Gebruik Control Hub om het camera-overzicht te bekijken en de apparaatfirmware te beheren.
Cisco Desk Camerawordt automatisch weergegeven in deControl Hubinventaris wanneer deze verbinding maakt metWebex-appofWebex-appvoor VDI . U kunt de details van camera-overzicht weergeven en de firmware voor de geïmplementeerde camera's beheren.
Cisco-bureaucamera 1080pbiedt geen ondersteuning voorWebex-appvoor VDI op Linux of macOS. |
Als beheerder kunt u individuele camera's bekijken en sorteren inControl Hub.
Elke camerapagina toont het cameramodel, het serienummer, de firmwareversie, de verbindingsstatus en hoe lang de camera is verbonden. U kunt ook de camera-instellingen bekijken.
1 | Ga vanuit de klantweergave in Control Hub naar Apparaten. |
2 | Zoek uw camera in het overzicht. |
3 | Klik in de resultaten op uw camera om de apparaatpagina te openen waar u meer details kunt bekijken. |
4 | Als u de camera-instellingen wilt bekijken, klikt u op Alle configuraties op de camerapagina. U kunt alleen het firmwarekanaal voor uw camera wijzigen. De anderen geven de gebruikersinstellingen weer en zijn alleen-lezenControl Hub. |
Als beheerder kunt u het firmwarekanaal opgeven dat de geïmplementeerde apparaten moeten gebruiken. Als u nieuwe camerafirmware implementeert in een specifiek kanaal, worden de gebruikers in dat kanaal gevraagd hun camera bij te werken.
U kunt het firmwarekanaal voor één apparaat of voor een groep apparaten opgeven.
Als u het firmwarekanaal voor een individuele camera moet wijzigen, volgt u deze stappen:
1 | Ga vanuit de klantweergave in Control Hub naar Apparaten. |
2 | Klik op het camera-apparaat in het overzicht om de camerapagina te openen. |
3 | Klik op Alle configuraties op de kaart Configuraties . |
4 | Klik op Firmware > kanaal. |
5 | Selecteer een firmwarekanaal in het vervolgkeuzemenu. |
6 | Klik op Opslaan. |
Maak uw werk eenvoudiger en efficiënter door een firmwarekanaal op meerdere camera's tegelijk toe te passen.
1 | Ga vanuit de klantweergave in Control Hub naar Apparaten. |
2 | Selecteer uw apparaten in het apparaatinventarisatie. |
3 | Klik op Bewerken. |
4 | Selecteer Apparaatconfiguraties in het rechterpaneel. |
5 | Selecteer Firmware en selecteer een firmwarekanaal in het vervolgkeuzemenu. |
6 | Klik op Volgende. Op de bevestigingspagina kunt u zien hoeveel apparaten de nieuwe instelling gebruiken. |
7 | Controleer uw wijzigingen en klik op Toepassen. |