Gelijktijdige beltoon instellen voor gebruikers en werkplekken
Zorg ervoor dat gebruikers belangrijke gesprekken nooit missen, zelfs niet als ze niet bij hun primaire telefoon zijn. Met de functie voor gelijktijdige beltoon kunt u het persoonlijke telefoonnummer van de gebruiker of andere telefoons configureren om tegelijkertijd te bellen wanneer een binnenkomend gesprek wordt ontvangen op het primaire telefoonnummer. Daarnaast kunt u planningen instellen om deze telefoons tijdens bepaalde tijden van de dag en/of dagen van de week te laten rinkelen.
Voordat u begint
1 | |
2 | Ga naar het betreffende pad.
|
3 | Klik op het tabblad Calling. |
4 | Ga naar het gedeelte Gesprek afhandelen en selecteer Gelijktijdig bellen. |
5 | Schakel de schakelaar in en voer het telefoonnummer in het veld Nummer instellen in. Klik op Persoonlijk nummer toevoegen om verder te gaan met het toevoegen van het nummer. U kunt maximaal 10 telefoonnummers tegelijkertijd invoeren om te bellen. |
6 | Schakel het selectievakje Niet overgaan tijdens een gesprek in als u niet wilt dat de ingevoerde telefoonnummers overgaan wanneer een gebruiker in gesprek is. |
7 | Schakel het selectievakje Antwoordbevestiging in als u de ontvanger van het gesprek wilt vragen op een toets te drukken voordat u wordt verbonden. |
8 | Schakel Planningen toepassen in Als u wilt instellen wanneer deze telefoonnummers overgaan. |
9 | Selecteer een vooraf gedefinieerde planning in het vervolgkeuzemenu. Als u geen planning ziet die u voor deze instelling wilt gebruiken, kunt u een nieuwe planning maken op de pagina Planningen. Zie Planningen maken voor meer informatie. |
10 | Klik op Planning toevoegen om de volgende parameters in te stellen:
|
11 | Klik op Opslaan. De planning wordt toegevoegd aan een tabel Bellen of Niet bellen. U kunt planningen indien nodig bewerken of verwijderen uit de tabellen. Niet bellen heeft voorrang op bellen. |
12 | Klik op Opslaan. Een gebruiker kan de gelijktijdige beltoon ook zelf instellen in de gebruikersportal. Zie Gelijktijdige beltoon configureren voor meer informatie. Alle wijzigingen die door de gebruiker aan deze instellingen worden aangebracht, worden zowel in de gebruikersportal als in Control Hub weergegeven. |