

  • Anoniem gesprek

  • Anonieme gesprek weigeren

  • Beller-ID in de wacht/hervatten

  • Drierichtingsconferentiegesprekken

  • Begeleid doorverbinden

  • Onaangekondigd doorverbinden

  • Codecs voor narrowband/breedband

  • Wisselen tussen gesprekken met DTMF-kiezen (naar/van)

  • Gesprek doorverbinden

  • Gesprek doorschakelen

  • Wachtend gesprek

  • Gesprek parkeren

  • Gesprek in wacht zetten/hervatten

  • Terugbellen

  • Gedeelde lijn / meerdere lijnen

  • Noodoproep bij toetsvergrendeling

  • Aparte beltonen

  • Beltoon selecteren

  • Volumeregeling beltoon

  • Volumeregeling ontvanger

  • Zoeken in telefoonlijst, importeren/exporteren

  • Gespreksgeschiedenis (tot 50 vermeldingen)

  • Lokale telefoonlijst

  • Snelkeuze

  • Voicemail

Functies en voordelen van de Cisco IP 6823 en de Cisco IP 6825

In de volgende tabel worden de functies en voordelen van het Cisco IP DECT DBS-110 basisstation met enkele cel en het Cisco IP DECT DBS-210 basisstation met meerdere cellen vermeld.

Tabel 2. Functies en voordelen van het Cisco IP DECT-aanbod

Functie

Voordelen

Ergonomisch ontwerp

Een eenvoudig te gebruiken interface met traditionele, op DECT-telefonie (Digital Enhanced Cordless Telecommunication) gelijkende gebruikerservaring

Beeldscherm

6823: 128 x 160 pixels, 64 Kb TFT-scherm

6825: 240 x 320 pixels, 64 Kb TFT-scherm

Beide handsets: MWI-led met drie kleuren

Handset (HAC)

Alle 6825-handsets zijn geschikt voor gehoortoestellen (HAC, Hearing Aid Compatible) en voldoen aan de FCC-vereisten (Federal Communications Commission) voor geluidssterkte voor ADA (Americans with Disabilities Act)

U kunt voldoen aan de vereisten voor geluidssterkte uit sectie 508 door gebruik te maken van standaard inline handsetversterkers, zoals Walker Equipment W-10 of CE-100 versterkers

HAC-compatibel – FCC Part 68 en Australia S040

Headset

Alleen 6825: Bluetooth LE 4.1

6823 en 6825: vaste hoofdtelefoon met 3,5-mm stekker, compatible met iPhone

De 6800-serie biedt buitengewone geluidsisolatie bij gebruik in combinatie met een Cisco-hoofdtelefoon

Volumeregeling

Een wisselknop voor volumeregeling biedt de mogelijkheid om het geluidsniveau van de handset, monitorluidspreker en het belgeluid tot op de decibel te regelen

Toetsen

  • Totaal 28 toetsen

  • Toetsen 0-9, # en *, 3 schermtoetsen

  • Vijfvoudige navigatie en selectie

  • Gesprekken aannemen en beëindigen

  • 1 alarmtoets bovenop het apparaat

  • Volume omhoog/omlaag

  • Dempen

  • Luidspreker

  • Menu

Gebruiksduur batterij

  • Batterijtype: oplaadbaar

  • Oplaadtijd Li-ion-oplaadstation: 6 uur

  • Tijd in gesprek: 17 uur (NB), 12 uur (WB)


  • Tijd inactief: 200 uur

  • Adapterstekkers: EU, VS, Australië, VK (overige landen beschikbaar; zie bestelinformatie in tabel 6)

Ondersteunde volledige lijnen

6823 en 6825: 2 lijnen (SIP-registraties)

Gewicht

6823 en 6825: 86 gram

Beeldscherm

6823: 1,7 in (4,3 cm), 128 x 160 pixels, 64 Kb TFT-scherm

6825: 2,0 in (5,0 cm), 240 x 320 pixels, 64 Kb TFT-scherm

Het basisstation of de versterker op het plafond bevestigen

U kunt het basisstation of de repeater monteren op een plafond. Deze apparaten gebruiken een aangepaste montageplaat voor het plafond die u op het plafond kunt monteren. U moet deze montageplaat voor het plafond bestellen.

Afbeelding 1. Montageplaat voor plafond

Het basisstation en de repeater hebben een bereik van maximaal 300 meter buitenshuis en een bereik van 50 meter binnenshuis.

In deze taak verwijst de term apparaat naar het basisstation of de versterker.

Voordat u begint

U hebt hiervoor het volgende nodig:

  • Montageplaat voor plafond

  • Potlood

  • Bevestigingsmateriaal (schroeven en plugs) geschikt voor montage op het plafond.

  • Basisstation: LAN-aansluiting dicht bij de montagelocatie.

  • Basisstation: Als u geen PoE gebruikt, een stopcontact dicht bij de montagelocatie.

  • Repeater: een stopcontact dicht bij de montagelocatie.

Bepaal de beste plaatsing, waarbij u rekening houdt met het dekkingsgebied en de materialen waaruit de wand bestaat.

  • Als u een 110-basis station met één cel hebt, moet u mogelijk een ander 110 basisstation met één cel toevoegen of extra 110-versterkers.

  • Als u een 210 basisstation met meerdere cellen hebt, moet u mogelijk extra basisstations of versterkers toevoegen.

U kunt de het hulpprogramma voor locatieonderzoek op de handset gebruiken om de plaatsing te plannen. Zie Een locatieonderzoek voor uw Cisco IP DECT 6800-serie uitvoeren.

1

Plaats de montageplaat op de gewenste plek op het plafond.

2

Markeer waar u de schroeven moet plaatsen.

3

Plaats de pluggen volgens de beschrijving van de fabrikant.

4

Zet de montageplaat vast op het plafond met de schroeven.

5

Alleen basisstation: Sluit de Ethernet-kabel aan op het apparaat en voer de kabel door de sleuf in het apparaat.

6

Sluit het apparaat aan op de voeding:

  • Basisstation met PoE op het LAN: extra voeding is niet vereist.
  • Basisstation zonder PoE: sluit de voedingsadapter aan op het basisstation en voer de kabel door de sleuf in het basisstation.
  • Repeater: sluit de voedingsadapter aan op de repeater en voer de kabel door de sleuf in de repeater.
7

Lijn de sleuven op de plaat uit met de sleuven in het apparaat en draai naar links in tot het apparaat op zijn plek vergrendelt.

Op deze afbeelding ziet u de uitlijning van de montageplaat op het basisstation. De achterkant van de versterker is vergelijkbaar met het basisstation.

Op deze afbeelding ziet u hoe u het apparaat moet draaien om het in de montageplaat vast te zetten.

8

Alleen basisstation: Sluit de Ethernet-kabel aan op de LAN-poort.

9

Steek de voedingsadapter in het stopcontact als dat nodig is.

Als het lampje op het basisstation groen is, kan het verbinding maken met het netwerk en de configuratie downloaden.

Het basisstation of de versterker op een bureau bevestigen

U kunt het basisstation of de repeater plaatsen op een bureau of ander horizontaal oppervlak (bijvoorbeeld een boekenplank). Selecteer een locatie waar het basisstation of de versterker niet makkelijk vanaf wordt gestoten.

Het basisstation en de repeater hebben een bereik van maximaal 300 meter buitenshuis en een bereik van 50 meter binnenshuis.

In deze taak verwijst de term apparaat naar het basisstation of de versterker.

Voordat u begint

U hebt hiervoor het volgende nodig:

  • Basisstation: LAN-aansluiting dicht bij de montagelocatie.

  • Basisstation: Als u geen PoE gebruikt, een stopcontact dicht bij de montagelocatie.

  • Repeater: een stopcontact dicht bij de montagelocatie.

Bepaal de beste plaatsing, waarbij u rekening houdt met het dekkingsgebied en de materialen waaruit de wand bestaat.

  • Als u een 110-basis station met één cel hebt, moet u mogelijk een ander 110 basisstation met één cel toevoegen of extra 110-versterkers.

  • Als u een 210 basisstation met meerdere cellen hebt, moet u mogelijk extra basisstations of versterkers toevoegen.

U kunt de het hulpprogramma voor locatieonderzoek op de handset gebruiken om de plaatsing te plannen. Zie Een locatieonderzoek voor uw Cisco IP DECT 6800-serie uitvoeren.

1

Alleen basisstation: Sluit de Ethernet-kabel aan op het apparaat en voer de kabel door de sleuf in het apparaat.

2

Sluit het apparaat aan op de voeding:

  • Basisstation met PoE op het LAN: extra voeding is niet vereist.
  • Basisstation zonder PoE: sluit de voedingsadapter aan op het basisstation en voer de kabel door de sleuf in het basisstation.
  • Repeater: sluit de voedingsadapter aan op de repeater en voer de kabel door de sleuf in de repeater.
3

Schuif de steun in het apparaat en druk tot deze op zijn plek vastklikt.

In deze afbeelding wordt getoond hoe de steun aansluit op het basisstation. De achterkant van de versterker is vergelijkbaar met het basisstation.

4

Alleen basisstation: Sluit de Ethernet-kabel aan op de LAN-poort.

5

Steek de voedingsadapter in het stopcontact als dat nodig is.

Als het lampje op het basisstation groen is, kan het verbinding maken met het netwerk en de configuratie downloaden.

Het basisstation of de versterker aan de muur bevestigen

U kunt het basisstation of de repeater monteren aan een wand. U kunt twee schroeven aan de wand bevestigen en het basisstation of de versterker op de schroefkoppen schuiven. U kunt ook de plaat voor plafondmontage gebruiken.

We raden u aan het basisstation of de repeater zo hoog mogelijk op een wand te bevestigen. Bevestig het basisstation indien mogelijk in een neerwaartse hoek voor betere radiodekking.

Het basisstation en de repeater hebben een bereik van maximaal 300 meter buitenshuis en een bereik van 50 meter binnenshuis.

In deze taak verwijst de term apparaat naar het basisstation of de versterker.

Voordat u begint

U hebt hiervoor het volgende nodig:

  • Potlood

  • Waterpas

  • Meetlint

  • Bevestigingsmateriaal (schroeven en wandpluggen) geschikt voor montage aan de wand. U kunt ook de plaat voor plafondmontage gebruiken.

  • Basisstation: LAN-aansluiting dicht bij de montagelocatie.

  • Basisstation: Als u geen PoE gebruikt, een stopcontact dicht bij de montagelocatie.

  • Repeater: een stopcontact dicht bij de montagelocatie.

Bepaal de beste plaatsing, waarbij u rekening houdt met het dekkingsgebied en de materialen waaruit de wand bestaat.

  • Als u een 110-basis station met één cel hebt, moet u mogelijk een ander 110 basisstation met één cel toevoegen of extra 110-versterkers.

  • Als u een 210 basisstation met meerdere cellen hebt, moet u mogelijk extra basisstations of versterkers toevoegen.

U kunt de het hulpprogramma voor locatieonderzoek op de handset gebruiken om de plaatsing te plannen. Zie Een locatieonderzoek voor uw Cisco IP DECT 6800-serie uitvoeren.

1

Houd de waterpas op de gewenste locatie ten minste 5,7 cm onder het plafond en teken een horizontale lijn.

2

Markeer waar de schroeven moeten worden geplaatst.

  • Zonder plaat voor plafondmontage: breng twee markeringen aan op de lijn, 54 mm uit elkaar (hart-tot-hart).

  • Met plaat voor plafondmontage: houd de plaat vast zodat twee van de gaten de lijn snijden. Markeer de gaten.
3

Plaats de wandpluggen volgens de beschrijving van de fabrikant.

4

Breng de schroeven aan.

  • Zonder plaat voor plafondmontage: draai de schroeven in totdat er ongeveer 9,5 mm tussen de schroefkop en de wand zit.

  • Met plaat voor plafondmontage: houd de plaat over de gaten en schroef de schroeven vast tot de plaat niet meer beweegt.
5

Alleen basisstation: Sluit de Ethernet-kabel aan op het basisstation en voer de kabel door de sleuf in het basisstation.

6

Sluit het apparaat aan op de voeding:

  • Basisstation met PoE op het LAN: extra voeding is niet vereist.
  • Basisstation zonder PoE: sluit de voedingsadapter aan op het basisstation en voer de kabel door de sleuf in het basisstation.
  • Repeater: sluit de voedingsadapter aan op de repeater en voer de kabel door de sleuf in de repeater.
7

Bevestig het apparaat aan de wand.

  • Zonder plaat voor plafondmontage: dit diagram toont de uitlijning van de schroefkoppen en het apparaat.

    In deze afbeelding ziet u hoe u het apparaat op de schroefkoppen plaatst.

  • Met plaat voor plafondmontage: houd het apparaat vast met de letters in het Cisco-logo onderaan en draai iets naar rechts. Lijn de sleuven aan de onderkant van het apparaat uit met de haken op de plaat, druk het apparaat in de plaat en draai het naar links totdat het apparaat vastzit.
8

Alleen basisstation: Sluit de Ethernet-kabel aan op de LAN-poort.

9

Steek de voedingsadapter in het stopcontact als dat nodig is.

Als het lampje op het basisstation groen is, kan het verbinding maken met het netwerk en de configuratie downloaden.

Het IP-adres van het basisstation zoeken

U gebruikt de handset om het IP-adres van het basisstation in uw netwerk te vinden. De handset geeft het IP-adres weer van elk basisstation dat binnen bereik is.

Als u toegang hebt tot de beheerpagina van de router, kunt u daar ook het IP-adres zoeken.

Voordat u begint

U hebt het volgende nodig:

  • Het basisstation moet verbinding hebben met het netwerk.

  • Er moet een handset beschikbaar zijn met opgeladen batterij.

1

Houd Aan/einde ingedrukt tot het scherm wordt ingeschakeld.

2

Druk op Menu.

3

Voer *47* in.

Aanmelden bij de beheerwebpagina

Op de webpagina van basisstation kunt u het basisstation en de handsets configureren.


Neem contact op met uw serviceprovider om na te gaan of u verbinding maakt met het basisstation via HTTP of HTTPS. Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat u HTTP gebruikt.

Als er 5 minuten geen activiteiten zijn geweest, wordt u automatisch afgemeld van de webpagina.

Voordat u begint

U hebt het MAC- en IP-adres van het basisstation nodig.

Het basisstation moet verbinding hebben met het netwerk en het groene lampje moet branden.

1

Zoek het IP-adres van het basisstation met Het IP-adres van het basisstation zoeken.

2

Voer in een browser het adres van het basisstation in.

Notatie:

http://<adres >/Main.html

Waarbij:

  • adres het IPv4-adres van het basisstation is.

Voorbeeld

http://xxx.xxx.xxx.xxx/main.html, waarin xxx.xxx.xxx.xxx het IPv4-adres is.

Handsets aan gebruikers toewijzen

Het basisstation is vooraf geconfigureerd met de handsetgegevens (bijvoorbeeld toestelnummer en gebruikersnaam).

Wanneer u meerdere handsets instelt, moet u elke handset aan een specifieke gebruiker toewijzen. Elke gebruiker heeft een uniek telefoonnummer en een eigen voicemailbox en kan verschillende functies hebben. U kunt individuele toegangscodes toewijzen aan elke handset via de velden van de webpagina van de Terminal of in het configuratiebestand (.xml). U kunt de toegangscode als volgt instellen in het configuratiebestand:
nnnn
waarbij x het nummer van de handset en nnnn de toegangscode is.

Als de toegangscode uit meer dan 4 cijfers bestaat, worden alleen de eerste 4 cijfers geaccepteerd.

Als u de handset wilt toewijzen aan de gebruiker, kunt u het IPEI-nummer (International Portable Equipment Identity) van de handset toewijzen aan het correct geconfigureerde toestelnummer. Het IPEI-nummer van de handset bevindt zich op deze locaties:

  • Op het label van de doos waarin de handset is geleverd

  • Onder de handsetbatterij

Voordat u begint

Maak verbinding met de webpagina van het basisstation zoals beschreven in Aanmelden bij de beheerwebpagina.

Het basisstation moet verbinding hebben met het netwerk en het groene lampje moet branden.

1

Klik op Toestelnummers.

2

Klik op de koppeling in de kolom Informatie toestelnummer van de handset voor een bepaalde gebruiker.

De IPEI-koppeling toont het lege IPEI-nummer. FFFFFFFFFF.

3

Op de pagina Terminal stelt u het veld IPEI in op het IPEI-nummer van de nieuwe handset van de gebruiker.

4

Stel het veld AC in.

5

(Optioneel) Configureer de overige velden, zoals beschreven in Velden van de webpagina Terminal.

6

Klik op Opslaan.

7

(Optioneel) Herhaal de stappen 3 tot en met 7 om meer handsets in te stellen.

Volgende stappen

Handsetregistratie starten.

Velden van de webpagina Terminal

Dit zijn de velden die worden weergegeven op de webpagina Terminal van het basisstation. Klik op het IPEI-nummer van de handset op de pagina Toestelnummers om dit scherm weer te geven.

De pagina wordt weergegeven in de weergaven voor beheerders en gebruikers. Niet alle velden zijn beschikbaar in de weergave voor gebruikers.

Deze sectie is van toepassing op firmwareversie 4.7. Informatie over de pagina voor firmwareversie V450 en V460 vindt u in Velden van de webpagina Terminal voor firmwareversie V450 en V460.

Tabel 3. Velden van de webpagina Terminal

Veld

Inhoud

Beschrijving

IPEI

Reeks van 10 tekens

Bevat het IPEI-nummer (International Portable Equipment Identity) van de handset. Elke handset heeft een uniek IPEI-nummer en dit nummer wordt vermeld op het etiket onder de handsetbatterij en op het etiket van de handsetdoos.

Als u dit veld wijzigt, wordt registratie van de handset ongedaan gemaakt.

Gekoppelde terminal

Waarden:

  • Geen gekoppelde terminal

  • Handset-id

Geeft de terminal aan die is gekoppeld met de handset.

AC

Code van 4 cijfers

Geeft de toegangscode die is gebruikt om de handset te registreren. Nadat de handset is geregistreerd, wordt deze code niet gebruikt.


 

We raden aan dat u de standaardwaarde wijzigt wanneer u uw systeem begint in te stellen, voor betere beveiliging.

Noodlijn

Waarden:

  • Geen noodlijn geselecteerd

  • Telefoonnummer

Geeft de lijn aan die moet worden gebruikt voor noodoproepen.

Alarmnummer

Telefoonnummer

Geeft het nummer aan dat moet worden gekozen wanneer een gebruiker gedurende drie seconden of langer drukt op de knop Nood op de handset.

Toestellen

VoIP Idx

Dit veld is Alleen-lezen.

Geeft het volgnummer van de handset.

Toestel

Dit veld is Alleen-lezen.

Geeft de geconfigureerde toestelnaam weer.

Het toestelnummer moet worden geconfigureerd op de SIP-server voordat de handset gesprekken kan starten en ontvangen.

Weergavenaam

Dit veld is Alleen-lezen.

Geeft het telefoonnummer aan.

Deze informatie wordt op het hoofdscherm van de handset weergegeven.

Server

Dit veld is Alleen-lezen.

Duidt op het adres van de SIP-server of het gespreksbeheersysteem.

Serveralias

Dit veld is Alleen-lezen.

Bevat de naam van het gespreksbeheersysteem.

Status

Dit veld is Alleen-lezen.

Geeft de status van de SIP-registratie aan. Als het veld leeg is, heeft de handset geen SIP-registratie.

Lokale telefoonlijst importeren

Bestandsnaam

Wordt gebruikt om een lokale telefoonlijst vanaf een computer naar de telefoon te uploaden in de .csv-indeling (door komma's gescheiden).

Lokale telefoonlijst exporteren

Wordt gebruikt om een lokale telefoonlijst vanaf een telefoon naar de computer te exporteren in de .csv-indeling (door komma's gescheiden).

Velden van de webpagina Terminal voor firmwareversie V450 en V460

Dit zijn de velden die worden weergegeven op de webpagina Terminal van het basisstation. Klik op het IPEI-nummer van de handset op de pagina Toestelnummers om dit scherm weer te geven.

De pagina wordt weergegeven in de weergaven voor beheerders en gebruikers. Niet alle velden zijn beschikbaar in de weergave voor gebruikers.

Deze sectie is van toepassing op firmwareversie V450 en V460. Informatie voor firmwareversie 4.7 vindt u in Velden van de webpagina Terminal.

Tabel 4. Velden van de webpagina Terminal

Veld

Inhoud

Beschrijving

IPEI

Reeks van 10 tekens

Bevat het IPEI-nummer (International Portable Equipment Identity) van de handset. Elke handset heeft een uniek IPEI-nummer en dit nummer wordt vermeld op het etiket onder de handsetbatterij en op het etiket van de handsetdoos.

Als u dit veld wijzigt, wordt registratie van de handset ongedaan gemaakt.

Gekoppelde terminal

Waarden:

  • Geen gekoppelde terminal

  • Handset-id

Geeft de terminal aan die is gekoppeld met de handset.

AC

Code van 4 cijfers

Geeft de toegangscode die is gebruikt om de handset te registreren. Nadat de handset is geregistreerd, wordt deze code niet gebruikt.


 

We raden aan dat u de standaardwaarde wijzigt wanneer u uw systeem begint in te stellen, voor betere beveiliging.

Noodlijn

Waarden:

  • Geen noodlijn geselecteerd

  • Telefoonnummer

Geeft de lijn aan die moet worden gebruikt voor noodoproepen.

Alarmnummer

Telefoonnummer

Geeft het nummer aan dat moet worden gekozen wanneer een gebruiker gedurende drie seconden of langer drukt op de knop Nood op de handset.

Batterij- en RSSI-status

Batterijniveau

Percentage

Veld alleen-lezen

Geeft het huidige laadniveau van de handsetbatterij weer.

RSSI

Veld alleen-lezen

Hier wordt de indicator voor de ontvangen signaalsterkte (RSSI) voor het verbonden basisstation of de verbonden repeater weergegeven.

Gemeten tijd [mm:ss]

Veld alleen-lezen

Hier wordt de tijd in minuten en seconden weergegeven sinds de batterij- en de RSSI-informatie van de handset zijn vastgelegd.

Gevonden

Veld alleen-lezen

Hier wordt het verbonden basisstation of de verbonden versterker aangegeven waarmee de handset communiceert.

Lokale telefoonlijst importeren

Bestandsnaam

Wordt gebruikt om een lokale telefoonlijst vanaf een computer naar de telefoon te uploaden in de .csv-indeling (door komma's gescheiden).

Lokale telefoonlijst exporteren

Wordt gebruikt om een lokale telefoonlijst vanaf een telefoon naar de computer te exporteren in de .csv-indeling (door komma's gescheiden).

Handsetregistratie starten

Nadat u een of meer handsets hebt geconfigureerd op het basisstation, kunt u het basisstation het registratieproces laten starten. Het basisstation wacht totdat het registratieberichten ontvangt van de handsets om de communicatielus te voltooien.

U kunt alle handsets tegelijkertijd registreren of dit één voor één doen.

Voordat u begint

Maak verbinding met de webpagina van het basisstation zoals beschreven in Aanmelden bij de beheerwebpagina.

Het basisstation moet verbinding hebben met het netwerk en het groene lampje moet branden.

1

Op de pagina Toestelnummers schakelt u de selectievakjes in naast de nieuwe handsets die moeten worden geregistreerd.

2

Klik op Terminal registreren.

3

Vink de selectievakjes aan voor de handsets in de kolom Toestelnummer.

4

Klik op SIP-registratie(s) starten.

Volgende stappen

De handset verbinden met het basisstation

Voordat u gesprekken kunt plaatsen, dient u de handset te configureren om verbinding te maken met een basisstation. U moet mogelijk de toegangscode invoeren die u hebt gekregen van uw beheerder. Wanneer de registratie van de handset is gelukt, geeft de handset de juiste datum, tijd, gebruikersnaam en telefoonnummer weer.

Voordat u begint

De handsetbatterij moet zijn geplaatst en opgeladen.

1

Schakel de handset in. Zie Uw handset inschakelen.

2

Druk op Menu.

3

Selecteer Verbinding > Registreren.

4

Markeer een lege rij in het scherm en druk op Selecteren.

5

(Optioneel) Voer de toegangscode in het veld AC in.

6

Druk op OK.

Uw handset inschakelen

Houd Aan/einde ingedrukt tot het scherm wordt ingeschakeld.