Bluetooth-menu
U kunt een Bluetooth® -headset gebruiken met uw handset. Als u de headset wilt gebruiken, moet u Bluetooth inschakelen en de headset met de handset koppelen.
Bluetooth en uw handset
Bluetooth-verbindingen werken het beste wanneer u zich binnen 1 tot 2 meter (3 tot 6 voet) van uw handset bevindt, maar u kunt mogelijk wel 20 meter (66 voet) verwijderd zijn. De Bluetooth-verbinding kan slechter worden als zich tussen uw handset en het aangesloten apparaat een barrière (muur, deur, raam), een groot metalen voorwerp of andere elektronische apparaten bevinden.
Bluetooth inschakelen
U kunt een Bluetooth® -headset gebruiken met uw handset. Bluetooth is standaard uitgeschakeld. Wanneer Bluetooth is ingeschakeld, gebruikt de handset meer stroom van de batterij.
Als Bluetooth is ingeschakeld, wordt het Bluetooth-pictogram weergegeven in de koptekst van het scherm. Het pictogram verandert wanneer u een Bluetooth-hoofdtelefoon aan de handset hebt gekoppeld.
1 |
Druk op Menu . |
2 |
Selecteer . |
3 |
Druk op Ja om Bluetooth in te schakelen of op Nee om Bluetooth uit te schakelen. |
Een Bluetooth-apparaat zoeken en koppelen
U kunt een lijst met gekoppelde Bluetooth® -apparaten weergeven.
1 |
Druk op Menu . |
2 |
Selecteer . |
3 |
Markeer uw headset in de lijst en druk op Selecteren. |
De gekoppelde Bluetooth-apparaten beheren
1 |
Druk op Menu . |
2 |
Selecteer . |
3 |
Markeer de headset die u wilt beheren en voer een van de volgende acties uit:
|