Mobile and Remote Access (MRA)

Met Mobile and Remote Access (MRA) kunnen externe werknemers eenvoudig en veilig verbinding maken met het bedrijfsnetwerk zonder dat ze een VPN-clienttunnel (Virtual Private Network) nodig hebben.

Wanneer gebruikers niet op kantoor zijn, detecteert de telefoon dat het in de externe modus staat. Als beheerder kunt u een activeringscode van 16 cijfers genereren voor gebruikers om hun telefoons te registreren bij Cisco Unified Communications Manager (Unified CM). Als de telefoons zijn geconfigureerd met alternatieve TFTP, vraagt u de gebruikers de telefooninstellingen te wissen met een fabrieksreset in het telefoonmenu, zodat ze de telefoon met de activeringscode kunnen registreren via MRA.

Tijdens het telefoonregistratieproces worden de weergegeven datum en tijd gesynchroniseerd met de NTP-server (Network Time Protocol). Met MRA wordt de tag DHCP-optie 42 gebruikt om de IP-adressen te vinden van de NTP-servers die zijn aangewezen voor datum- en tijdsynchronisatie. Als de tag DHCP-optie 42 niet wordt gevonden in de configuratie-informatie, zoekt de telefoon de tag 0.tandberg.pool.ntp.org voor het identificeren van de NTP-servers.

Na registratie gebruikt de telefoon informatie uit het SIP-bericht om de weergegeven datum en tijd te synchroniseren, tenzij een NTP-server is geconfigureerd in de telefoonconfiguratie in Unified CM.

Als in het telefoonbeveiligingsprofiel voor telefoons gecodeerde TFTP-configuratie is ingeschakeld, kunt u de telefoon niet gebruiken met Mobile and Remote Access. De MRA-oplossing ondersteunt geen apparaatinteractie met CAPF (Certificate Authority Proxy Function).

Gebruik voor SIP OAuth in de MRA-modus (Mobile and Remote Access) alleen onboarding met activeringscode met Mobile en Remote Access wanneer u de telefoon implementeert. Activering met een gebruikersnaam en wachtwoord wordt niet ondersteund.

De SIP OAuth-modus vereist Expressway x12.7(1) en hoger, of Cisco Unified Communications Manager 14.0(1) en hoger.

Zie voor meer informatie over de SIP OAuth-modus het gedeelte SIP OAuth-modus in de Functieconfiguratiehandleiding voor Cisco Unified Communications Manager, versie 14.0(1) of hoger.

MRA voor Expressway

MRA werkt met Cisco Expressway. U moet vertrouwd zijn met de Cisco Expressway-documentatie die beschikbaar is op http://www.cisco.com/c/en/us/support/unified-communications/expressway-series/tsd-products-support-series-home.html.

Alleen het IPv4-protocol wordt ondersteund voor Mobile and Remote Access Via Expressway-gebruikers.

Zie voor meer informatie over het werken met Mobile and Remote Access via Expressway:

  • Voorkeursarchitectuur voor Enterprise Collaboration, ontwerpoverzicht

    Versies: 12.x | 11.0 | 10.x

  • Voorkeursarchitectuur voor Enterprise Collaboration, CVD

    Versies: 12.x | 11.0 | 10.x

  • Unified Communications Mobile and Remote Access via Cisco VCS-implementatiehandleiding

    Versies: 8.11 | 8.10 | 8.9 | 8.8 | 8.7 | 8.6 | 8.5 | 8.2 | 8.1.1 |

Gebruikersgegevens permanent configureren voor aanmelding bij Expressway

Wanneer een gebruiker zich aanmeldt bij het netwerk met Mobile and Remote Access via Expressway, wordt de gebruiker gevraagd om een servicedomein, gebruikersnaam en wachtwoord. Doorgaans vindt de aanmeldingsprocedure plaats wanneer de telefoon wordt geregistreerd, nadat de telefoon opnieuw is opgestart of een firmware-upgrade is uitgevoerd.

Als u de functie inschakelt, worden de aanmeldingsgegevens van gebruikers opgeslagen, zodat gebruikers deze niet opnieuw hoeven in te voeren. Deze functie is standaard uitgeschakeld.

U kunt referenties instellen die van kracht blijven voor één telefoon, een groep telefoons of alle telefoons.

1

Selecteer in Cisco Unified Communications Manager Administration een van de volgende vensters:

  • Selecteer Apparaat > Telefoon.
  • Selecteer Apparaat > Apparaatinstellingen > Algemeen telefoonprofiel.
  • Selecteer Systeem > Bedrijfstelefoonconfiguratie.
2

Navigeer naar het gebied Productspecifieke configuratielay-out en stel het volgende veld in:

Gebruikersreferenties permanent voor aanmelden bij Expressway: Bepaal of de telefoon de aanmeldingsgegevens van de gebruikers opslaat.

  • Uitgeschakeld: De gebruiker wordt altijd gevraagd zich aan te melden bij de Expressway-server voor Mobile and Remote Access (MRA) nadat de telefoon opnieuw is opgestart.

  • Ingeschakeld: De aanmeldgegevens van de Expressway zijn permanent. De gebruiker hoeft dan de aanmeldgegevens alleen voor de eerste keer in te voeren.

Standaardwaarde: Uitgeschakeld

3

Klik op Opslaan.

Telefoonfuncties beschikbaar voor MRA

Mobile and Remote Access (MRA) biedt beveiligde toegang zonder VPN tot samenwerkingsservices voor mobiele en externe gebruikers van Cisco. Maar om de netwerkbeveiliging te behouden, wordt de toegang tot bepaalde telefoonfuncties beperkt.

In de volgende lijst worden de telefoonfuncties weergegeven die beschikbaar zijn met MRA.

Tabel 1. Ondersteunde functies

Telefoonfunctie

Telefoonfirmwareversie

Verkort kiezen (alleen voor 8875)

2.0.1 en hoger

Automatisch beantwoorden

2.0.1 en hoger

Gesprek doorschakelen

2.0.1 en hoger

Melding voor Gesprekken doorschakelen

2.0.1 en hoger

Conferentie

2.0.1 en hoger

Bedrijfstelefoonlijst

2.0.1 en hoger

Omleiden

2.0.1 en hoger

In de wacht/hervatten

2.0.1 en hoger

Terugverwijzen in wachtstand

2.0.1 en hoger

Onmiddellijk omleiden

2.0.1 en hoger

Meet Me-conferentie

2.0.1 en hoger

Indicator voor wachtende berichten

2.0.1 en hoger

Meerdere lijnen

2.0.1 en hoger

Dempen

2.0.1 en hoger

Kiezen met de handset van de haak

2.0.1 en hoger

Kiezen met de hoorn van de haak

2.0.1 en hoger

Plus kiezen

2.0.1 en hoger

Privacy

2.0.1 en hoger

Opnieuw kiezen

2.0.1 en hoger

Sneltoets

2.0.1 en hoger

Doorverbinden

2.0.1 en hoger

Uniform Resource Identifier (URI) kiezen

2.0.1 en hoger