Roubleshoot uw telefoon (voor gebruiker)
Uw beheerder kan u om informatie over uw telefoon vragen. Met deze informatie kan de specifieke telefoon worden geïdentificeerd voor het oplossen van problemen.
1 |
Druk op Instellingen. |
2 |
Voer het wachtwoord in als daarom wordt gevraagd om het menu Instellingen te openen. U kunt het wachtwoord opvragen bij uw beheerder. |
3 |
Tik op Over dit apparaat. U kunt de volgende informatie weergeven:
|
4 |
Kraan |
Als u problemen ondervindt met de telefoon (bijvoorbeeld als netwerkverbinding, telefoonregistratie of telefoonupgrade), ziet u een foutmelding onder Problemen.
Gebruik de informatie en functies die worden weergegeven in het gedeelte Diagnostische gegevens om gegevens te verzamelen en problemen met uw telefoon op te lossen.
Het gedeelte Diagnostische gegevens bevat doorgaans de volgende functies:
Diagnostiek |
Functie |
---|---|
Rap. problem |
Tik als u de logboeken van uw apparaat wilt verzamelen en naar de beheerder wilt verzenden. |
Apparaatstatus |
Tik of u statistische informatie wilt weergeven over het netwerk, het draadloze netwerk en gesprekken. |
1 |
Druk op Instellingen. |
2 |
Voer het wachtwoord in als daarom wordt gevraagd om het menu Instellingen te openen. U kunt het wachtwoord opvragen bij uw beheerder. |
3 |
Tik op . |
4 |
Tik op een van de volgende velden om de relevante informatie over statistische gegevens te bekijken:
|
Wanneer u hulp met telefoonproblemen nodig hebt van uw beheerder, verzendt u de logboeken van uw toestel naar de beheerder voor probleemoplossing.
1 |
Druk op Instellingen. |
2 |
Voer het wachtwoord in als daarom wordt gevraagd om het menu Instellingen te openen. U kunt het wachtwoord opvragen bij uw beheerder. |
3 |
Tik op . |
4 |
Voer de datum en tijd in waarop het probleem zich voordeed. Standaard worden de huidige datum en tijd ingevuld en kunt u deze verder wijzigen.
|
5 |
Kies een probleembeschrijving uit de vermelde beschrijvingen. |
6 |
Tik op verzenden . Nadat het rapport is verzonden, ziet u de naam van het rapportbestand en de indieningstijd. Als het probleemrapport niet op uw telefoon kan worden verzonden, wordt het rapportbestand lokaal gegenereerd en kunt u het bestand van een bepaalde IP downloaden. |
Controleer de details van de netwerkverbinding wanneer u problemen met het netwerk oplost. In het scherm Netwerkverbinding in het telefoonmenu vindt u de details van de Ethernet- of Wi-Fi instellingen.
1 |
Druk op Instellingen. |
2 |
Voer het wachtwoord in als daarom wordt gevraagd om het menu Instellingen te openen. U kunt het wachtwoord opvragen bij uw beheerder. |
3 |
Blader naar beneden naar de sectie Netwerk en service en tik op Netwerkverbinding. |
1 |
Druk op Instellingen. | ||||||||
2 |
Voer het wachtwoord in als daarom wordt gevraagd om het menu Instellingen te openen. U kunt het wachtwoord opvragen bij uw beheerder. | ||||||||
3 |
Selecteer . | ||||||||
4 |
Selecteer een VPN verbindingsstatistieken (actueel, in het verleden of mislukt) in de lijst. U kunt de volgende informatie weergeven:
|
Als u de telefoonregistratie van een Cisco Unified Communications Manager-server (Unified CM) wilt wijzigen naar een andere Cisco Unified CM server, is het raadzaam de beveiligingsinstellingen op uw telefoon te verwijderen. Met de beveiligingsinstellingen opnieuw instellen wordt het Certificate Trust List (CTL)bestand verwijderd. De telefoon ontvangt het nieuwe CTL bestand van de nieuwe Unified CM cluster zodat de telefoon zich kan registreren.
1 |
Druk op Instellingen. |
2 |
Voer het wachtwoord in als daarom wordt gevraagd om het menu Instellingen te openen. U kunt het wachtwoord opvragen bij uw beheerder. |
3 |
Scroll naar beneden naar de sectie Restart and reset (Opnieuw starten en opnieuw instellen ) en tik op Beveiligingscertificaat opnieuw instellen. |
Met terugzetten naar de fabrieksinstellingen worden alle instellingen van de telefoon gewist. U verliest uw huidige registratie en alle configuratiegegevens nadat de telefoon is teruggezet op de fabrieksinstellingen. U moet uw telefoon registreren en instellen zoals u doet voor een nieuwe telefoon voordat u deze opnieuw kunt gebruiken.
U kunt het telefoonmenu gebruiken om uw telefoon terug te zetten op de fabrieksinstellingen. Als u geen toegang hebt tot het menu via het telefoonscherm, kunt u het toetsenblok van de telefoon gebruiken om de telefoon opnieuw in te stellen.
1 |
Druk op Instellingen. |
2 |
Voer het wachtwoord in als daarom wordt gevraagd om het menu Instellingen te openen. U kunt het wachtwoord opvragen bij uw beheerder. |
3 |
Voer een van de volgende handelingen uit op basis van uw telefoonmodel:
|
4 |
Klik in het promptvenster op Opnieuw instellen om het opnieuw instellen te starten. De telefoon wordt opnieuw opgestart wanneer het resetten is voltooid.
|
Met deze stappen kunt u de standaardinstellingen op de telefoon resetten met het toetsenblok.
1 |
Koppel de telefoon los:
|
2 |
Wacht 5 seconden. |
3 |
Houd # ingedrukt en sluit de telefoon weer aan. De headsetknop, de luidsprekerknop en de dempknop gaan branden.
|
4 |
Zodra de dempknop is uitgeschakeld, laat u # los en drukt u achtereenvolgens op 123456789*0#. Wanneer u op 1 drukt, gaat de headsetknop uit. U hebt minder dan 15 seconden om op de toetsen te drukken. De telefoon wordt normaal opgestart als u de invoer niet op tijd hebt voltooid of wanneer u de toetsen niet in de juiste volgorde hebt ingedrukt. Als u klaar bent met het drukken op deze toetsen, licht de dempknop op om aan te geven dat het resetten is gestart. Schakel de telefoon niet uit voordat het resetproces is voltooid en het scherm Welkom verschijnt. |