U kunt alle ruimte-instellingen bewerken, behalve de algemene ruimte.

Als u echter lid bent van een gemodereerde ruimte, kunt u de ruimte-instellingen alleen weergeven en deze niet bewerken.

Ondersteunde grafische indelingen en groottes

U kunt veel algemene grafische indelingen gebruiken voor uw foto: .jpg, .png, .gif of .bmp. Het bestand moet echter wel onder de 10 MB zijn.

1

Ga naar Berichten en selecteer een ruimte.

2

Klik op Informatie over ruimte en klik vervolgens op Instellingen voor ruimte bewerken.

Als de ruimte wordt beheren, ziet u Ruimte-instellingen weergeven en kunt u geen wijzigingen aanbrengen.

3

Ga naar Afbeelding van ruimte en klik op Afbeelding uploaden om een nieuwe afbeelding te uploaden of op Afbeelding wijzigen om een bestaande afbeelding van een ruimte te wijzigen.

4

Klik op de naam van de ruimte om de naam van de ruimte te wijzigen.

5

Een omslagafbeelding kiezen: selecteer een omslagafbeelding voor de ruimte.

6

Wanneer u uw wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op Opslaan.

1

Ga naar berichten en selecteer een ruimte.

2

Tik op het activiteitenmenu , tik op Info en tik vervolgens op de afbeelding van de ruimte.

3

Tik op Bewerken om een afbeelding van een ruimte toe te voegen en kies Foto maken of Bestaande foto kiezen.

4

Tik op de naam van de ruimte en voer een nieuwe naam van de ruimte in.

5

Tik op Klaar om uw wijzigingen op te slaan.

Wanneer u de naam van een ruimte wijzigt, wordt de vorige naam weergegeven als een notitie in het berichtgedeelte. U ziet dus de geschiedenis van de naam van de ruimte.

1

Ga naar berichten en selecteer een ruimte.

2

Tik op het activiteitenmenu en tik op Informatie .

3

Tik op het ruimtepictogram en tik vervolgens op Ruimteafbeelding selecteren om een nieuwe afbeelding te kiezen, de afbeelding bij te snijden en tik op Opslaan.

4

Als u de naam van de ruimte wilt wijzigen, tikt u op de naam van de ruimte en typt u de nieuwe naam.

Wanneer u de naam van een ruimte wijzigt, wordt de vorige naam weergegeven als een notitie in het berichtgedeelte. U ziet dus de geschiedenis van de naam van de ruimte.

1

Ga naar Berichten en kies een ruimte in de lijst met ruimte.

2

Open de instellingen voor de ruimte en klik op Ruimte-instellingenbewerken.

3

Als u de naam van de ruimte wilt bijwerken, klikt u op de naam en typt u een nieuwe naam. Als u de ruimtefoto niet wilt instellen, klikt u op Klaar.

4

Als u een foto van de ruimte wilt instellen, klikt u op de ruimtefoto.

Als de ruimtefoto niet is ingesteld, is de ruimtefoto de cirkel waarin de initialen van de ruimte staan.

5

Als de ruimte al een foto heeft, klikt u op Ruimtefoto uploaden om de foto te wijzigen. Als u niet meer wilt dat de ruimte een foto heeft, klikt u op Foto verwijderen om de ruimtefoto te verwijderen. Als er geen foto is ingesteld in de ruimte, wordt u gevraagd een foto te uploaden zonder op Ruimtefoto uploaden teklikken.

6

Klik op Gereed.