Snelkiesgesprekken

Als u vaak naar specifieke telefoonnummers belt, kunt u snelkiesnummers op uw handset instellen. Met de snelkiesnummers kunt u op een toets drukken in plaats van het telefoonnummer in te voeren. U kunt tot 8 snelkiesnummers instellen.

Een snelkiesnummer toewijzen

U kunt een snelkiesnummer aan een contactpersoon toewijzen. U wijst snelkiesnummers toe aan de nummers 2 tot en met 9. Invoer 1 wordt gebruikt voor uw snelkiesnummer naar voicemail.

Voordat u begint

U hebt ten minste één contactpersoon in uw lijst met contactpersonen nodig.

1

Druk op Contactpersonen.

2

Markeer de contactpersoon.

3

Druk op Meer.

4

Selecteer Snelkeuze.

5

Als u geen vrije snelkiesnummers hebt, markeert u een nummer dat u niet nodig hebt en drukt u op verwijderen.

6

Markeer een lege snelkiesindex en druk op Toevoegen.

7

Druk op aan/einde .

Snelkiesnummers

Wanneer u een nummer op uw telefoon kiest, voert u een reeks cijfers in. Als u een snelkeuzenummer instelt, moet het snelkeuzenummer alle cijfers bevatten die u nodig hebt om het gesprek te plaatsen. Als u bijvoorbeeld een 9 moet kiezen om een buitenlijn te krijgen, voert u het nummer 9 in en vervolgens het nummer dat u wilt kiezen.

U kunt ook andere gekozen cijfers aan het nummer toevoegen. Voorbeelden van aanvullende cijfers zijn een toegangscode voor een vergadering, een toestelnummer, een voicemailwachtwoord, een autorisatiecode en een factureringscode.

De kiesreeks kan de volgende tekens bevatten:

  • 0 tot 9

  • Hekje (#)

  • Sterretje (*)

  • Komma (,): dit is het onderbrekingsteken en zorgt voor een vertraging van 2 seconden bij het kiezen. U mag meerdere komma's achter elkaar gebruiken. Twee komma's (,,) staan bijvoorbeeld voor een pauze van 4 seconden.

De regels voor kiesreeksen zijn:

  • Gebruik de komma om delen van de kiesreeks te scheiden.

  • Een autorisatiecode moet altijd voorafgaan aan een factureringscode in de snelkeuzereeks.

  • Er moet een enkele komma staan tussen de autorisatiecode en de factureringscode in de reeks.

  • Een snelkieslabel is vereist voor snelkiesnummers met autorisatiecodes en extra cijfers.

Probeer voordat u het snelkiesnummer configureert ten minste één keer de cijfers handmatig te kiezen om ervoor te zorgen dat de cijferreeks correct is.

De autorisatiecode, factureringscode of extra cijfers van het snelkiesnummer worden niet opgeslagen in de gespreksgeschiedenis. Als u op Opnieuw kiezen drukt nadat u bent verbonden met een snelkiesbestemming, krijgt u het verzoek handmatig de eventueel benodigde autorisatiecode, factuurcode of extra cijfers in te voeren.

Voorbeeld

Als u een snelkiesnummer wilt instellen om een persoon te bellen op een specifiek toestel en als u een autorisatiecode en factureringscode nodig hebt, moet u rekening houden met de volgende vereisten:

  • U moet 9 kiezen voor een buitenlijn.

  • U wilt 5556543 bellen.

  • U moet de autorisatiecode 1234 invoeren.

  • U moet de factureringscode 9876 invoeren.

  • U moet 4 seconden wachten.

  • Als het gesprek is verbonden, moet u het toestelnummer 56789# kiezen.

In dit scenario is het snelkiesnummer 95556543,1234,9876,,56789#.

Bellen met een snelkeuzenummer

Nadat u het snelkiesnummer hebt ingesteld, zoals wordt beschreven in Een snelkiesnummer toewijzen, kunt u een oproep plaatsen met het snelkiesnummer. Snelkiesindexen zijn de cijfers 2 tot en met 9.

Voorbeeld

Als uw thuisnummer in uw lokale contactpersonen staat, kunt u snelkiesindex 9 aan dit nummer toewijzen. Als u vervolgens de toets 9 ingedrukt houdt, kiest de handset automatisch uw thuisnummer.

Voordat u begint

U hebt de snelkiesindex voor de contactpersoon nodig.

1

Houd het cijfer dat overeenkomt met de snelkiesindex ingedrukt.

2

Laat de toets los wanneer het gesprek begint te kiezen.

Uw snelkieslijst bekijken

1

Druk op Menu .

2

Selecteer F-toetsen.

3

Druk op Meer.

4

Selecteer Snelkeuze.