Praktijklab-beheer

Met het Praktijklab-beheer kunt u het volgende:

  • Nieuwe labs maken

  • Bestaande labs bewerken

  • Labs verwijderen

  • Lab-planningen bekijken

  • Computers instellen voor Praktijklab-sessies

  • Computers verplaatsen naar andere labs

  • Computers verwijderen uit een lab

  • Verbinding maken met beschikbare labcomputers

  • De verbinding verbreken met computers met een actieve sessie

  • De status van een computer weergeven

  • Praktijklab-gebruiksrapporten maken

Aanmelden

Alleen gebruikers met beheerdersrechten kunnen zich aanmelden bij Praktijklab-beheer. Als u vragen hebt over gebruikersaccounts, neemt u contact op met de beheerder van uw Cisco Webex Training-site.

1

Ga naar het beheerdersgedeelte van de Praktijklab-website.

De URL voor uw site heeft de volgende indeling, waarbij your_company de merknaam voor uw Webex Training-site is.

http://your_company.webex.com/your_company/labadmin.php

Neem contact op met uw systeembeheerder als u geen Lab-beheerders fout ziet.

Systeembeheerders kunnen Lab-beheerdersrechten toewijzen:

2

Voer op de aanmeldingspagina uw gebruikersnaam in het vak Gebruikersnaam in.

3

Typ uw wachtwoord in het vak Wachtwoord.

4

Klik op Aanmelden.

Afmelden

1

Klik op de navigatiebalk op Afmelden.

2

Klik in het dialoogvenster dat verschijnt op OK.

De pagina Labs beheren

De pagina Labs beheren wordt weergegeven als u op Labs beheren op de navigatiebalk klikt. Deze pagina toont alle bestaande labs. U kunt een nieuw lab maken of een bestaand lab selecteren om dit lab te wijzigen of te verwijderen. Ook kunt u de planning van een geselecteerd lab bekijken.

De volgende tabel bevat de kolommen die op de pagina verschijnen en een beschrijving van elke kolom.

Tabel 1. pagina Labs beheren

Kolom

Beschrijving

Lab-naam

De naam van het lab (opgegeven door de labbeheerder)

Trainingsmanager maakt automatisch een lab met de naam Onderhoudsruimte. Gebruik dit lab om labcomputers waarvoor onderhoud of reparatie nodig is, in op te slaan. U kunt de Onderhoudsruimte niet wijzigen of verwijderen.

Beschrijving

De beschrijving van het lab (opgegeven door de labbeheerder)

Totaal aantal computers

Het aantal aanwezige computers in een lab

Computers met actieve sessie

Het aantal aanwezige computers in een lab met actieve sessies

Lab-planning

Overeenkomstige koppelingen naar de planning voor elk lab

Een nieuw lab maken

Als u Praktijklab wilt instellen, moet u eerst een lab maken waarin de Praktijklab-computers worden geplaatst. Nadat u een nieuw lab hebt gemaakt, kan dit lab door de host van een trainingssessie worden geselecteerd om een Praktijklab-sessie in uit te voeren. Het nieuwe lab wordt op de pagina Praktijklab weergegeven als de host op Praktijklab klikt op de navigatiebalk van uw Webex Training-website.

1

Meld u aan bij het beheerdersgedeelte van de Praktijklab-website.

2

Klik op de navigatiebalk op Labs beheren.

3

Klik op de pagina Labs beheren op Nieuw lab maken.

4

Voer op de pagina Nieuw lab maken in het vak Labnaam een naam voor het nieuwe lab in.

5

(Optioneel) Voer in het vak Labbeschrijving een beschrijving voor het lab in.

De beschrijving verschijnt op de pagina Labs beheren en op de pagina Labgegevens.

6

Klik op Toevoegen.

Een lab bewerken

Nadat u een nieuw lab hebt gemaakt, kunt u de naam of beschrijving van het lab aanpassen.

U kunt het lab Onderhoudsruimte niet wijzigen.

1

Klik op de navigatiebalk op Labs beheren.

2

Schakel op de pagina Labs beheren het selectievakje in naast de naam van het lab dat u wilt bewerken.

3

Klik op Lab bewerken.

4

U wijzigt de naam van een lab door op de pagina Lab bewerken een nieuwe naam in te voeren in het vak Labnaam.

5

U voegt een beschrijving voor het lab toe of u wijzigt deze door op de pagina Lab bewerken een nieuwe beschrijving in te voeren in het vak Lab-beschrijving.

6

Klik op Bijwerken.

Een lab verwijderen

Nadat u een lab hebt verwijderd, kan het lab niet meer worden gebruikt om een Praktijklab-sessie in uit te voeren.

U kunt het lab Onderhoudsruimte niet verwijderen.

Voordat u begint

Verwijder alle te verwijderen computers uit het lab.

1

Klik op de navigatiebalk op Labs beheren.

2

Schakel het selectievakje in naast de naam van het lab dat u wilt verwijderen.

3

Klik op Lab verwijderen.

Als het lab dat u wilt verwijderen nog computers bevat, verschijnt er een foutbericht dat u eerst de computers moet verwijderen. Anders verschijnt een bevestigingsdialoogvenster.

4

Klik in het bevestigingsdialoogvenster op OK.

Labplanningen bekijken

Met labplanningen kunt u bijhouden welke labs en computers zijn gereserveerd voor trainingssessies.

1

Klik op de navigatiebalk op Labs beheren.

2

Klik op Planning bekijken naast het lab dat u wilt bekijken.

Als u een labplanning wilt bekijken vanaf de pagina Labgegevens klikt u op de naam van het lab en vervolgens op het agendapictogram.

3

Wijs op de pagina Labplanning naar een tijdvak om gegevens van de labplanning te bekijken.

4

Klik op Sluiten als u klaar bent.

Labcomputers beheren

Met Praktijklab kunt u de volgende beheertaken voor labcomputers uitvoeren:

  • Computers instellen in labs

  • Computers verplaatsen naar een lab

  • Computers verwijderen uit een lab

  • Verbinding met een computer maken of deze verbreken

  • De status van een computer weergeven

Systeemvereisten voor lokale en externe computers

Met Webex Access Anywhere kunt u op afstand toegang krijgen tot een computer via een andere computer, die is verbonden met internet. Installeer de Access Anywhere-agent op alle computers in het Praktijklab en op alle computers die toegang hebben tot het lab.

Voordat u een computer instelt voor Access Anywhere, moet u ervoor zorgen dat elk externe computer en de lokale computer voldoen aan de minimale systeemvereisten voor WebEx meetings Suite.

Een computer instellen voor Praktijklab

Installeer de Access Anywhere-agent om een computer in te stellen. Nadat u een computer in een lab hebt ingesteld, hoeft u zich niet als beheerder aan te melden om Access Anywhere te gebruiken.

Een computer kan slechts bij één lab horen. Als u een computer al in één lab hebt ingesteld en u dezelfde computer in een tweede lab instelt, wordt de computer van het eerste naar het tweede lab verplaatst.

Voordat u begint

  • U hebt het lab waarin u de computer wilt instellen, al gemaakt.

  • Als de Access Anywhere-agent al op de in te stellen computer is geïnstalleerd, verwijdert u de Access Anywhere-agent en start u de computer opnieuw op.

1

Klik op de navigatiebalk op Labs beheren.

2

Klik op de pagina Labs beheren op de naam van het lab waarin u de computer wilt instellen.

3

Klik op de pagina Labgegevens op Computer instellen.

Als de Access Anywhere-agent al op de in te stellen computer is geïnstalleerd, wordt u tijdens het instellen gevraagd de Access Anywhere-agent te verwijderen.

4

Klik op Volgende om het instellen te vervolgen.

Als u wordt gevraagd een bestaande installatie van de Access Anywhere-agent te verwijderen, klikt u op OK om het instellen af te sluiten.

Nadat u de vorige installatie van Access Anywhere hebt verwijderd, begint deze procedure weer bij stap 1.

5

Volg de aanwijzingen van de Webex Access Anywhere-configuratiewizard door gegevens in te voeren en opties in te stellen op de volgende schermen:

Gedeelte

Beschrijving

Accountgegevens

Geef een naam voor de bijnaam op voor de computer en voer het wachtwoord in dat u gebruikt om u aan te melden bij uw Webex Training-site.

Opties

Stel in welke opties actief moeten worden als u probeert op afstand toegang te krijgen tot de computer. Als u werkt met Access Anywhere, kunt u al deze opties wijzigen. Als u niet zeker weet welke opties u moet selecteren, accepteert u de standaardinstellingen.

Toepassingen

Selecteer welke specifieke toepassingen u wilt kunnen openen op de externe computer. Eventueel kunt u het gehele bureaublad van de externe computer toegankelijk maken.

Verificatie

Stel in welke beveiligingsopties u wilt gebruiken als u op afstand toegang probeert te krijgen tot de computer. U kunt hiervoor kiezen uit de volgende methoden:

  • Toegangscodeverificatie: hierbij voert u een toegangscode in op een internetpagina.

  • Telefonische verificatie: hierbij ontvangt u een telefoontje op een door uzelf opgegeven telefoonnummer en toetst u een pincode in.

6

Klik op Volgende.

7

Klik in het venster Instellen voltooid op Voltooien om de agent op uw computer te installeren.

De status van een computer bekijken

Op de pagina Labgegevens wordt een overzicht weergegeven van computers die voor het betreffende lab zijn ingesteld.

1

Klik op de navigatiebalk op Labs beheren.

2

Klik op de pagina Labs beheren op de labnaam.

3

Zoek op de pagina Labgegevens de computer waarvan u de status wilt controleren.

De status van de computer verschijnt in de kolom Status.

Beschrijvingen van de computerstatus

Status

Beschrijving

Beschikbaar

De computer is beschikbaar voor verbinding. Klik op Verbinden om de Praktijklab-computer te besturen.

Sessie actief

De computer wordt momenteel gebruikt in een Praktijklab-sessie. Klik op Sessie actief om de sessie-informatie weer te geven.

Offline

De computer is niet verbonden en is niet beschikbaar.

Geblokkeerd

De computer is geblokkeerd en is niet beschikbaar voor verbinding.

Een computer verplaatsen

U kunt een computer verplaatsen naar een ander lab als de computer niet is gereserveerd en geen actieve sessie heeft. U kunt voorkomen dat een computers wordt gereserveerd door deze te verplaatsen naar de Onderhoudsruimte. De Onderhoudsruimte is een opslagruimte voor computers die moeten worden gerepareerd of geüpgraded of waarvoor ander onderhoud nodig is.

Nadat u een computer hebt verplaatst, verschijnt deze in de lijst met computers in het nieuwe lab.

1

Klik op de navigatiebalk op Labs beheren.

2

Klik op de pagina Labs beheren op de naam van het lab waaruit een computer wilt verplaatsen.

3

Schakel op de pagina Labs beheren het selectievakje in naast de naam van de computer die u wilt verplaatsen.

4

Klik op Verplaatsen naar.

5

Selecteer in het dialoogvenster Computers verplaatsen in de vervolgkeuzelijst Verplaatsen naar het lab waarnaar u de computer wilt verplaatsen.

6

Klik op OK om de computer naar het nieuwe lab te verplaatsen.

Een computer verwijderen uit een lab

U kunt een computer met de status Beschikbaar op elk moment uit een lab verwijderen. Nadat u een computer hebt verwijderd, wordt deze niet meer weergegeven op de pagina Praktijklab en is deze niet meer beschikbaar voor een Praktijklab-sessie.

U kunt een computer die is gereserveerd of de status Sessie actief heeft, niet verwijderen.

1

Klik op de navigatiebalk op Labs beheren.

2

Klik op de pagina Labs beheren op de koppeling naar het lab waarin zich de te verwijderen computer bevindt.

3

Schakel op de pagina Labs beheren het selectievakje in naast de naam van elke computer die u wilt verwijderen.

4

Klik op Verwijderen.

5

Klik op OK om te bevestigen dat u de computer(s) wilt verwijderen.

Verbinding maken met een beschikbare computer

Op de pagina Labs beheren kunt u verbinding maken met beschikbare computers en deze beheren. Wanneer u verbinding maakt met een beschikbare computer, kunt u hierop geen Praktijklab-sessie uitvoeren.

1

Klik op de navigatiebalk op Labs beheren.

2

Klik op de pagina Labs beheren op de naam van het lab met de computer.

3

Klik op de pagina Labgegevens op Verbinden naast de computer waarmee u verbinding wilt maken.

De verbinding met een computer verbreken

U kunt de verbinding van computers met de status Sessie actief niet verbreken. Als u de verbinding met een computer verbreekt, eindigt de Access Anywhere-sessie en wijzigt de status van de computer in Beschikbaar. De computer is dan weer beschikbaar voor een Praktijklab-sessie.

1

Klik op de navigatiebalk op Labs beheren.

2

Klik op de pagina Labs beheren op de naam van het lab met de computer.

3

Klik op de pagina Labgegevens op Verbinden verbreken naast de computer waarvan u de verbinding wilt verbreken.

Een Praktijklab-gebruiksrapport maken

U kunt Praktijklab-gebruiksrapporten maken en weergeven van de afgelopen drie maanden als deze optie beschikbaar is op uw Praktijklab-website.

Voordat u begint

The superbeheerder moet de optie Praktijklab-rapport inschakelen, anders wordt de koppeling Rapporten niet weergegeven.

1

Klik op de navigatiebalk op Rapporten.

2

Selecteer in de vervolgkeuzelijst Lab selecteren het lab waarvoor u het rapport wilt maken.

3

Selecteer in vervolgkeuzelijsten Van en Naar de begin- en einddatum van de periode waarvan u het gebruiksrapport wilt weergeven.

4

Selecteer in de vervolgkeuzelijst Resultaten sorteren op hoe u de zoekresultaten wilt sorteren.

5

Selecteer Rapport weergeven.

Gebruikelijke inhoud van een Praktijklab-gebruiksrapport

Een Praktijklab-gebruiksrapport bevat normaal gesproken de volgende gegevens. U kunt de gegevens sorteren door op de kolomkoppen te klikken.

Tabel 2. rapportinhoud

Kolom

Beschrijving

Lab

De naam van het lab waar de computer zich bevindt

Gebruikersnaam

De gebruikers-id van de Webex-gebruiker

Volledige naam

De volledige naam van de gebruiker

Computernaam

De naam van de externe computer

Statuswijziging

De statuswijzigingen van de externe computer tijdens de geselecteerde periode (Beschikbaar, Sessie actief, Geblokkeerd of Offline)

Wijzigen op

Het tijdstip waarop de status is gewijzigd

Duur

De tijdsduur dat de computer zich in deze status bevond

Client-IP-adres

IP-adres van de clientcomputer, dat wil zeggen de computer die is verbonden met de externe computer (alleen geldig voor de status Sessie actief)