Uw beheerder kan om informatie over uw telefoon vragen. Deze informatie identificeert de telefoon voor probleemoplossingsdoeleinden op unieke manier.
1 | Voer een van de volgende handelingen uit:
|
2 | Selecteer |
3 | Informatie over uw telefoon weergeven Productnaam: modelnummer van de Cisco IP-telefoon. Serienummer: het serienummer van de Cisco IP-telefoon. MAC-adres: hardwareadres van de Cisco IP-telefoon. Softwareversie: het versienummer van de Cisco IP Phone-firmware. Hardwareversie: het versienummer van de Hardware van de Cisco IP-telefoon. Certificaat: de status van het clientcertificaat, waarmee de Cisco IP-telefoon wordt geverifieerd voor gebruik in het ITSP-netwerk. Dit veld geeft aan of het clientcertificaat correct is geïnstalleerd in de telefoon. Aanpassing: voor een RC-eenheid geeft dit veld aan of de eenheid aangepast is of niet. In behandeling geeft een nieuwe RC-eenheid aan die gereed is voor inrichting. Als de eenheid het aangepaste profiel al heeft opgehaald, geeft dit veld de status Aanpassing weer als Verkregen. |
4 | Voer een van de volgende handelingen uit:
|