Functielijntoetsen en functietoetsen

Configureer functielijntoetsen en functietoetsen voor uw telefoons zodat gebruikers toegang hebben tot de functies op de telefoon.

Functielijntoetsen

Op de Cisco-bureautelefoon 9841, 9851 en 9861 wordt een functielijntoets als een aparte lijn op de telefoon weergegeven. Op deze manier kunnen gebruikers de toegewezen functie snel gebruiken door op de lijntoetstoets te drukken.

Op cisco-bureautelefoon 9871 wordt rechts in het startscherm van de telefoon een functielijn als een aparte lijn weergegeven.

Tabel 1. Ondersteunde functies, online toetsen
FunctienaamBeschrijving
BLF met Gesprek parkerenGebruik de BLF feature in de sjabloon met telefoontoetsen om deze sneltoets te gebruiken.
BLF en Gesprek opnemenGebruik de BLF feature in de sjabloon met telefoontoetsen en schakel in het venster Configuratie van snelkiesnummers van het bezetlampje het selectievakje Gesprek opnemen in om deze sneltoets te bedienen.
BLF en SnelkeuzeGebruik de BLF naam voor snelkiesnummers in de sjabloon met telefoontoetsen om deze sneltoets te gebruiken.
NSTGebruik de functie Niet storen in de sjabloon met telefoontoetsen om deze sneltoets te bedienen.
GroepsnummerGebruik de functie Speurgroep afmelden in de sjabloon met telefoontoetsen om deze sneltoets te gebruiken.
IntercomGebruik de intercomfunctie in de sjabloon met telefoontoetsen om deze sneltoets te bedienen.
Meet MeGebruik de functie Meet Me-conferentie in de sjabloon met telefoontoetsen om deze sneltoets te gebruiken.
PrivacyGebruik de privacyfunctie in de sjabloon met telefoontoetsen om deze sneltoets te bedienen.
Status van wachtrijGebruik de functie Wachtrijstatus in de sjabloon met telefoontoetsen om deze sneltoets te bedienen.
HerhaalGebruik de functie Herhaal in de sjabloon met toetsen op de telefoon om deze sneltoets te bedienen.
SnelkeuzeGebruik de functie Snelkiesnummers in de sjabloon met snelkeuzetoetsen om deze sneltoets te gebruiken.
XSI-serviceGebruik de service-URL-functie in de sjabloon met telefoontoetsen om deze sneltoets te bedienen.

Functietoetsen

Op cisco-bureautelefoon 9841, 9851 en 9861 wordt een functietoets weergegeven onder in het startscherm van de telefoon of op een specifiek scherm (bijvoorbeeld het in gespreksscherm). Gebruikers kunnen op de functietoetstoets drukken om een bewerking uit te voeren of toegang te krijgen tot een functie.

Op het Cisco-bureautelefoon 9871 wordt een functietoets weergegeven als een softwareknop links in het startscherm van de telefoon of onder in een bepaald scherm (bijvoorbeeld het gespreksscherm). Gebruikers kunnen op de functieknop tikken om een bewerking uit te voeren of toegang te krijgen tot een functie.

Tabel 2. Ondersteunde functies van functietoetsen
Label functietoetsTelefoonstatusBeschrijving

Inbreken

Wordt elders gebruikt

Gebruik de functietoets Inbrkn of Conferentie inbrek in de sjabloon met functietoetsen om de knop te bedienen.

Wanneer de knop Inbrekn is geconfigureerd, wordt deze weergegeven op het gespreksscherm van een gedeelde lijn.

Bellen

Uit de bahn met functie

Verschijnt altijd bij de eerste positie wanneer de telefoon is geregistreerd.

Gesprekken

Van de haak met functie

Als de telefoon gesprekken in de wachtstand heeft staan, wordt de schermtoets weergegeven in het scherm Doorverbinden of Vergaderen wanneer de gebruiker een gesprek probeert door te verbinden of een conferentie tot stand te brengen.

Terugbellen

Op de haak

Weerklinken

Verbonden doorverbinden

Gebruik de functietoets Terugbellen in de sjabloon met functietoetsen om de knop te bedienen.

Gesprek parkeren

Verbonden

Gebruik de functietoets Parkeren (parkeren) in de sjabloon met functietoetsen om de knop te bedienen.

Conf

Conferentie

Verbonden

Gebruik de functietoets Conferentie (Bevestigen) in de sjabloon met functietoetsen om de knop te bedienen.

Weigeren

Verbonden

In de wacht

Gebruik de functietoets Direct omleiden (DirOmr) in de sjabloon met functietoetsen om de knop te bedienen.

NST

DND uit

Op de haak

Van de haak

Van de haak met functie

Binnenbellen

Weerklinken

Verbonden

In de wacht

Verbonden doorverbinden

Connected Conference

Cijfers na eerst

Gebruik de functietoets Niet storen (NST) in de sjabloon met functietoets om de knop te bedienen.

Gesprek beëindigen

Weerklinken

Verbonden

Verbonden doorverbinden

Connected Conference

Gebruik de functietoets Gesprek beëindigen (EndCall) in de sjabloon met functietoetsen om deze knop te bedienen. U kunt de positie niet bepalen.

Alles doorw.en

FWD uit

Alles dsch.

Doorsturen uit

Op de haakGebruik de functietoets Alles doorschakelen (CfwdAll) in de sjabloon met functietoetsen om de knop te bedienen.

Hold

VerbondenGebruik de functietoets Wachtstand (Wachtstand) in de sjabloon met functietoetsen om deze functieknop te bedienen. U kunt de positie niet bepalen.

Speurgroep in en uit

Op de haakGebruik de functietoets HLog (HLog) in de sjabloon met functietoetsen om de knop te bedienen.

Meet Me

Op de haak

Van de haak

Gebruik de functietoets Meet Me (MeetMe) in de sjabloon met functietoets om de knop te bedienen.

Berichten

Op de haak

Gebruik de functietoets Berichten (Berichten) in de sjabloon met functietoetsen om de knop te bedienen.

Nieuw ges.

In de wacht

Extern verbinden gebruiken

Gebruik de functietoets NieuwGesprek (NieuwOproepen) in de sjabloon met functietoetsen om de knop te bedienen. U kunt de positie niet bepalen.

Deelnemers

Verbonden

Gebruik de functietoets Conferentielijst (ConfLst) in de sjabloon met functietoetsen om de knop te bedienen.

Recent

Op de haak

Dit wordt altijd weergegeven wanneer de telefoon is geregistreerd.

U kunt de positie van de knop configureren met de functietoets Recent in de sjabloon met functietoetsen.

Herhaal

Op de haak

Van de haak

Gebruik de functietoets Herhaal (Herhaal) in de sjabloon met functietoetsen om de knop te bedienen.

Hervatten

In de wachtDit is de verplichte functietoets in de sjabloon. U kunt dit niet configureren.

Instellingen

Op de haak

U kunt de positie van de knop configureren met de functietoets Toepassingen (toepassingen) in de sjabloon met functietoetsen.

Doorverbind.

Verbonden

Verbonden doorverbinden

Connected Conference

Gebruik de functietoets Doorverbinden (Doorverbinden) in de functietoetssjabloon om de knop te bedienen.

Functietoetsen configureren met een functietoetssjabloon

U kunt de functieknoppen die in de gebruikersinterface van de telefoon worden weergegeven, configureren met behulp van functietoetsen. Met Cisco Unified Communications Manager Administration kunt u een sjabloon instellen en deze toepassen op telefoons. Cisco Unified Communications Manager ondersteunt de schermtoetssjabloonen Standaardgebruiker en Standaardfunctie.

Aan een toepassing die schermtoetsen ondersteunt, kunnen één of meer standaard schermtoetssjablonen zijn gekoppeld. U kunt een standaardsjabloon toepassen op telefoons of een nieuwe sjabloon maken op basis van een standaardsjabloon en de instellingen aanpassen.


 
  • Met Cisco Unified Communications Manager kunt u functietoetsen in een functietoetssjabloon configureren, maar niet-ondersteunde functietoetsen worden niet weergegeven op de telefoon.

  • De schermtoetsen Bellen, Contacten, Recent en Instellingen worden altijd weergegeven op het startscherm van de telefoon. U kunt de positie van de functietoets Bellen niet wijzigen.

1

Selecteer in Cisco Unified Communications Manager Administration apparaat > Device Settings > Softkey Template.

2

Voer de volgende stappen uit om een nieuwe functietoetssjabloon te maken. Anders gaat u verder met de volgende stap.

  1. Klik op Nieuwe toevoegen.

  2. Selecteer een standaardsjabloon en klik op Kopiëren.

  3. Voer in het veld Naam functietoets sjabloon een nieuwe naam voor de sjabloon in.

  4. Klik op Opslaan.

3

Voer de volgende stappen uit om functietoetsen toe te voegen aan een bestaande sjabloon.

  1. Klik op Zoeken en voer de zoekcriteria in.

  2. Selecteer de vereiste bestaande sjabloon.

4

Schakel het selectievakje Sjabloon standaard functietoets in als u deze functietoetssjabloon wilt toewijzen als de standaard functietoetssjabloon.

5

Kies indeling van de functietoets configureren in de vervolgkeuzelijst Gerelateerde koppelingen in de rechterbovenhoek en klik op Ga.

6

Selecteer in de vervolgkeuzelijst Selecteer een gespreksstatus om te configureren de gespreksstatus waarvoor u de functietoets wilt weergeven.

7

Kies in de lijst Niet-geselecteerde functietoetsen de functietoets die u wilt toevoegen en klik op de pijl-rechts om de functietoets te verplaatsen naar de lijst met geselecteerde functietoetsen . Gebruik de pijl-omhoog en pijl-omlaag om de positie van de nieuwe functietoetsen te wijzigen.

8

Herhaal stap 6 en 7 om de functietoets in andere gespreksstatussen te configureren.

9

Klik op Opslaan.

Volgende stappen

Pas de sjabloon met functietoetsen toe op een telefoon.

Een sjabloon met functietoetsen toepassen op een telefoon

1

Kies op Cisco Unified Communications Manager Administration Apparaat > Telefoon.

2

Klik op Zoeken om de lijst met geconfigureerde telefoons weer te geven.

3

Selecteer de telefoon waaraan u de sjabloon met telefoontoetsen wilt toevoegen.

4

In de vervolgkeuzelijst Functietoetssjabloon kiest u de sjabloon met de nieuwe functieknop.

5

Klik op Opslaan.

Er wordt een bericht weergegeven dat u op Opnieuw instellen moet klikken om de telefooninstellingen bij te werken.
6

Klik op Opnieuw instellen.

Functielijntoetsen configureren met een sjabloon met telefoontoetsen

U kunt de sjabloon met telefoontoetsen op Cisco Unified Communications Manager Administration gebruiken om de functielijntoetsen voor verschillende functies te configureren. Elke functielijntoets neemt een lijnpositie op. U kunt de volgorde van de functie wijzigen.

1

Kies op Cisco Unified CM Administration Apparaat> Vice Settings > Phone Button Template.

2

Klik op Zoeken om een lijst met ondersteunde telefoonsjablonen weer te geven.

3

Voer de volgende stappen uit als u een nieuwe sjabloon met telefoontoetsen wilt maken; Anders gaat u verder met de volgende stap.

  1. Selecteer een standaardsjabloon voor het telefoonmodel en klik op Kopiëren.

  2. Voer in het veld Gegevens sjabloon met telefoontoetsen een nieuwe naam voor de sjabloon in.

  3. Klik op Opslaan.

4

Voer de volgende stappen uit als u telefoonknoppen wilt toevoegen aan een bestaande sjabloon.

  1. Klik op Zoeken en voer de zoekcriteria in.

  2. Kies een bestaande sjabloon.

5

Selecteer in de vervolgkeuzelijst Lijn de functie die u aan de sjabloon wilt toevoegen.

6

Klik op Opslaan.

7

Voer een van de volgende taken uit:

  • Klik op Configuratie toepassen als u een sjabloon hebt gewijzigd die al is gekoppeld aan apparaten om de apparaten opnieuw op te starten.
  • Als u een nieuwe knopsjabloon hebt gemaakt, koppelt u deze aan de apparaten en start u ze opnieuw op.

Een sjabloon met toetsen toepassen op een telefoon

1

Kies op Cisco Unified Communications Manager Administration Apparaat > Telefoon.

2

Klik op Zoeken om de lijst met geconfigureerde telefoons weer te geven.

3

Selecteer de telefoon waaraan u de sjabloon met telefoontoetsen wilt toevoegen.

4

Kies in de vervolgkeuzelijst Sjabloon met telefoontoetsen de sjabloon met de nieuwe functieknop in de vervolgkeuzelijst Sjabloon met telefoontoetsen.

5

Klik op Opslaan.

Er wordt een bericht weergegeven dat u op Opnieuw instellen moet klikken om de telefooninstellingen bij te werken.
6

Klik op Opnieuw instellen.

BLF configureren (snelkiesnummers en opnemen)

U kunt het veld bezetlampje (BLF) zo configureren dat gebruikers de gespreksstatus kunnen controleren van een telefoonnummer dat is gekoppeld aan een snelkiestoets op de telefoon.

Wanneer voor de BLF sleutel het opnemen van een gesprek is uitgeschakeld, kunnen gebruikers de status van de lijn controleren die in gebruik is. De gebruikers kunnen ook een gesprek op de gecontroleerde lijn tot stand brengen met de BLF.

Wanneer voor de BLF sleutel de functie voor het opnemen van gesprekken is ingeschakeld, kunnen de gebruikers de status in gebruik en de waarschuwingsstatus van de gecontroleerde lijn controleren. Wanneer de lijn een waarschuwing hoort, kunnen de gebruikers het waarschuwingsgesprek op de lijn opnemen met de BLF toets.

De indicators op de BLF lijntoets variëren met verschillende telefoonmodellen en status. Raadpleeg de volgende artikelen voor meer informatie:

Zie de handleiding voor functieconfiguratie voor Cisco Unified Communications Manager, Release 12.5 (1) of later voor meer informatie over het instellen van BLF en het BLF van een gesprek opnemen in Cisco Unified Communications Manager.

1

Een nieuwe groep voor het opnemen van gesprekken toevoegen:

  1. Selecteer in het Cisco Unified Communications Manager Administration de optie Gespreksroutering > Oproepengroep.

  2. Klik op Nieuwe toevoegen.

  3. De vereiste velden Naam gesprek opnemen groep en Nummer gesprek opnemen in het gedeelte Informatie gesprek opnemen geconfigureerd.

  4. Klik op Opslaan.

    Het venster Informatie bij het opnemen van gesprekken wordt weergegeven. Zorg er in het gedeelte Huidige gekoppelde groepen voor het opnemen van gesprekken voor dat de nieuwe groep is geselecteerd.

  5. In het gedeelte Nummers zoeken op nummer/partitie voegt u meer bestaande groepen voor het opnemen van gesprekken toe om deze aan de nieuwe groep te koppelen.

  6. Klik op Opslaan.

2

Wijs de nieuwe groep toe aan een telefoonnummer:

  1. Selecteer Gespreksroutering > Directory Number.

  2. Zoek en open een telefoonnummer.

  3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Gespreksgroep opnemen in het gedeelte Instellingen gesprekken doorschakelen en Gesprek opnemen de nieuwe groep.

  4. Klik op Opslaan.

  5. Klik op Config toepassen.

3

Configureer BLF snelkiesnummers en het opnemen van een gesprek voor het telefoonnummer:

  1. Selecteer Apparaat > telefoon.

  2. Ga naar de telefoon die u wilt instellen.

  3. Klik in het linkergedeelte Koppeling op Knopitems wijzigen.

  4. Selecteer en voeg het item toe Voeg een nieuwe BLF SD uit de sectie Niet toegewezen gekoppelde items toe aan de sectie Gekoppelde items .

  5. Klik op Opslaan.

  6. Ga naar het gedeelte Koppeling van de telefoon en klik op Een nieuwe BLF SD toevoegen.

    Het venster Configuratie van snelkiesnummers in het bezetlampje verschijnt.
  7. Zoek en selecteer het geconfigureerde telefoonnummer in de vervolgkeuzelijst Telefoonnummer en geef een label op voor het telefoonnummer.

  8. Schakel het selectievakje Gesprek opnemen in om het BLF en het opnemen van een gesprek te gebruiken. Vervolgens kunnen de gebruikers inkomende gesprekken voor de gecontroleerde lijn beantwoorden.


     
    Om te zorgen dat de functie voor het opnemen van gesprekken werkt, moet de primaire lijn van de telefoon die wordt gecontroleerd in dezelfde groep staan als het nummer van de telefoonlijst van de telefoon.
  9. Klik op Opslaan.

BLF-audiokennisgeving in- of uitschakelen

U kunt in verschillende situaties de geluidsmelding voor binnenkomende gesprekken in- of uitschakelen via het veld Bezetlampje BLF de lijn.

1

Selecteer in Unified Communications Manager Administration de optie Systeem > Serviceparameter.

2

Selecteer een knooppunt in de vervolgkeuzelijst Server.

3

Selecteer Cisco CallManager aan de vervolgkeuzelijst Service .

4

Configureer in het gedeelte Parameters voor de gehele cluster (Apparaat - Telefoon) de volgende parameters:

  • BLF Instelling waarschuwing audio opnemen van inactieve station : selecteer Toon afspelen of Uitschakelen om de geluidswaarschuwing in of uit te schakelen wanneer de BLF gecontroleerde lijn een binnenkomend gesprek ontvangt en de telefoon niet actief is.

    Standaardwaarde: Uitschakelen.

  • BLF instelling Waarschuwing audio opnemen van Station bezet: selecteer Toon afspelen of Uitschakelen om de geluidswaarschuwing in of uit te schakelen wanneer de BLF gecontroleerde lijn een gesprek ontvangt en de telefoon bezet is.

    Standaardwaarde: Uitschakelen.

5

Configureer in het gedeelte Parameters voor de gehele cluster(Systeem - Aanwezigheid) de parameter BLF status geeft NST aan.

  • Waar: de BLF-toets kan de NST-status van de gecontroleerde lijn aangeven.
  • Onwaar (standaard): de BLF-toets geeft de NST-status van de gevolgde lijn niet aan en kan alleen de bezet- of inactieve status weergeven.
6

Klik op Opslaan.

7

Selecteer Apparaat > telefoon.

8

Ga naar de telefoon die u wilt instellen.

9

Stel in het gedeelte Apparaatgegevens de volgende parameters in:

  • BLF Instelling geluidssignaal (telefoon inactief): selecteer Aan of Uit om de geluidssignalen in of uit te schakelen wanneer er geen actief gesprek bestaat op de lijn BLF die wordt gecontroleerd.

    Standaardwaarde: Standaard. De configuratie van de parameter BLF Instelling waarschuwing audio opnemen van inactief station in serviceparameter bepaalt de waarschuwingsoptie.

  • BLF Instelling geluidssignaal (Telefoon bezet): selecteer Aan of Uit om de geluidssignalen in- of uit te schakelen wanneer er ten minste één actief gesprek is op de BLF gecontroleerde lijn maar er geen meldingen voor het opnemen van gesprekken zijn.

    Standaardwaarde: Standaard. De configuratie van de parameter BLF Instelling waarschuwing audio opnemen van Bezet station in serviceparameter bepaalt de waarschuwingsoptie.

10

Klik op Opslaan.

11

Klik op Config toepassen.