Een beheerder kan een apparaat zo configureren dat een schone videostream wordt uitgevoerd door deze in te stellen op de modus broadcasten. In deze modus worden de indicatoren, meldingen en besturingselementen verwijderd, maar de labels voor de naam van de deelnemers en de dempingsindicatoren worden nog steeds weergegeven.
De modus broadcasten is bedoeld voor Broadcasting- en opnameservices waarbij u alleen de video aan uw kijkers wilt doorgeven. Zij zullen niet de pictogrammen, besturingselementen en berichten zien die normaal gesproken alleen bedoeld zijn voor de persoon in de kamer.
Een apparaat instellen op de modus broadcasten:
1 | Meld u aan bij de lokale webinterface van het apparaat. |
2 | Ga naar Instellingen > Configuraties. |
3 | Blader omlaag en selecteer Gebruikersinterface. |
4 | Blader naar OSD > Modus en selecteer Onbelemmerd. Als het apparaat is ingesteld op automatisch (standaard), wordt het in de normale modus uitgevoerd en worden de indicatoren, meldingen en besturingselementen op de gebruikelijke manier in de videostream opgenomen. |