Deze instelling heeft voorrang op Gesprekken selectief accepteren.

Voordat u begint

Als u deze functie wilt instellen voor werkplekken, moet u ervoor zorgen dat werkplekken een professionele licentie hebben toegewezen. Zie Functies beschikbaar per licentietype voor Webex Calling voor meer informatie over de functies die beschikbaar zijn met werkpleklicenties.
1

Meld u aan Control Hub.

2

Ga naar het betreffende pad.

  • Voor gebruikers: Ga naar Beheer > Gebruikers. Selecteer vervolgens een gebruiker.

  • Voor werkplekken: Ga naar Beheer > Werkplekken. Selecteer vervolgens een werkplek.

3

Klik op het tabblad Calling.

4

Ga naar het gedeelte Gesprekken afhandelen, selecteer Gesprekken selectief weigeren en schakel de schakelaar in.

5

Selecteer een vooraf gedefinieerde planning in de vervolgkeuzelijst.

Als u geen planning ziet die u voor deze instelling wilt gebruiken, kunt u een nieuwe planning maken op de pagina Planningen. Zie Planningen maken voor meer informatie.

6

Klik op Planning toevoegen om de volgende parameters in te stellen:

  • Planning: selecteer de vooraf gedefinieerde planning voor wanneer de gebruiker gesprekken wil weigeren in de vervolgkeuzelijst.

    Als u een locatiebeheerder bent, worden alleen de planningen met betrekking tot uw toegewezen locaties weergegeven.
  • Gesprekken van: selecteer deze optie om gesprekken van een willekeurig telefoonnummer of telefoonnummers te weigeren. Als u Bepaalde telefoonnummers kiest, voert u de aanvullende gegevens in.

  • Weigeren of Niet weigeren: kies of u de gesprekken die binnen deze parameters passen wilt weigeren of niet wilt weigeren.

7

Klik op Opslaan.

De planning wordt toegevoegd aan de tabel Weigeren of Niet weigeren. U kunt planningen indien nodig bewerken of verwijderen uit de tabellen.

Niet weigeren heeft voorrang op Weigeren.
8

Klik op Opslaan.

Een gebruiker kan selectief gesprek weigeren ook zelf instellen in de gebruikersportal. Zie Oproepen selectief weigeren voor meer informatie. Alle wijzigingen die door de gebruiker aan deze instellingen zijn aangebracht, worden zowel in de gebruikersportal als in Control Hub weergegeven.