Het MAC-adres van de telefoon vaststellen

Als u telefoons wilt toevoegen aan Cisco Unified Communications Manager, moet u het MAC-adres van een telefoon vaststellen.

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Druk op de telefoon op Instellingen the Settings hard key.
  • Voer het wachtwoord in als daarom wordt gevraagd om het menu Instellingen te openen. U kunt het wachtwoord opvragen bij uw beheerder.
  • Tik op Over dit apparaat en bekijk de MAC adresvelden en WLAN MAC de adresvelden .
  • Zoek de MAC-labels op de achterkant van de telefoon.
  • Open de webpagina van de telefoon en klik op Apparaatinformatie.

Telefoon toevoegen aan Cisco Unified Communications Manager

Nadat u Cisco IP-telefoon hebt geïnstalleerd, kunt u een van de volgende opties kiezen om telefoons aan de Cisco Unified Communications Manager-database toe te voegen.

  • Telefoons afzonderlijk met Cisco Unified Communications Manager Administration toevoegen

  • Meerdere telefoons toevoegen met het bulkbeheerprogramma (BAT).

    Voor meer informatie over het werken met BAT raadpleegt u de documentatie bij uw specifieke versie van Cisco Unified Communications Manager.

  • Automatische registratie

  • Het bulkbeheerprogramma en het programma voor ondersteuning van automatisch geregistreerde telefoons

Verzamel het MAC-adres en de telefoongegevens voor de telefoon die u wilt toevoegen aan Cisco Unified Communications Manager.

1

Kies in Cisco Unified Communications Manager Administration Apparaat > Telefoon.

2

Klik op Nieuwe toevoegen.

3

Selecteer het telefoontype.

4

Klik op Volgende.

5

Vul de informatie in over de telefoon met in begrip van het MAC-adres.

Voor complete instructies en informatie over Cisco Unified Communications Manager raadpleegt u de documentatie bij uw specifieke versie van Cisco Unified Communications Manager.

6

Klik op Opslaan.

Met het Cisco Unified Communications Bulkbeheerprogramma (BAT) kunt u batchbewerkingen uitvoeren, zoals het registreren van meerdere telefoons.

Voor meer informatie over het werken met BAT raadpleegt u de documentatie bij uw specifieke versie van Cisco Unified Communications Manager.

Voordat u begint

Als u telefoons met BAT wilt toevoegen (niet met TAPS), moet u het MAC-adres verkrijgen voor elke telefoon.

1

Kies in Cisco Unified Communications Manager Bulkbeheer > Telefoons > Telefoonsjabloon.

2

Klik op Nieuwe toevoegen.

3

Kies een telefoontype en klik op Volgende.

4

Voer de gegevens in voor de telefoonspecifieke parameters, zoals apparaatpool, sjabloon met snelkeuzetoetsen en apparaatbeveiligingsprofiel.

5

Klik op Opslaan.

6

Klik op Apparaat > Telefoon > Nieuwe toevoegen om een telefoon toe te voegen met de BAT-telefoonsjabloon.

Gebruikers toevoegen aan Cisco Unified Communications Manager

U kunt informatie weergeven en bijhouden over de gebruikers die zijn geregistreerd in Cisco Unified Communications Manager (Unified CM). In Cisco Unified CM kan elke gebruiker ook deze taken uitvoeren:

  • De bedrijfstelefoonlijst en andere aangepaste telefoonlijsten openen vanaf een Cisco IP-telefoon.

  • Snelkiesnummers en nummers voor doorschakelen instellen.

Als u een gebruiker hebt toegevoegd aan een LDAP-namenlijst (een niet-Cisco Unified Communications Server-lijst), kunt u de LDAP-namenlijst meteen synchroniseren met de Cisco Unified Communications Manager waarop u de gebruiker en de gebruikerstelefoon toevoegt.

Als u de LDAP-namenlijst niet meteen synchroniseert met de Cisco Unified Communications Manager (Unified CM), bepaalt het synchronisatieschema in het venster LDAP-namenlijst wanneer de volgende automatische synchronisatie is gepland. Synchronisatie moet plaatsvinden voordat u een nieuwe gebruiker aan het apparaat kunt koppelen.

1

Log in bij Cisco Unified Communications Manager Administration.

2

Selecteer Systeem > LDAP > LDAP-namenlijst.

3

Gebruik Zoeken om de LDAP-namenlijst te vinden.

4

Klik op de naam van de Persoonlijke telefoonlijst.

5

Klik op Perform Full Sync Now (Volledige synchronisatie nu uitvoeren).

Als u niet werkt met een LDAP-namenlijst (Lightweight Directory Access Protocol), kunt u een gebruiker rechtstreeks toevoegen met Cisco Unified Communications Manager Administration door deze stappen uit te voeren.

Als LDAP wordt gesynchroniseerd, kunt u geen gebruiker toevoegen met Cisco Unified Communications Manager Administration.

1

Kies in Cisco Unified Communications Manager Administration Gebruikersbeheer > Eindgebruiker.

2

Klik op Nieuwe toevoegen.

3

Geef de volgende informatie op in het deelvenster Gebruikersgegevens:

  • Gebruikers-id: voer de identificerende naam van de eindgebruiker in. In Cisco Unified Communications Manager mag de gebruikers-id niet worden gewijzigd nadat deze is gemaakt.

  • Wachtwoord en Wachtwoord bevestigen: voer vijf of meer alfanumerieke of speciale tekens in voor het eindgebruikerswachtwoord.

  • Achternaam: voer de achternaam van de eindgebruiker in.

  • Telefoonnummer: voer het primaire telefoonlijstnummer voor de eindgebruiker in. Eindgebruikers kunnen meerdere lijnen op hun telefoon hebben.

U kunt de volgende speciale tekens gebruiken: =, +, <, >, #, ;, \,, En lege plekken in Gebruikers-id, Wachtwoord en Achternaam.

4

Klik op Opslaan.

Een gebruiker toevoegen aan een eindgebruikersgroep

Als u een gebruiker wilt toevoegen aan de Cisco Unified Communications Manager Standard-eindgebruikersgroep (Unified CM), voert u deze stappen uit:

1

Kies in Cisco Unified Communications Manager Administration Gebruikersbeheer > Gebruikersinstellingen > Toegangsbeheergroep.

Het venster Gebruikers zoeken en vermelden wordt geopend.

2

Geef de vereiste zoekcriteria op en klik op Zoeken.

3

Selecteer de koppeling Standaard CCM-eindgebruikers. Het venster Configuratie gebruikersgroep voor de Standaard CCM-eindgebruikers verschijnt.

4

Selecteer Eindgebruikers toevoegen aan groep. Het venster Gebruikers zoeken en vermelden wordt geopend.

5

Gebruik de vervolgkeuzelijsten Gebruiker zoeken om de gewenste gebruikers te vinden en klik op Zoeken.

Er verschijnt een lijst gebruikers die voldoen aan uw zoekcriteria.

6

In de lijst met records die verschijnt, klikt u op het selectievakje naast de gebruikers die u wilt toevoegen aan deze gebruikersgroep. Als de lijst lang is gebruikt u de koppelingen onderaan, om meer resultaten weer te geven.

De lijst met zoekresultaten geeft niet de gebruikers weer die zich al in de gebruikersgroep bevinden.

7

Klik op Selectie toevoegen.

Telefoons koppelen aan gebruikers

U kunt telefoons aan gebruikers koppelen via het venster Eindgebruiker in Cisco Unified Communications Manager (Unified CM).

1

Kies in Cisco Unified Communications Manager Administration Gebruikersbeheer > Eindgebruiker.

Het venster Gebruikers zoeken en vermelden wordt geopend.

2

Geef de vereiste zoekcriteria op en klik op Zoeken.

3

In de list met records die verschijnt, klikt u op de koppeling voor de gebruiker.

4

Kies Apparaatkoppeling.

Het venster Koppeling gebruikersapparaat (User Device Association) wordt geopend.

5

Geef de vereiste zoekcriteria op en klik op Zoeken.

6

Kies het apparaat dat u aan de gebruiker wilt koppelen door het vakje links van het apparaat in te schakelen.

7

Klik op Selectie/wijzigingen opslaan om het apparaat aan de gebruiker te koppelen.

8

Kies in de vervolgkeuzelijst met verwante koppelingen rechtsboven in het venster Terug naar gebruiker en klik op Ga.

Het venster Configuratie eindgebruiker verschijnt en de gekozen gekoppelde apparaten worden weergegeven in het deelvenster met gecontroleerde apparaten.

9

Klik op Selectie/wijzigingen opslaan.

Kiesregels van toepassing configureren

Cisco Unified Communications Manager ondersteunt de kiesregels voor toepassingen waarmee u de prioriteit van kiesregels voor toepassingen kunt toevoegen en sorteren. In de kiesregels voor toepassingen worden automatisch nummers van de telefoonnummers toegevoegd aan de telefoonnummers die de gebruiker kiest. De kiesregels voegen bijvoorbeeld automatisch het cijfer 9 toe voor een telefoonnummer van 7 cijfers om toegang te geven tot een buitenlijn.

1

Ga In Cisco Unified Communications Manager Administration naar Gespreksroutering > Kiesregels > Kiesregels van toepassing.

2

Klik op Nieuwe toevoegen om een nieuwe kiesregel van toepassing te maken of kies een bestaande kiesregel van toepassing om deze te bewerken.

3

Vul de volgende velden in:

  • Naam Dit veld bevat een unieke naam voor de kiesregel die maximaal 20 alfanumerieke tekens kan bevatten en elke combinatie van spaties, punten (.), koppeltekens (-) en onderstrepingstekens (_).
  • Beschrijving Dit veld bevat een korte beschrijving die u voor de kiesregel opgeeft.
  • Nummer begint met Dit veld bevat de eerste cijfers van de telefoonlijstnummers waarop u deze kiesregel van toepassing wilt toepassen.
  • Aantal cijfers Dit verplichte veld bevat de eerste cijfers van de telefoonlijstnummers waarop u deze kiesregel van toepassing wilt toepassen.
  • Totaal aantal cijfers dat moet worden verwijderd Dit verplichte veld bevat het aantal cijfers waarvan u wilt dat Cisco Unified Communications Manager ze verwijdert uit de telefoonlijstnummers die van toepassing zijn op deze kiesregel.
  • Voorvoegsel met patroon Dit veld bevat het patroon dat voorafgaat aan telefoonlijstnummers die van toepassing zijn voor deze kiesregel van toepassing.
  • Prioriteit van Kiesregels van toepassing Dit veld wordt weergegeven wanneer u het voorvoegsel met patroon invoert. In het veld kunt u de prioriteit opgeven van de kiesregels voor de toepassing.

4

Klik op Opslaan.

Survivable Remote Site Telephony

Survivable Remote Site Telephony (SRST) zorgt ervoor dat de telefoonfuncties toegankelijk blijven wanneer de WAN-verbinding wordt verbroken. In dit scenario kan de telefoon een bestaand gesprek actief houden en heeft de gebruiker toegang tot een subset van de beschikbare voorzieningen. Bij failover ontvangt de gebruiker een waarschuwing op de telefoon.

Zie voor meer informatie over ondersteunde firmware en Survivable Remote Site Telephony de pagina Compatibiliteitsinformatie Cisco Unified Survivable Remote Site Telephony op http://www.cisco.com/c/en/us/support/unified-communications/unified-survivable-remote-site-telephony/products-device-support-tables-list.html.

In de volgende tabel wordt beschreven welke functies beschikbaar zijn tijdens de failover.

Tabel 1. Ondersteuning van SRST-functie

Functie

Ondersteund

Opmerkingen

Nieuw gesprek

Ja

Gesprek beëindigen

Ja

Herhaal

Ja

Beantwoorden

Ja

Hold

Ja

Hervatten

Ja

Conferentie

Ja

Conferentie naar actieve gesprekken (deelnemen)

Nee

De schermtoets Actieve gesprekken wordt niet weergegeven.

Conferentielijst

Nee

Doorverbind.

Ja

Doorverbinden naar actieve gesprekken (direct doorverbinden)

Nee

Automatisch beantwoorden

Ja

Wachtend gesprek

Ja

Nummerweergave

Ja

Hoorbare indicator voor wachtende berichten

Ja

Unified Session Presentation

Ja

Conferentie is de enige ondersteunde functie vanwege beperking van andere functies.

Voicemail

Ja

Voicemail wordt niet gesynchroniseerd met andere gebruikers in het Cisco Unified Communications Manager-cluster.

Alle gesprekken doorschakelen

Ja

Doorschakelen is alleen beschikbaar op de telefoon die het doorschakelen instelt, omdat er geen gedeelde lijnen worden weergegeven is in de SRST-modus. De instellingen voor Alle gesprekken doorschakelen blijven niet bewaard bij failover naar SRST vanuit Cisco Unified Communications Manager, of van SRST fail-back naar Communications Manager. Een oorspronkelijk nog actief doorgeschakeld gesprek op Communications Manager moet worden aangegeven wanneer het apparaat weer verbinding maakt met de Communications Manager na failover.

Snelkeuze

Ja

Naar voicemail (iDivert)

Nee

De schermtoets iDivert wordt niet weergegeven.

Parkeerbewaking

Nee

De schermtoets Parkeren wordt niet weergegeven.

Inbreken

Nee

De schermtoets Inbreken wordt niet weergegeven.

Verbeterde melding voor wachtend bericht

Nee

Berichttellingsbadges worden niet weergegeven op het telefoonscherm.

Alleen het pictogram Wachtend bericht wordt weergegeven.

Doorverbonden gesprek parkeren

Nee

De schermtoets wordt niet weergegeven.

BLF

Nee

BLF-functietoets werkt als snelkiesnummers.

Terugverwijzen in wachtstand

Nee

Gesprekken blijven voor onbepaalde tijd in wachtstand.

Extern in de wacht

Nee

Gesprekken worden weergegeven als Lokale gesprekken in de wachtstand.

Meet Me

Nee

De schermtoets Meet Me wordt niet weergegeven.

Opnemen

Nee

De schermtoets leidt niet tot actie.

Groep opnemen

Nee

De schermtoets leidt niet tot actie.

Andere opnemen

Nee

De schermtoets leidt niet tot actie.

Id van ongewenste gesprekken

Nee

De schermtoets leidt niet tot actie.

QRT

Nee

De schermtoets leidt niet tot actie.

Groepsnummer

Nee

De schermtoets leidt niet tot actie.

Intercom

Nee

De schermtoets leidt niet tot actie.

Mobiliteit

Nee

De schermtoets leidt niet tot actie.

Privacy

Nee

De schermtoets leidt niet tot actie.

Terugbellen

Nee

De schermtoets Terugbellen wordt niet weergegeven.

Video

Ja

Videoconferentie wordt niet ondersteund.

Gedeelde lijn

Ja

Service-URL

Ja

De programmeerbare lijntoets waaraan een service-URL is toegewezen, wordt weergegeven.