Een telefoon toevoegen aan een gebruiker

Via Control Hub kunt u een telefoon toewijzen aan een gebruiker voor persoonlijk gebruik. De hier vermelde telefoons ondersteunen Webex Calling. Hoewel al deze telefoons kunnen worden toegevoegd met een MAC-adres, kan alleen de volgende subset worden geregistreerd met een activeringscode:

  • Cisco IP-telefoons uit de 6800-serie voor meerdere platforms (audiotelefoons: 6821, 6841, 6851, 6861, 6871)

  • Cisco IP-telefoons uit de 7800-serie voor meerdere platforms (audiotelefoons: 7811, 7821, 7841, 7861)

  • Cisco IP-telefoons uit de 8800-serie voor meerdere platforms (audiotelefoons: 8811, 8841, 8851, 8861)

  • Cisco IP-telefoons uit de 8800-serie voor meerdere platforms (videotelefoons: 8845, 8865)

  • Cisco IP-conferentietelefoon 7832 en 8832

  • Cisco Video Phone 8875

  • Cisco bureautelefoon 9800-serie

U kunt alleen DECT-basisapparaten (geen DECT-handsets) toewijzen in Control Hub. Nadat u een basiseenheid hebt toegewezen aan een gebruiker, koppelt u handmatig een DECT-handset aan die basiseenheid. Zie De handset aan het basisstation koppelen voor meer informatie.

1

Ga vanuit de klantenweergave in https://admin.webex.com naar Beheer > Apparaten > Apparaat toevoegen.

U kunt ook een apparaat aan de gebruiker toevoegen vanuit het gedeelte Gebruikers door te navigeren naar Beheer > Gebruikers > selecteer een gebruiker > Apparaten > Apparaat toevoegen.
2

Kies Persoonlijk gebruik om een apparaat aan een gebruiker toe te wijzen en klik vervolgens op Volgende.

3

Voer de gebruikersnaam of de werkelijke naam van de eigenaar van de telefoon in, kies de gebruiker in de resultaten en klik vervolgens op Volgende.

4

Kies het type apparaat dat u wilt instellen voor de gebruiker:

  • Cisco bureautelefoon: als u deze optie kiest, selecteert u het model Cisco bureautelefoon in het vervolgkeuzemenu Apparaat selecteren .
  • Cisco MPP-, Wireless-, ATA- of externe apparaten: als u deze optie kiest, kiest u Door Cisco beheerde apparaten in het vervolgkeuzemenu Apparaat selecteren . Selecteer vervolgens het Apparaattype in het vervolgkeuzemenu.
5

Kies of u de telefoon wilt registreren met een activeringscode (indien de optie wordt weergegeven) of een MAC-adres en klik vervolgens op Opslaan.

  • Met activeringscode: kies deze optie als u een activeringscode wilt genereren die u kunt delen met de eigenaar van het apparaat. Voer handmatig de 16-cijferige activeringscode in op het apparaat.

    Telefoons voor meerdere platforms moeten een firmwareload van 11.2.3MSR1 of hoger hebben om het scherm met de activeringscode weer te geven. Raadpleeg de koppeling MPP-upgrade om de telefoonfirmware bij te werken.

  • Met MAC-adres: kies deze optie als u het MAC-adres van het apparaat kent. Het MAC-adres van een telefoon moet een unieke invoer zijn. Als u een MAC-adres invoert voor een telefoon die al is geregistreerd of als u een fout maakt bij het invoeren van het nummer, verschijnt er een foutmelding.

Er zijn mogelijk beperkingen van toepassing bij het gebruik van apparaten van derden.

Als u ervoor kiest een activeringscode te genereren voor het apparaat maar die code nog niet hebt gebruikt, wordt de status van dat apparaat weergegeven als Activeren in het gedeelte Apparaten van de toegewezen gebruiker en in de hoofdlijst Apparaten in Control Hub. Het bijwerken van de apparaatstatus kan tot 10 minuten duren in de Control Hub.

Als u de apparaten wilt wijzigen of beheren die aan de gebruiker zijn toegewezen, raadpleegt u het gedeelte Een apparaat beheren voor een gebruiker in dit artikel.

Een telefoon toevoegen aan een nieuwe werkplek

Wanneer mensen aan het werk zijn, verzamelen ze zich op plaatsen zoals lunchruimtes, lobby's en conferentieruimten. U kunt gedeelde Webex-apparaten instellen op deze werkplekken, services toevoegen en samenwerking mogelijk maken.

Een werkplekapparaat wordt niet toegewezen aan een specifieke gebruiker, maar aan een fysieke locatie, waardoor gedeeld gebruik mogelijk is.

De vermelde apparaten ondersteunen Webex Calling. U kunt de meeste van deze apparaten registreren met een MAC-adres en alleen de volgende subset registreren met een activeringscode:

  • Cisco IP-telefoons uit de 6800-serie voor meerdere platforms (audiotelefoons: 6821, 6841, 6851)

  • Cisco IP-telefoons uit de 7800-serie voor meerdere platforms (audiotelefoons: 7811, 7821, 7841, 7861)

  • Cisco IP-telefoons uit de 8800-serie voor meerdere platforms (audiotelefoons: 8811, 8841, 8851, 8861)

  • Cisco IP-telefoons uit de 8800-serie voor meerdere platforms (videotelefoons: 8845, 8865)

  • Cisco IP-conferentietelefoon 7832 en 8832

  • Cisco bureautelefoon 9800-serie

Voordat u begint

  • U kunt maximaal vijf Cisco-bureautelefoons, Cisco MPP-telefoons, draadloze telefoons, ATA's of apparaten van derden toevoegen aan een werkruimte met een zakelijke werkpleklicentie.
  • U kunt meerdere apparaten alleen aan een professionele werkplek toevoegen vanaf de nieuwe werkplekpagina. Schakel Nieuwe werkplekken proberen in vanuit de rechterbovenhoek van de pagina Werkplekken om de nieuwe pagina Werkplekken te gebruiken.
  • U kunt slechts één apparaat aan een werkplek toevoegen met een werkpleklicentie voor algemene ruimten.
1

Meld u aan bij Control Hub en ga naar Beheer > Apparaten > Apparaat toevoegen.

U kunt een apparaat ook aan een nieuwe werkplek toevoegen via Beheer > Werkplekken > Werkplek toevoegen.
2

Kies Gedeeld gebruik en klik op Volgende.

3

Kies Nieuwe werkplek en klik op Volgende.

4

Voer een naam in voor de werkplek (bijvoorbeeld de naam van de fysieke ruimte), selecteer het ruimtetype, voeg de capaciteit van de ruimte toe en kies de locatie van de werkplek. Klik op Volgende.

Een werkpleknaam mag niet langer zijn dan 128 tekens en mag geen %, #, , /, \, en " tekens bevatten.

5

Kies het type apparaat dat u wilt instellen voor de werkplek:

  • Cisco bureautelefoon: als u deze optie kiest, selecteert u het model Cisco bureautelefoon in het vervolgkeuzemenu Apparaat selecteren .
  • Cisco MPP-, Wireless-, ATA- of externe apparaten: als u deze optie kiest, kiest u Door Cisco beheerde apparaten in het vervolgkeuzemenu Apparaat selecteren . Selecteer vervolgens het Apparaattype in het vervolgkeuzemenu.
6

Kies of u de telefoon wilt registreren met een activeringscode (indien de optie wordt weergegeven) of een MAC-adres en klik vervolgens op Volgende.

  • Met activeringscode: kies deze optie als u een activeringscode wilt genereren die u kunt delen met de eigenaar van het apparaat. De activeringscode van 16 cijfers moet handmatig op het apparaat zelf worden ingevoerd.

    Telefoons voor meerdere platforms moeten een firmwareload van 11.2.3MSR1 of hoger hebben om het scherm met de activeringscode weer te geven. Als de telefoonfirmware moet worden bijgewerkt, stuurt u gebruikers door naar https://upgrade.cisco.com/MPP_upgrade.html.

  • Met MAC-adres: kies deze optie als u het MAC-adres van het apparaat kent. Het MAC-adres van een telefoon moet een unieke invoer zijn. Als u een MAC-adres invoert voor een telefoon die al is geregistreerd of als u een fout maakt bij het invoeren van het nummer, verschijnt er een foutmelding.

U Webex Calling bijvoorbeeld slechts één gedeelde telefoon aan een Workspace toevoegen.

Bij Cisco IP-conferentietelefoon 7832 zijn sommige schermtoetsen mogelijk niet beschikbaar. Als u een volledige set schermtoetsen nodig hebt, raden we u aan deze telefoon aan een gebruiker toe te wijzen.

7

Klik op de Calling -service en kies het abonnement- en licentietype dat u aan de werkplek wilt toewijzen.

  • Professionele werkplek

  • Werkplek in algemene ruimte

Als u meer wilt weten over de functies die beschikbaar zijn bij de licenties, raadpleegt u Functies die beschikbaar zijn per licentietype voor Webex Calling.

8

Wijs een Locatie en Telefoonnummer toe (afhankelijk van de locatie die u kiest) en klik vervolgens op Opslaan. U hebt ook de optie om een toestel toe te wijzen.

De locatie wordt bijgewerkt tijdens het 's nachts opnieuw synchroniseren.

Als u extra apparaten aan een professionele werkplek wilt toevoegen, kunt u dit op een van de volgende manieren doen:
  • Ga naar Beheer > Apparaten > Apparaat toevoegen > Gedeeld gebruik > Bestaande werkplek. Zoek en selecteer de werkplek in de vervolgkeuzelijst.

    Er wordt een melding weergegeven als u het maximumaantal apparaten al aan de werkplek hebt toegevoegd en u niet verder kunt gaan.

  • Ga naar Beheer > Werkplekken. Klik vervolgens Menu Meeronder de kolom Acties van de betreffende werkplek en klik op Apparaat toevoegen.

    De optie Apparaat toevoegen is uitgeschakeld als u het maximale aantal apparaten al aan de werkplek hebt toegevoegd.

Zie het gedeelte Een apparaat beheren voor een werkplek om de apparaten te wijzigen of te beheren die aan de werkplek zijn toegewezen.

Een bestaande MPP-telefoon opnieuw toewijzen aan een andere gebruiker of apparaat

Als u een telefoon die is toegewezen aan een Webex Calling gebruiker/werkruimte opnieuw wilt gebruiken Webex Calling gebruiker/werkruimte, volgt u deze stappen:

1

Ga vanuit de klantweergave in https://admin.webex.comnaar de gebruiker/werkruimte waar het apparaat momenteel is toegewezen.

U kunt het apparaat opnieuw toewijzen in de volgende scenario's:

  1. Als u de gebruiker wilt verwijderen, selecteert u Gebruiker/werkplek verwijderen om de gebruiker/werkplek en de bijbehorende apparaten te verwijderen.

  2. Als u een apparaat wilt verwijderen, selecteert u Apparaten en kiest u het te verwijderen apparaat.

2

Ga aan de telefoon naar het instellingenmenu en voltooi deze stappen om de telefoon opnieuw toe te toewijzen.

  1. Selecteer Apparaatbeheer envervolgens Fabrieksinstellingen herstellen .

  2. De telefoon wordt opnieuw opgestart. Als de computer opnieuw is opgestart, wordt het Activeringscode weergegeven.

  3. De telefoon kan nu opnieuw worden toewijzen.

3

Volg de instructies in Telefoon toevoegen en toewijzen aan een gebruiker of Een telefoon toevoegen aan een nieuwe werkruimte om een telefoon aan een gebruiker/werkruimte toe te wijzen of toe te voegen.

4

Voltooi de volgende handelingen op de telefoon wanneer u het apparaat toevoegt in Control Hub:

  1. Voor activeringscode:

    Voer de activeringscode in. De telefoon wordt opnieuw opgestart en wordt aan de nieuwe gebruiker/werkruimte aan de ge-boarded.

  2. Voor MAC-adres:

    Voer #000 in op het scherm Activeringscode, de telefoon wordt opnieuw geïntegreerd met Webex Calling en de voorzieningen voor de nieuwe gebruiker/werkplek.

Een board, bureau of ruimteapparaat toevoegen aan een nieuwe werkplek

Wanneer mensen aan het werk zijn, komen ze op veel werkplekken samen, zoals lunchruimtes, lobby's en conferentieruimten. U kunt gedeelde Cisco Webex-apparaten instellen op deze werkplekken, services toevoegen en vervolgens de samenwerking volgen.

Het basisprincipe van een apparaat voor werkplekken is dat het niet is toegewezen aan een specifieke gebruiker, maar aan een fysieke locatie, waardoor gedeeld gebruik mogelijk is.

De apparaten die hier worden weergegeven, ondersteunen Webex Calling.

1

Ga vanuit de klantenweergave in https://admin.webex.com naar Beheer > Apparaten > Apparaat toevoegen.

U kunt een apparaat ook aan een nieuwe werkplek toevoegen vanuit het gedeelte Werkplekken door te navigeren naar Beheer > Werkplekken > Werkplek toevoegen.
2

Kies Gedeeld gebruik en klik op Volgende.

3

Kies Nieuwe werkplek en klik op Volgende.

4

Voer een naam in voor de werkplek (bijvoorbeeld de naam van de fysieke ruimte), selecteer het ruimtetype, voeg de capaciteit van de ruimte toe en kies de locatie voor de werkplek. Klik vervolgens op Volgende.

5

Kies Cisco-ruimte- en bureauapparaat.

6

Kies een van de volgende services en klik op Volgende.

  • Bellen via Webex (1:1-gesprek, niet-PSTN) : gebruikers kunnen alleen gesprekken in de Webex-app of Webex SIP (Session Initiation Protocol) plaatsen via een SIP-adres (bijvoorbeeld gebruikersnaam@voorbeeld.calls.webex.com).
  • Cisco Webex Calling : naast de mogelijkheid om Webex-app- en SIP-gesprekken te voeren en te ontvangen, kunnen mensen in deze werkplek het apparaat ook gebruiken om telefoongesprekken te voeren en te ontvangen vanuit het Webex Calling-nummerplan. U kunt bijvoorbeeld uw collega bellen door te bellen naar het telefoonnummer 555-555-5555, toestel 5555 of het SIP-adres gebruikersnaam@voorbeeld.webex.com, maar u kunt ook uw lokale pizzeria bellen.
7

Als u de Cisco Webex Calling -service hebt gekozen, kiest u het abonnement en het licentietype dat u aan de werkplek wilt toewijzen.

  • Professionele werkplek

  • Werkplek in algemene ruimte

Als u meer wilt weten over de functies die beschikbaar zijn bij de licenties, raadpleegt u Functies die beschikbaar zijn per licentietype voor Webex Calling.

8

Wijs een Locatie, Telefoonnummer (afhankelijk van de locatie die u kiest) en Toestel toe, en klik vervolgens op Opslaan.

9

Activeer het apparaat met behulp van de verstrekte code. U kunt de activeringscode kopiëren, e-mailen of afdrukken.

Apparaten in bulk toevoegen en toewijzen

Als u meerdere apparaten aan gebruikers en werkplekken wilt toewijzen, kunt u in slechts enkele eenvoudige stappen een CSV-bestand vullen met de vereiste informatie en de apparaten activeren.

  • U kunt maximaal 5 Cisco-bureautelefoons, Cisco MPP-telefoons, ATA's of 3e partij-apparaten toevoegen aan een werkplek met een Professional Workspace-licentie.
  • U kunt slechts één apparaat aan een werkplek toevoegen met een werkpleklicentie voor algemene ruimten.

De apparaten die hier worden weergegeven, ondersteunen Webex Calling. U kunt alle apparaten registreren met een MAC-adres. Registreer echter de volgende subset apparaten met een activeringscode:

  • Cisco IP-telefoons uit de 6800-serie voor meerdere platforms (audiotelefoons: 6821, 6841, 6851)

  • Cisco IP-telefoons uit de 7800-serie voor meerdere platforms (audiotelefoons: 7811, 7821, 7841, 7861)

  • Cisco IP-telefoons uit de 8800-serie voor meerdere platforms (audiotelefoons: 8811, 8841, 8851, 8861)

  • Cisco IP-telefoons uit de 8800-serie voor meerdere platforms (videotelefoons: 8845, 8865)

  • Cisco IP-conferentietelefoon 7832 en 8832

  • Cisco Video Phone 8875

  • Cisco bureautelefoon 9800-serie

1

Ga vanuit de klantweergave in https://admin.webex.com naar Beheer > Apparaten > Apparaat toevoegen > Meerdere Cisco IP-telefoons.

2

Kies een van de volgende opties en klik op Downloaden.

  • Gebruikers in mijn organisatie: u kunt een lijst met alle gebruikers in uw organisatie en hun gekoppelde kenmerken krijgen, zodat u niet elke gebruiker handmatig hoeft op te zoeken.
  • Werkplekken in mijn organisatie: u kunt een lijst krijgen met alle werkplekken in uw organisatie en de bijbehorende kenmerken, zodat u niet elke werkplek handmatig hoeft op te zoeken.

    Als een werkplek meerdere apparaten heeft, wordt alleen het eerste apparaat in het gedownloade CSV-bestand weergegeven. U kunt echter meerdere apparaten aan een professionele werkplek toewijzen via CSV door de details in afzonderlijke rijen toe te voegen.

    Als u wilt zien welke apparaten bij een werkplek horen, kunt u het apparaat-CSV exporteren door naar Beheer > Apparaten te gaan. Selecteer vervolgens een of meer apparaten en klik op Exporteren naar CSV.

  • Voorbeeldsjabloon voor apparaat toevoegen: u kunt de beschikbare sjabloon gebruiken om informatie zoals gebruikersnamen, type (geef aan of het een gebruiker of een werkplek is), MAC-adressen en apparaatmodellen in te voeren.
U kunt de volgende tabel gebruiken om uw CSV-bestand voor te bereiden.

De volgende velden zijn verplicht wanneer u een apparaat toewijst aan Webex Calling-gebruikers en -werkplekken:

  • Voor gebruikers: Gebruikersnaam, type, apparaattype en model als het apparaattype IP is.
  • Voor werkplek: Gebruikersnaam, type, telefoonnummer of toestel, Webex Calling Workspace [abonnementsnaam], apparaattype en model als het apparaattype IP is.

KolomnaamBeschrijvingOndersteunde waarde

Gebruikersnaam

Als u een apparaat aan een gebruiker wilt toewijzen, voert u het e-mailadres van de gebruiker in.

  • Voer niet de gebruikers-id of de naam in.

  • U moet de bestaande gebruiker toevoegen die bij de organisatie hoort.

Als u een apparaat aan een werkplek wilt toewijzen, voert u de naam van de werkplek in.

Als u een werkplek betreedt die niet bestaat, wordt de nieuwe werkplek automatisch gemaakt, maar alleen als u een apparaattype opgeeft. Er kan geen nieuwe werkplek worden gemaakt zonder een apparaat.

Voorbeeld e-mailadres van gebruiker: test@example.com

Voorbeeldnaam van werkplek: Pauzeruimte

Type

Voer het juiste type in als gebruiker of werkplek.

GEBRUIKER

WERKRUIMTE

Extensie

Als u als type hebt gekozen:

  • GEBRUIKER- Het toestel moet leeg zijn. Voer geen waarde in.

  • WERKPLEK: voer het toestelnummer in dat beschikbaar en geldig is voor de opgegeven locatie.

Voorbeeld: 00-999999

Telefoonnummer

Als u als type hebt gekozen:

  • GEBRUIKER: het telefoonnummer moet leeg zijn. Voer geen waarde in.

  • WERKPLEK: het telefoonnummer is verplicht.

Voorbeeld: +12815550100

Apparaattype

Voer het type apparaat in.

Als u telefoons voor meerdere platforms, ATA- of DECT-apparaten met Webex Calling wilt gebruiken, voert u IP in.

Als u nieuwe werkplekken wilt maken om RoomOS-apparaten te hebben, voert u WEBEX of WEBEX_CALLING in, afhankelijk van de gewenste beloptie

Model

Voer het apparaatmodel in als het apparaattype IP is.

Voorbeeld van apparaatmodel: Cisco 7841, Cisco 8851 enzovoort

MAC-adres

Voer het MAC-adres van het apparaat in.

Als u het veld MAC-adres leeg laat, wordt een activeringscode gegenereerd.

Gebruik activeringscodes voor de RoomOS-apparaten.

Voorbeeld MAC-adres: 001A2B3C4D5E

Locatie

Voer de naam van de gebruiker of de werkpleklocatie in.

Voorbeeld: San Jose

Belplan

Voer WAAR in om het Cisco-belplan in te schakelen voor de nieuw toegevoegde werkplek.

  • De locatie moet Cisco PSTN zijn.

  • Als het type werkplek is en de locatie een Cisco PSTN-locatie is en het belplan is ingesteld op Waar, gebruikt deze nieuwe werkplek een onbeperkt belplan voor uitgaande gesprekken en mogen uitgaande gesprekken worden gevoerd.

Het veld Belplan is standaard ingesteld op Onwaar.

Deze functie werkt niet voor gebruikers, bestaande werkplekken en werkplekken met niet-ondersteunde locaties.

WAAR

VALSE

Alleen bijwerken voor werkplekabonnement

Voer WAAR in als u alleen het abonnement wilt bijwerken. Met deze waarde wordt de apparaatonboarding overgeslagen, zelfs als de apparaatgerelateerde gegevens zijn ingevuld.

Voer ONWAAR in als u het abonnement wilt bijwerken en een nieuw apparaat wilt integreren.

  • De waarde wordt standaard ingesteld op FALSE.

  • Deze kolom is niet van toepassing op het Type GEBRUIKER. Als u het type als GEBRUIKER hebt gekozen en deze kolomwaarde als WAAR hebt ingevoerd, krijgt u een foutmelding.

  • Deze kolom is niet van toepassing en wordt genegeerd wanneer u een nieuwe werkplek maakt.

WAAR

VALSE

Webex Calling-werkplek [abonnements-id]

Specificeer het abonnement dat wordt gebruikt voor het maken van algemene of professionele werkplekken voor gesprekken.

Elk abonnement met een werkpleklicentie heeft een bijbehorende kolom. U kunt een licentie voor een werkruimte in de algemene ruimte of een zakelijke werkruimte toewijzen. Als u een licentie wilt toewijzen, voert u TRUE in in een van de kolommen van het licentietype van het respectieve abonnement.

U moet slechts één abonnement voor een werkplek toewijzen.

U kunt ook werkplekken van het ene abonnement naar het andere overdragen. Als u wilt overdragen, voert u FALSE in de kolom voor het bronabonnement in en TRUE in de kolom voor het doelabonnement.

Abonnementen die zijn opgeschort, hebben 'opgeschort' genoemd in hun titel. U ontvangt een fout als u een opgeschort abonnement toewijst aan een werkplek. Als u de werkplek wilt bijwerken van een opgeschort naar een actief abonnement, voert u ONWAAR in de kolom Opgeschort abonnement in en WAAR in de kolom Actief abonnement.

We raden u aan een onlangs gegenereerde sjabloon te gebruiken om het CSV-importbestand voor te bereiden, omdat deze nauwkeurige informatie bevat over de actieve abonnementen voor werkpleklicenties.

WAAR

VALSE

Webex Calling Professional-werkplek [abonnement-id]

Deze velden voor telefoonnummer en toestel kregen eerder de titel Telefoonlijstnummer en Rechtstreekse lijn. Deze kolomnamen worden korte tijd ondersteund.

We raden u aan het aantal apparaten te beperken tot 1000 per CSV-bestand. Als u meer dan 1000 apparaten wilt toevoegen, gebruikt u een tweede CSV-bestand.

3

Vul de spreadsheet in.

4

Upload het CSV-bestand door het te slepen en neer te zetten of door op Een bestand kiezen te klikken.

5

Als het MAC-adres leeg is, kunt u kiezen waar de activeringscode wordt verzonden.

  • Een koppeling leveren: de activeringscode wordt toegevoegd aan een CSV-bestand. Na het importeren krijgt u een koppeling om de activeringscode te downloaden op het scherm Importeerstatus.
  • Activeringscode e-mail: als het apparaat voor een werkruimte is, wordt de activeringscode naar u, de beheerder, verzonden. Als het apparaat voor een gebruiker is, wordt de activeringscode naar de gebruiker gemaild.

U of de gebruiker moet de activeringscode invoeren op het apparaat om het te activeren.

6

Klik op Verzenden.

Geeft de bijgewerkte status weer wanneer de apparaten actief worden.

Multiplatformapparaten moeten met een firmwarebelasting van 11.2.3MSR1 of hoger worden uitgevoerd zodat gebruikers de activeringscode op hun apparaat kunnen invoeren. Zie dit artikel voor meer informatie over het upgraden van de telefoonfirmware.

Een apparaatlijst exporteren

Als u de lijst met apparaten wilt weergeven die zijn toegewezen aan gebruikers en werkplekken, kunt u het CSV-bestand exporteren.

Ga vanuit de klantweergave in https://admin.webex.com naar Apparaten.

Selecteer meerdere apparaten in de lijst met apparaten en selecteer de optie Exporteren . U kunt de velden kiezen die u wilt opnemen in het CSV-bestand en de inhoud exporteren naar een lokale map.

De velden die worden weergegeven in het CSV-bestand, zijn afhankelijk van de verbinding van het apparaat met het platform. Daarom zijn sommige velden niet beschikbaar in het uitvoerbestand.

Een apparaat voor een gebruiker beheren

U kunt apparaten die zijn toegewezen aan gebruikers binnen uw organisatie toevoegen, verwijderen, opnieuw opstarten, activeren of een nieuwe activeringscode maken. Dit kan nuttig zijn om, indien nodig, apparaten op het scherm van de gebruiker weer te geven en te beheren.

1

Ga vanuit de klantweergave in https://admin.webex.com naar Beheer > Gebruikers.

2

Selecteer een gebruiker en klik op Apparaten.

3

Als u een apparaat wilt toevoegen aan deze gebruiker, klikt u op Apparaat toevoegen.

Als er al een apparaat is toegewezen aan de gebruiker en u nog een apparaat wilt toevoegen, klikt u op Actie > Apparaat toevoegen.

Zie het gedeelte Telefoons aan een gebruiker toevoegen voor meer informatie over het toevoegen van het apparaat aan een gebruiker.

4

Als u een bestaand apparaat wilt wijzigen, selecteert u de apparaatnaam.

Hiermee gaat u naar de pagina Apparaten. Hier kunt u apparaatinstellingen weergeven en bewerken, het apparaat verwijderen, het apparaat opnieuw opstarten of een nieuwe activeringscode maken voor het apparaat, indien van toepassing. Zie Telefooninstellingen configureren en bijwerken voor meer informatie over het configureren van telefooninstellingen.

5

Als het apparaat dat aan de gebruiker is toegevoegd Webex Aware is, wordt de Webex Aware-optie weergegeven onder de apparaten zoals weergegeven in het diagram. Webex Aware geeft aan dat het apparaat is geïntegreerde naar het Webex-platform en toegang heeft tot Webex-functies die worden ondersteund door de telefoon.

6

Klik op Acties om het apparaat te beheren. Acties helpen om configuratiewijzigingen toe te passen of firmware bij te werken voor de MPP-apparaten.

Op het tabblad Acties zijn de volgende opties beschikbaar voor een apparaat waar Webex Aware is ingeschakeld:
  • Wijzigingen toepassen: geeft de telefoon een verzoek om wijzigingen in de configuratie te downloaden en toe te passen.
  • Opnieuw opstarten: geeft een verzoek om het apparaat opnieuw op te starten en de huidige configuratie te downloaden.
  • Probleem melden: problemen bij het apparaat om een PRT naar de cloud te genereren en te uploaden.

Een apparaat voor een werkplek beheren

U kunt apparaten rechtstreeks vanuit een werkplekprofiel toevoegen en beheren. Werkplekapparaten kunnen ATA-apparaten omvatten, zoals faxapparaten. U kunt ook een werkplekapparaat instellen als een Hoteling Host. Zie voor meer informatie over hoteling: Hoteling in Cisco Webex Control Hub.

1

Ga vanuit de klantweergave in https://admin.webex.com naar Beheer > Werkplekken.

2

Selecteer de werkplek die u wilt wijzigen.

3

Als u een apparaat wilt toevoegen, klikt u op Apparaat toevoegen in de tegel Apparaten .

Zie het gedeelte Een telefoon toevoegen aan een nieuwe werkplek voor meer informatie over het toevoegen van apparaten aan een werkplek.

4

Als u een bestaand apparaat wilt wijzigen, selecteert u de apparaatnaam.

Hiermee gaat u naar de pagina Apparaten. Hier kunt u de apparaatinstellingen weergeven en bewerken, het apparaat verwijderen, het apparaat opnieuw opstarten en het apparaat inschakelen om te worden gebruikt als Hoteling Host. Zie Telefooninstellingen configureren en bijwerken voor meer informatie over het configureren van telefooninstellingen.

5

Als het apparaat dat aan de werkruimte is toegevoegd Webex Aware is, wordt de Webex Aware-optie weergegeven onder de apparaten zoals weergegeven in het diagram. Webex Aware geeft aan dat het apparaat is geïntegreerde naar het Webex-platform en toegang heeft tot Webex-functies die worden ondersteund door de telefoon.

6

Klik op Acties om het apparaat te beheren. Acties helpen om configuratiewijzigingen toe te passen of firmware bij te werken voor de MPP-apparaten.

Op het tabblad Acties zijn de volgende opties beschikbaar voor een apparaat waar Webex Aware is ingeschakeld:
  • Wijzigingen toepassen: geeft de telefoon een verzoek om wijzigingen in de configuratie te downloaden en toe te passen.
  • Opnieuw opstarten: geeft een verzoek om het apparaat opnieuw op te starten en de huidige configuratie te downloaden.
  • Probleem melden: problemen bij het apparaat om een PRT naar de cloud te genereren en te uploaden.

Lijnen configureren: lijnen voor een MPP-apparaat toevoegen en opnieuw ordenen

Met de weergave van gedeelde lijnen kunt u lijnen toevoegen aan een primair apparaat van de gebruiker en de volgorde van de lijnen wijzigen. Met deze functie kan een gebruiker gesprekken ontvangen en plaatsen naar en van het toestel van een andere gebruiker, met zijn of haar eigen telefoon. Een voorbeeld van gedeelde lijn weergave is een directie-assistent die gesprekken wil voeren en ontvangen vanaf de lijn van de baas. Weergaven van gedeelde lijn kunnen ook een ander exemplaar zijn van de lijn van de primaire gebruiker.

De maximale configuratielimiet is 35 apparaten voor elk gebruikerstelefoonnummer, inclusief de bureaublad- of mobiele App van de gebruiker. U kunt extra lijnen toevoegen aan de werkplektelefoon. U kunt echter alleen de werkplektelefoon met een zakelijke licentie als gedeelde lijn toevoegen.

Wanneer u een gedeelde lijn toewijst, kunt u nummers van verschillende Webex Calling-locaties toewijzen aan apparaten op een andere locatie. Een nummer (gebruiker, werkplek, virtuele lijn) van de locatie in het Verenigd Koninkrijk kan bijvoorbeeld worden toegewezen aan een apparaat dat is toegewezen aan een gebruiker op de locatie in de Verenigde Staten.

Zie voor meer informatie over gedeelde lijnen op verschillende locaties: Configuratie van gedeelde lijnen en virtuele lijnen op verschillende locaties.

Wanneer een gebruiker snelkiesnummers toevoegt aan de MPP-telefoon, zijn deze niet zichtbaar in de Control Hub. Snelkiesnummers kunnen worden overschreven bij het configureren van een gedeelde lijn.

Als een gebruiker nummers van andere gebruikers/groepen op zijn of haar apparaten heeft geconfigureerd, kunt u een aangepast label voor de gedeelde lijn toevoegen. Met dit aangepaste label kunt u de weergave van gedeelde lijnen identificeren.

1

Meld u aan Control Hub.

2

Ga naar Gebruikers of Werkplekken (afhankelijk van waaraan het te wijzigen apparaat is toegewezen).

3

Selecteer een gebruiker of werkplek.

4

Ga naar Apparaten en klik op een apparaat waarvoor u de gedeelde lijnen wilt toevoegen of wijzigen.

Hiermee gaat u naar de pagina Apparaten.

5

Klik onder Apparaatbeheer op Lijnen configureren.

6

Als u een lijn wilt verwijderen, klikt u op het pictogram De knop Verwijderen die wordt weergegeven door het pictogram Prullenbak.

U kunt de primaire gebruiker niet verwijderen op lijn 1.

7

Als u een gedeelde lijnweergave wilt toevoegen, klikt u op de kunt u op naam of telefoonnummer zoeken en een lijn kiezen.

U kunt een aangepast label voor de gedeelde lijn toevoegen. Met dit aangepaste label kan de gebruiker de weergave van gedeelde lijnen identificeren.

Voeg de regels in de gewenste volgorde toe. Als u de volgorde van de lijnen wilt wijzigen, verwijdert u ze en voegt u ze in de gewenste volgorde aan de lijst toe.

8

Klik op Opslaan.

Een ATA-apparaat configureren voor een gebruiker

U kunt de poorten configureren op een analoog telefoonadapterapparaat (ATA) dat is toegewezen aan een gebruiker in Control Hub. Momenteel zijn de twee configuraties voor ATA-apparaten beschikbaar voor apparaten met twee poorten en apparaten met 24 poorten.

1

Ga vanuit de klantweergave in https://admin.webex.com naar Gebruikers.

2

Selecteer de gebruiker die u wilt wijzigen en blader naar Apparaten.

3

Selecteer het apparaat dat u wilt toevoegen of wijzigen.

4

Klik onder Gebruikers op dit apparaat op Poorten configureren.

5

Als u een gedeelde poortconfiguratie wilt toevoegen, klikt u op het Pictogram toevoegen-pictogram.

6

Voer de naam of het telefoonnummer in, maak een keuze uit de weergegeven opties en klik vervolgens op Opslaan.

Alleen werkruimten zonder apparaten worden weergegeven in de zoekactie.
7

Als voor het apparaat T.38-faxcompressie is vereist, schakelt u het selectievakje in de kolom T.38 in of overschrijft u de opties voor compressie op gebruikersniveau en klikt u vervolgens op Opslaan.

Een werkruimte kan een ATA hebben. Dit is nuttig voor faxapparaten.

Nummers toevoegen aan uw locatie

U kunt telefoonnummers op elk moment toevoegen aan bureau- en ruimteapparaten in de organisatie van uw klant, ongeacht of u in het midden van een proefperiode bent of bent geconverteerd naar een betaald abonnement.

We hebben het aantal telefoonnummers dat u kunt toevoegen in Control Hub 250 verhoogd naar 1000.

1

Ga vanuit de klantweergave in https://admin.webex.com naar Services > Calling > Nummers en klik vervolgens op Nummers toevoegen.

2

Geef de locatie en het nummertype op. Als u nummers overdraagt, voert u zowel uw huidige als nieuwe factureringsnummers in.

3

Geef Locatie, Staat, Netnummer, Voorvoegsel (optioneel) op en klik vervolgens op Zoeken.

Beschikbare nummers worden weergegeven.

4

Selecteer de nummers die u aan de locatie wilt toevoegen.

De nummers die u kiest, worden verplaatst naar het veld Geselecteerde nummers .

5

Klik op Opslaan.

De status van bestelde PSTN-nummers controleren

U ziet een lijst met PSTN-nummers die uw organisatie heeft besteld. Met deze informatie kunt u de ongebruikte nummers zien die beschikbaar zijn en de nummers die zijn besteld die binnenkort beschikbaar worden.

Ga vanuit de klantweergave in https://admin.webex.com naar Services > Calling > PSTN-bestellingen.

MPP-accessoires (Multiplatform Phone) - Headsets en key Expansion Modules (KEM's)

Wanneer u accessoires (headsets/KEM's) met een MPP-apparaat verbindt, worden deze als een inventarisitem weergegeven onder het tabblad Apparaten in Control Hub. In het overzicht van Control Hub-apparaten kunt u het accessoiremodel, de status en de eigenaar van het accessoire bekijken. Als u een accessoire selecteert, kunt u aanvullende informatie zien, zoals het serienummer van de accessoire en de huidige softwareversie. Het accessoirestatusveld geeft 'online' aan zolang de accessoire is verbonden met MPP. De software van een headset die is aangesloten op MPP wordt automatisch bijgewerkt naar de nieuwste versie die beschikbaar is via Apparaatbeheer.

Wilt u zien hoe het wordt gedaan? Bekijk deze videodemonstratie over hoe u uw accessoires kunt weergeven in Control Hub.
Tabel 1. Compatibele headsets

Telefoonmodel

Cisco-headset 520-serie

Cisco-headset 530-serie

Cisco-headset 560-serie

Cisco-headset 730-serie

Cisco IP-telefoon 8811/8841/8845

RJ9 & RJ11

Cisco IP-telefoon 8851/8861/8865

USB

USB

USB

RJ9 & RJ11

Cisco IP-telefoon 7811/7821/7841/7861

Cisco IP-telefoon 6821/6841/6851/6861

Cisco IP-telefoon 6871

USB

USB

USB

Cisco IP-conferentietelefoon 7832/8832

Tabel 2. Compatibele sleuteluitbreidingsmodules

Telefoonmodel

KEM

Cisco IP-telefoon 8811/8841/8845

Cisco IP-telefoon 8851/8861/8865

BEKEM

CP-8800-A-KEM

CP-8800-V-KEM

Cisco IP-telefoon 7811/7821/7841/7861

Cisco IP-telefoon 6821/6841/6861/6871

Cisco IP-telefoon 6851

CP-68KEM-3PCC

Cisco IP-conferentietelefoon 7832/8832

Als u problemen wilt oplossen die met de Key Expansion Module (sleuteluitbreidingsmodule) op telefoons die bij Webex Calling zijn geregistreerd, gaat u naar Problemen met key expansion Modules oplossen Webex Calling meer informatie.