Documenten afdrukken vanaf de computer van een klant

Wanneer u tijdens een ondersteuningssessie de toepassing of het bureaublad van een klant beheert, kunt u het volgende uitvoeren:

  • Een document openen dat zich op de computer van de klant bevindt.

  • Het document afdrukken met de standaardprinter van uw locatie.

1

Open het document dat u wilt afdrukken op de externe computer.

2

Open de afdrukopties om de lijst met printers weer te geven en uw afdrukopties te specificeren.

3

Druk het document af.

Uw weergave van het bureaublad of de toepassing van een klant bepalen

Wanneer u het bureaublad of de toepassing van een klant bekijkt of beheert, kunt u de volgende opties opgeven. Deze opties bepalen hoe een gedeelde toepassing of een bureaublad op uw scherm wordt weergegeven:

  • Het gedeelde bureaublad of de gedeelde toepassing weergeven op volledig scherm of in een standaardvenster. Bij de volledige schermweergave van een gedeelde toepassing of gedeeld bureaublad vult deze het gehele scherm van de deelnemer. De titelbalk en de schuifbalken worden niet weergegeven.

  • De schaal of het formaat van een gedeeld bureaublad of gedeelde toepassing aanpassen zodat deze past in de volledige schermweergave of het standaardvenster.

    De standaardweergave voor uw gebruikersaccount wordt ingesteld door uw sitebeheerder.

    De klant kan deze opties ook opgeven wanneer hij of zij uw bureaublad of toepassing bekijkt of beheert.

1

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Selecteer Sessie in de pictogrammenbalk of in het multi-sessievenster.

  • Selecteer Delen in de titelbalk van het venster voor delen.

2

Selecteer Weergave in het menu dat wordt weergegeven en selecteer vervolgens een optie voor het bekijken van het gedeelde bureaublad of de gedeelde toepassing.

3

Als u de scherm-samplingoptie voor de weergave van gedeelde bureaubladen en toepassingen gebruikt, kunt u tevens het aantal kleuren opgeven waarmee u het bureaublad of de toepassing wilt bekijken.

De kleurmodus voor een gedeeld bureaublad of een gedeelde toepassing opgeven

Wanneer u het bureaublad of de toepassing van een klant bekijkt of beheert, kunt u een van de volgende kleurmodi selecteren:

  • 256 kleuren: het gedeelde bureaublad of de gedeelde toepassing wordt op uw scherm weergegeven in 256 kleuren. Deze optie gebruikt minder bandbreedte voor gedeelde bureaubladen of toepassingen dan de optie Hoge kleuren, maar biedt een lagere beeldkwaliteit. Daarom is deze optie nuttig als een klant deelneemt aan de ondersteuningssessie via een inbelverbinding.

  • Hoge kleuren (16-bits): het gedeelde bureaublad of de gedeelde toepassing wordt op uw scherm weergegeven in 16-bits kleuren. Deze optie vergt meer bandbreedte dan de optie 256 kleuren, maar biedt een betere beeldkwaliteit.

    De standaard kleurmodus voor uw gebruikersaccount wordt ingesteld door uw sitebeheerder.

    De klant kan ook een kleurmodus opgeven wanneer hij of zij uw bureaublad of toepassing bekijkt of beheert.

1

Voer een van de volgende handelingen uit:

  • Selecteer Sessie in de pictogrammenbalk of in het multi-sessievenster.

  • Selecteer Delen in de titelbalk van het venster voor delen.

2

Selecteer Kleurmodus in het menu dat wordt weergegeven en kies vervolgens een kleuroptie.

Tips voor het delen van bureaubladen of toepassingen

Hierna volgen enkele tips die u kunnen helpen bij het effectiever delen van software tijdens een ondersteuningssessie:

  • Als u de prestaties van gedeelde bureaubladen en toepassingen wilt verbeteren, kunt u de klant vragen om alle toepassingen te sluiten die u niet hoeft te bekijken of beheren. Als deze toepassingen worden gesloten, wordt de processor- en geheugencapaciteit op de computer van de klant vergroot. Op deze manier kan de clientsoftware van de klant tijdens een sessie sneller beelden overzenden. Voor een optimale bandbreedte voor het delen kunt u de klant bovendien vragen om alle toepassingen af te sluiten die bandbreedte in beslag nemen. Dit zijn bijvoorbeeld chatprogramma's en programma's die streamingaudio of -video ontvangen via internet.

  • Als u tijdens het delen van toepassingen een rasterpatroon op uw scherm ziet, wordt een gedeelde toepassing op het bureaublad van de klant afgedekt door een ander venster. Vraag de klant om het venster te verplaatsen of te sluiten.

  • U kunt de prestatie van gedeelde bureaubladen of toepassingen verbeteren door het aantal kleuren te verminderen waarmee de gedeelde software wordt weergegeven.

    Zie De kleurmodus voor een gedeeld bureaublad of een gedeelde toepassing opgeven voor meer informatie.

  • We raden u aan dat zowel u als de klant voor het delen van een toepassing of bureaublad gebruikmaakt van een speciale, snelle internetverbinding. Als u of de klant gebruik maakt van een inbelverbinding, zult u wellicht een vertraging bespeuren in de weergave van of interactie met een gedeelde toepassing. In dat geval kunt u de kwaliteit van de weergave aanpassen om de prestaties te verbeteren.

Aantekeningen maken op een gedeeld bureaublad of een gedeelde toepassing

Tijdens het delen van uw bureaublad of toepassing, of tijdens het bekijken of beheren van het bureaublad of de toepassing van een klant, kunt u ter illustratie aantekeningen op het gedeelde scherm maken.

Alle deelnemers aan een ondersteuningssessie kunnen aantekeningen op hun scherm zien wanneer deze worden gemaakt.


Als u aantekeningen op uw bureaublad of uw toepassing wilt maken, en het bureaublad of de toepassing wordt momenteel door de klant op afstand beheerd, moet u het beheer eerst overnemen. Anders kunt u het deelvenster Aantekening niet openen.

Als u wilt terugkeren naar het gebruik of het op afstand beheren van een gedeeld bureaublad of een gedeelde toepassing, moet u eerst de aantekeningenmodus stoppen.

1

Selecteer Aantekening in de pictogrammenbalk die tijdens het delen van een bureaublad of toepassing wordt weergegeven.

Als de knop aantekening niet op de pictogrammen balk wordt weer gegeven, selecteert u sessie > Annotatie paneel.

De modus Aantekeningen start en uw muisaanwijzer verandert in een markeerstift waarmee u aantekeningen kunt maken.


 

Uw klant kan ook aantekeningen maken.

2

(Optioneel) Selecteer in het deelvenster Aantekening een ander hulpmiddel voor het maken van aantekeningen en houd hierbij rekening met het volgende:

  • Als u alle annotaties wilt wissen, selecteert u de pijl-omlaag rechts van de knop Gum > Alle annotaties wissen.

  • Als u specifieke aantekeningen wilt wissen, selecteert u Wisser en vervolgens de aantekening die u wilt wissen.

  • Als u de tool Wisser wilt uitschakelen, selecteert u Wisser.

  • Als u een schermafbeelding van uw bureaublad wilt maken, selecteert u Schermafbeelding op het deelvenster Aantekening en geeft u de gegevens voor het opslaan van uw bestand op.

3

Als u de aantekeningenmodus wilt beëindigen, klikt u met de rechtermuisknop op de titelbalk van het deelvenster en selecteert u Deelvenster sluiten.