Wijzigingen aanbrengen in de instellingen van de Remote Access Agent via Sitebeheer is niet van toepassing op bestaande installaties. Verwijder en installeer de Remote Access Agent opnieuw om wijzigingen door te voeren.

1

Op de externe computer gaat de klant naar uw Webex-site.

2

In zijn of haar profiel in de navigatiebalk selecteert de klant Meer functies > Webex-ondersteuning.

3

Op de pagina Ondersteuning gaat de klant naar het gedeelte Downloads en selecteert vervolgens de koppeling Remote Access-installatieprogramma downloaden voor Windows.

4

De klant downloadt en voert de InstallShield-wizard voor Webex Remote Access uit.

5

De installatiewizard Remote Access wordt weergegeven. In deze installatiewizard geeft de klant de vereiste informatie en de gewenste opties op via de volgende deelvensters:

  • Accountgegevens : typ een computernaam en de URL naar uw Webex-site. Selecteer vervolgens Volgende .

    Als u de Remote Access Agent installeert op een server waarop proxyserververificatie is ingeschakeld, detecteert de installatiewizard Remote Access automatisch de proxyserver. Er wordt vervolgens een dialoogvenster weergegeven waarin u de informatie met betrekking tot de proxyserver moet opgeven.

  • Opties : geef de opties op voor de computer waartoe u extern toegang wilt krijgen. Selecteer vervolgens Volgende .

  • Toegang : selecteer de toepassingen die u wilt openen op de externe computer of selecteer het volledige bureaublad van de computer. Selecteer vervolgens Volgende .

6

In het deelvenster Setup Complete selecteert de klant Voltooien om de installatie van de Remote Access Agent te voltooien.

De Remote Access Agent meldt de externe computer aan bij het Remote Access-netwerk.

Het pictogram Webex Remote Access - Beschikbaar wordt weergegeven op de taakbalk van de externe computer.

De computer, die wordt weergegeven door het computerpictogram op de pagina Groepen beheren , wordt weergegeven in de hoofdgroep.

De computer, die wordt vertegenwoordigd door het computerpictogram op de pagina Groepen , wordt weergegeven in de hoofdgroep.

De computer kan nu extern worden benaderd.