Zodra PLAR op een lijn is geconfigureerd, werkt bellen via E911 niet meer vanaf die lijn. Telefoons die zijn ingesteld met de PLAR-functie kunnen geen andere nummers bellen vanaf de lijn die is geconfigureerd voor PLAR.

Een hotline configureren voor ATA

Voordat u begint

Als u PLAR inschakelt voor een poort, wordt T.38 uitgeschakeld.

1

Meld u aan bij Control Hub, ga naar Werkplekken > Apparaten.

2

Zoek en selecteer de gebruiker die u wilt wijzigen.

3

Klik op Lijnen configureren vanuit telefoongebruikers en -instellingen.

4

Schakel de hotline-poort in om een hotline voor het apparaat in te schakelen.

U kunt geen hotline configureren in dezelfde poort die een T.38 gebruikt.

5

Voer het toestelnummer of telefoonnummer in dat automatisch moet worden gekozen wanneer het apparaat van de haak wordt genomen.

6

Klik op Opslaan.

Hotline configureren voor bureautelefoons

Een hotline kan alleen worden geconfigureerd op een bureautelefoon als de primaire lijn is geconfigureerd als een hotline.

Zodra een primaire lijn is geconfigureerd als een hotline, worden de gedeelde lijnen ook opnieuw geconfigureerd als hotlines.

1

Ga vanuit de klantweergave in https://admin.webex.com naar Werkplekken > Apparaten.

2

Zoek en selecteer de gebruiker die u wilt wijzigen.

3

Klik op Lijnen configureren vanuit telefoongebruikers en -instellingen.

4

Schakel de hotline-poort in om de hotline voor het apparaat in te schakelen.

5

Voer het toestelnummer of telefoonnummer in dat automatisch moet worden gekozen wanneer het apparaat van de haak wordt genomen.

Stel de bestemming in op een nummer dat handmatig is ingevoerd of dat is geselecteerd uit bestaande toestellen en telefoonnummers.

Gebruik toestellen voor bestemmingen op dezelfde locatie als het apparaat. Anders geeft u het volledige E.164-nummer of de locatiecode met toestel van de bestemming op om de gesprekken correct te routeren.

6

Klik op Opslaan.