Ander audiovolume configureren

U kunt de volume-instellingen configureren in de webinterface van de telefoon.

U kunt de parameters ook configureren in het configuratiebestand voor de telefoon met XML-code (cfg.xml). Zie de syntaxis van de reeks in de volgende tabel met Parameters voor audiovolume voor meer informatie over het configureren van de parameters.

1

Open de beheerwebpagina van de telefoon.

2

Selecteer Spraak > Gebruiker.

3

Configureer in de sectie Audiovolume het volumeniveau voor audioparameters zoals wordt beschreven in de volgende tabel met Parameters voor audiovolume.

4

Klik op Submit All Changes.

In de volgende tabel wordt een definitie gegeven voor de functie en het gebruik van audiovolumeparameters in de sectie Audiovolume op het tabblad Spraak > Gebruiker in de telefoonwebinterface. Hij definieert ook de syntaxis van de string die aan het telefoonconfiguratiebestand is toegevoegd met XML-code (cfg.xml) om een parameter te configureren.

Tabel 1. Parameters voor audiovolume

Parameter

Beschrijving

Beltoonvolume

Hiermee wordt het standaardvolume voor de beltoon ingesteld.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML(cfg.xml) een tekenreeks in de volgende notatie in:

    <Ringer_Volume ua="rw">8</Ringer_Volume>
  • Voer op de telefoonwebpagina een geldige waarde in voor het beltoonvolume.

Toegestane waarden: een geheel getal tussen 0 en 15

Standaard: 9

Luidsprekervolume

Hiermee wordt het standaardvolume voor de luidsprekertelefoon ingesteld.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML(cfg.xml) een tekenreeks in de volgende notatie in:

    <Speaker_Volume ua="rw">11</Speaker_Volume>
  • Voer op de telefoonwebpagina een geldige waarde in voor het luidsprekervolume.

Toegestane waarden: een geheel getal tussen 0 en 15

Standaard: 11

Volume handset

Hiermee wordt het standaardvolume voor de handset ingesteld.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML(cfg.xml) een tekenreeks in de volgende notatie in:

    <Handset_Volume ua="rw">9</Handset_Volume>
  • Voer op de telefoonwebpagina een geldige waarde in voor het volume van de handset.

Toegestane waarden: een geheel getal tussen 0 en 15

Standaard: 10

Volume headset

Hiermee wordt het standaardvolume voor de headset ingesteld.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML(cfg.xml) een tekenreeks in de volgende notatie in:

    <Headset_Volume ua="rw">9</Headset_Volume>
  • Voer op de telefoonwebpagina een geldige waarde in voor het volume van de headset.

Toegestane waarden: een geheel getal tussen 0 en 15

Standaard: 10

Bluetooth-volume

Hiermee wordt het standaardvolume voor de Bluetooth-apparaat ingesteld.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML(cfg.xml) een tekenreeks in de volgende notatie in:

    <Bluetooth_Volume ua="rw">9</Bluetooth_Volume>
  • Voer op de telefoonwebpagina een geldige waarde in voor het Bluetooth-volume.

Toegestane waarden: een geheel getal tussen 0 en 15

Standaard: 9

Besturing Electronic HookSwitch

Hiermee schakelt u of de functie Electronic HookSwitch (EHS) in of uit. Nadat EHS is ingeschakeld, geeft de AUX-poort geen logboeken als uitvoer.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML(cfg.xml) een tekenreeks in de volgende notatie in:

    <Ehook_Enable ua="na">Yes</Ehook_Enable>
  • Voer op de telefoonwebpagina een geldige waarde in voor het EHS-volume.

Toegestane waarden: Ja|Nee

Standaard: Nee

De spraakcodecs configureren

Een codecresource wordt als toegewezen beschouwd als deze in de SDP-codeclijst van een actief gesprek is opgenomen, zelfs als deze uiteindelijk niet voor de verbinding wordt gekozen. Het onderhandelen over de optimale spraakcodec hangt soms af van het vermogen van de Cisco IP-telefoon om de naam van een codec te matchen met de naam van het far-end apparaat of de gateway-codec. Met de telefoon kan de netwerkbeheerder de verschillende codecs die worden ondersteund, individueel benoemen, zodat de juiste codec met de far-end apparatuur kan onderhandelen.

Cisco IP-telefoon ondersteunt spraakcodecprioriteit. U kunt maximaal drie gewenste codecs selecteren. De beheerder kan de voor elke lijn gebruikte codec met lage bitrate selecteren. G.711a en G.711u zijn altijd ingeschakeld.

U kunt de parameters ook configureren in het configuratiebestand voor de telefoon met XML-code (cfg.xml). Zie de syntaxis van de reeks in de volgende tabel met Parameters voor audiocodecs voor meer informatie over het configureren van de parameters.

1

Open de beheerwebpagina van de telefoon.

2

Selecteer Spraak > Toestel (n), waarbij n een toestelnummer is.

3

In het gedeelte Audioconfiguratie configureert u de parameters zoals is gedefinieerd in de volgende tabel met Parameters voor audiocodecs.

4

Klik op Submit All Changes.

In de volgende tabel wordt een definitie gegeven voor de functie en het gebruik van de spraakcodec-parameters in de sectie Audioconfiguratie op het tabblad Spraak > Toestel (n) in de telefoonwebinterface. Hij definieert ook de syntaxis van de tekenreeks die aan het telefoonconfiguratiebestand (cfg.xml) is toegevoegd met XML-code om een parameter te configureren.

Tabel 2. Parameters voor audiocodecs

Parameter

Beschrijving

Voorkeurscodec

Voorkeurscodec voor alle gesprekken. De werkelijke codec die in een gesprek wordt gebruikt, is nog steeds afhankelijk van het resultaat van het codeconderhandelingsprotocol.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML(cfg.xml) een tekenreeks in de volgende notatie in:

    <Preferred_Codec_1_ ua="rw">G711u</Preferred_Codec_1_>
  • Selecteer de gewenste codec in de lijst in de telefoonwebinterface.

Toegestane waarden: G711u|G711a|G729a|G722|G722.2|iLBC|iSAC|OPUS

Standaard: OPUS

Use Pref Codec Only (Alleen voorkeurscodec gebruiken)

Selecteer Nee om alle codes te kunnen gebruiken. Selecteer Ja om alleen de gewenste codes te kunnen gebruiken. Als u Ja selecteert, mislukken gesprekken als de gewenste codecs niet worden ondersteund door de andere kant.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML(cfg.xml) een tekenreeks in de volgende notatie in: <Use_Pref_Codec_Only_1_ ua="rw">Nee</Use_Pref_Codec_Only_1_>

  • Stel dit veld in de telefoonwebinterface in op Ja of Nee.

Toegestane waarden: Ja|Nee

Standaard: Nee

Tweede voorkeurscodec

De codec die moet worden gebruikt als de codec die bij Voorkeurscodec is opgegeven, niet werkt.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML(cfg.xml) een tekenreeks in de volgende notatie in:

    <Second_Preferred_Codec_1_ ua="rw">Niet opgegeven</Second_Preferred_Codec_1_>
  • Selecteer de gewenste codec in de lijst in de telefoonwebinterface.

Toegestane waarden: Niet opgegeven|G711u|G711a|G729a|G722|G722.2|iLBC|iSAC|OPUS

Standaard: niet-opgegeven

Derde voorkeurscodec

De codec die moet worden gebruikt als de codecs die bij Voorkeurscodec en de Tweede voorkeurscodeczijn opgegeven, niet werken.

Voer een van de volgende handelingen uit:
  • Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML(cfg.xml) een tekenreeks in de volgende notatie in:

    <Third_Preferred_Codec_1_ ua="rw">Niet opgegeven</Third_Preferred_Codec_1_>
  • Selecteer de gewenste codec in de lijst in de telefoonwebinterface.

Toegestane waarden: Niet opgegeven|G711u|G711a|G729a|G722|G722.2|iLBC|iSAC|OPUS

Standaard: niet-opgegeven

G711u Enable (G711u inschakelen)

G711a Enable (G711a inschakelen)

G729a Enable (G729a inschakelen)

G722 Enable (G722 inschakelen)

G722.2 Enable (G722.2 inschakelen)

iLBC Enable (iLBC inschakelen)

iSAC Enable (iSAC inschakelen)

OPUS Enable (OPUS inschakelen)

Hiermee wordt het gebruik van een bepaalde codec ingeschakeld.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML(cfg.xml) een tekenreeks in de volgende notatie in:

    <G711u_Enable_1_ ua="rw">Ja</G711u_Enable_1_>

    <G711a_Enable_1_ ua="rw">Ja</G711a_Enable_1_>

    <G729a_Enable_1_ ua="rw">Ja</G729a_Enable_1_>

    <G722_Enable_1_ ua="rw">Ja</G722_Enable_1_>

    <G722_Enable_1_ ua="rw">Ja</G722_Enable_1_>

    <G722.2_Enable_1_ ua="rw">Nee</G722.2_Enable_1_>

    <iLBC_Enable_1_ ua="rw">Nee</iLBC_Enable_1_>

    <iSAC_Enable_1_ ua="rw">Ja</iSAC_Enable_1_>

    <OPUS_Enable_1_ ua="rw">Ja</OPUS_Enable_1_>

  • Stel in de telefoonwebinterface het overeenkomstige veld in op Ja om het gebruik van een bepaalde codec in te schakelen, of op Nee om deze uit te schakelen.

De verzendsnelheid van de G.729a-codec is 8 kbps.

Stilteonderdrukking inschakelen

Hiermee wordt stilteonderdrukking in- of uitgeschakeld. Wanneer u Ja instelt, worden stille audioframes niet verzonden.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML(cfg.xml) een tekenreeks in de volgende notatie in:

    <Silence_Supp_Enable_1_ ua="rw">Nee</Silence_Supp_Enable_1_>
  • Stel dit veld in de telefoonwebinterface in op Ja om stilteonderdrukking in te schakelen, of op Nee om deze uit te schakelen.

Toegestane waarden: Ja|Nee

Standaard: Nee

DTMF Tx Method (DTMF-verzendmethode)

De methode voor het verzenden van DTMF-signalen naar de andere kant. De opties zijn:

  • AVT (Audio Video Transport). Hiermee wordt DTMF als AVT-gebeurtenissen verzonden.

  • InBand: hiermee wordt DTMF met behulp van het audiopad verzonden.

  • Auto: gebruikt InBand of AVT op basis van het resultaat van codeconderhandeling.

  • INFO: gebruikt de SIP INFO-methode.

  • InBand+INFO: gebruikt zowel het audiopad als de SIP INFO-methode.

  • AVT+INFO: gebruikt zowel de AVT- als de SIP INFO-methode.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML(cfg.xml) een tekenreeks in de volgende notatie in:

    <DTMF_Tx_Method_1_ ua="rw">Auto</DTMF_Tx_Method_1_>
  • Selecteer in de telefoonwebinterface de gewenste verzendmethode in de lijst.

Standaard: automatisch

Codeconderhandeling

Wanneer deze optie is ingesteld op Standaard, reageert de telefoon op een uitnodiging met 200 OK, waarin alleen de voorkeurscodec wordt weergegeven. Wanneer deze optie is ingesteld op Alles weergeven, reageert de telefoon met een lijst met alle codecs die de telefoon ondersteunt.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML(cfg.xml) een tekenreeks in de volgende notatie in:

    <Codec_Negotiation_1_ ua="na">Standaard</Codec_Negotiation_1_>
  • Selecteer in de telefoonwebinterface de gewenste optie in de lijst.

Toegestane waarden: Standaard|Alles weergeven

Standaard: Standaard

Coderingsmethode

Coderingsmethode die tijdens beveiligd gesprek moet worden gebruikt. Opties zijn AES 128 en AES 256 GCM

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML(cfg.xml) een tekenreeks in de volgende notatie in:

    <Encryption_Method_1_ ua="nvt">AES 128</Encryption_Method_1_>
  • Selecteer in de telefoonwebinterface de gewenste coderingsmethode in de lijst.

Toegestane waarden: AES 128|AES 256 GCM

Standaard: AES 128.

Spraakkwaliteit rapporteren

U kunt metrische gegevens voor spraakkwaliteit voor VoIP-sessies (Voice over Internet Protocol) vastleggen met een Session Initiation Protocol-gebeurtenispakket (SIP). Informatie over de spraakkwaliteit die afkomstig is van RTP en gespreksinformatie uit SIP, worden van een User Agent (UA) in een sessie (reporter) overgedragen naar een derde partij (collector).

De telefoon gebruikt User Datagram Protocol (UDP) voor het verzenden van een SIP PUBLISH-bericht naar een collectorserver.

Momenteel wordt alleen in het basisgesprekscenario het rapporteren van spraakkwaliteit ondersteund. Een basisgesprek kan een inkomend of uitgaand peer-gesprek zijn. De telefoon ondersteunt periodieke SIP Publish-berichten.

Gemiddelde opiniescores en codecs

In de metrische gegevens voor spraakkwaliteit wordt MOS (Mean Opinion Score) gebruikt om de kwaliteit te beoordelen. Een MOS-beoordeling van 1 is de laagste kwaliteit en een MOS-beoordeling van 5 is de hoogste kwaliteit. In de volgende tabel wordt een beschrijving van een aantal codecs en MOS-scores gegeven. De telefoon ondersteunt alle codecs. Voor alle codecs verzendt de telefoon het SIP Publish-bericht.

Codec

Complexiteit en omschrijving

MOS

Minimale gespreksduur voor geldige MOS-waarde

G.711 (A-law en u-law)

Zeer lage complexiteit. Ondersteunt niet-gecomprimeerde 64 kbps gedigitaliseerde spraakverzending bij een tot tien 5 ms spraakframes per pakket. Deze codec verschaft de hoogste spraakkwaliteit en gebruikt de meeste bandbreedte van de beschikbare codecs.

Een minimumwaarde van 4,1 geeft een goede spraakkwaliteit aan.

10 seconden.

G.729A

Lage tot gemiddelde complexiteit.

Een minimumwaarde van 3,5 geeft een goede spraakkwaliteit aan.

30 seconden.

G.729AB

Bevat dezelfde gereduceerde complexiteitswijzigingen die aanwezig zijn in G.729A.

Een minimumwaarde van 3,5 geeft een goede spraakkwaliteit aan.

30 seconden.

Rapporten met spraakkwaliteit configureren

U kunt een rapport met spraakkwaliteit genereren voor elk toestel op de telefoon. Met de parameters voor het VQM SIP Publish-bericht (Voice Quality Metrics, metrische gegevens spraakkwaliteit) kunt u:

  • Rapporten met spraakkwaliteit genereren.

  • Uw rapporten een naam geven.

  • Bepalen wanneer de telefoon SIP Publish-berichten verzendt.

U kunt de parameters ook configureren in het configuratiebestand voor de telefoon met XML-code (cfg.xml). Zie de syntaxis in de volgende tabel met Parameters voor VQM SIP Publish-berichten.

1

Open de beheerwebpagina van de telefoon.

2

Selecteer Spraak > Toestel (n), waarbij (n) het toestelnummer is.

3

Voer in SIP Settings (SIP-instellingen) een waarde in het veld Voice Quality Report Address (Adres spraakkwaliteitrapport) in. U kunt een domeinnaam of een IP-adres invoeren.

U kunt ook een poortnummer samen met de domeinnaam of een IP-adres invoeren voor deze parameter. Als u geen poortnummer invoert, wordt standaard de waarde van SIP UDP Port (5060) gebruikt. Als de URL-parameter van de collectorserver leeg is, wordt geen SIP PUBLISH-bericht verzonden.

4

Voer de rapportnaam in voor de parameter Voice Quality Report Group (Groep spraakkwaliteitrapport).

De rapportnaam mag niet beginnen met een koppelteken (-), een puntkomma (;) of een spatie.
5

Voer een interval in seconden in voor de parameter Voice Quality Report Interval (Interval spraakkwaliteitrapport). Voorbeeld: 20 voor rapportage met een interval van 20 seconden.

6

Klik op Submit All Changes.

In de volgende tabel worden de parameters voor de VQM (Voice Quality Metrics) voor SIP-berichten gedefinieerd in de sectie SIP-instellingen op het tabblad Spraak > Toestel (n) in de telefoonwebinterface. Hij definieert ook de syntaxis van de tekenreeks die aan het telefoonconfiguratiebestand (cfg.xml) is toegevoegd met XML-code om een parameter te configureren.
Tabel 3. Parameters voor VQM SIP Publish-berichten

Naam van parameter

Beschrijving

Adres spraakkwaliteitrapport

Hiermee kunt u een van de volgende opties invoeren:

  • Domeinnaam

  • IP-adres

  • Het SIP UDP-poortnummer in combinatie met de domeinnaam

Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML (cfg.xml) een tekenreeks met de volgende notatie in:

<Voice_Quality_Report_Address_1_ ua="na">fake_vq_collector</Voice_Quality_Report_Address_1_>

Standaardparameter = leeg (geen rapport)

Standaard SIP UDP-poort = 5060

Rapportgroep Spraakkwaliteit

Hiermee kunt u een rapportnaam voor spraakkwaliteit invoeren.

De rapportnaam mag niet beginnen met een:

  • afbreekstreepje (-)

  • puntkomma (;)

  • spatie

Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML (cfg.xml) een tekenreeks met de volgende notatie in:

<Voice_Quality_Report_Group_1_ ua="na">test-group-1</Voice_Quality_Report_Group_1_>

Standaardparameter = leeg (de canonieke naam wordt gebruikt in de vorm van identifier@ipAddress.)

Rapportinterval spraakkwaliteit

Hiermee kunt u bepalen wanneer de telefoons SIP Publish-berichten verzenden.

Als u het adres voor het rapport over de spraakkwaliteit correct hebt geconfigureerd, kunnen de SIP Publish-berichten worden verzonden:

  • Wanneer het gesprek is beëindigd of in de wacht wordt geplaatst.

  • Periodiek, wanneer u voor deze parameter een interval in seconden invoert. Bijvoorbeeld: 20 voor intervallen van 20 seconden.

Voer in het telefoonconfiguratiebestand met XML (cfg.xml) een tekenreeks met de volgende notatie in:

<VQ_Report_Interval_1_ ua="na">20</VQ_Report_Interval_1_>

Standaardparameter = 0 (geen periodiek SIP Publish-bericht)