Ondersteunde apparaten

In de volgende tabel worden de apparaten weergegeven die u kunt configureren met gedeelde lijnen en virtuele lijnen op verschillende locaties.

Impact op gespreksroutering

Wanneer de eindgebruiker een lijn selecteert voor een uitgaand gesprek of een gesprek op een lijn ontvangt, worden het belplan, de belservices en het beleid van die specifieke lijn geactiveerd. Voor een uitgaand gesprek wordt het routeringsprofiel van de locatie van de lijn gebruikt. De PSTN-gesprekken worden dus gerouteerd op basis van de aan die locatie toegewezen PSTN-optie.

Overwegingen met betrekking tot noodoproepen

De locatie-instellingen van de lijn die is geselecteerd om een noodoproep te plaatsen, bepalen de routering van noodoproepen. Voor locaties waarvoor RedSky is ingeschakeld, worden noodoproepen rechtstreeks naar RedSky gerouteerd via de speciale peeringverbinding. Voor andere locaties worden noodoproepen gerouteerd via de PSTN-provider op die locatie.

HELD/HELD+ is een apparaatfunctie die onafhankelijk is van de lijnen die op het apparaat zijn geconfigureerd. Als er een noodoproep is, biedt het apparaat locatiegegevens, maar de routering van het gesprek naar RedSky is afhankelijk van de instellingen voor de lijnlocatie. Houd er rekening mee dat het opnemen van locatiegegevens voor een gesprek vanaf een lijn die is gedefinieerd op een locatie zonder inschakeling van RedSky geen routering via RedSky activeert.

De lijn die is geselecteerd om een noodoproep te plaatsen, bepaalt de selectie van het terugbelnummer in geval van nood voor noodoproepen. De instellingen van het lijnnummer voor het terugbelnummer in geval van nood bepalen met name het telefoonnummer dat naar de hulpdiensten wordt verzonden.​ Het nummer kan een van de drie mogelijke waarden zijn:

• Het lijnnummer

• Het standaardterugbelnummer in geval van nood van de locatie van de lijn

• Een andere gebruiker of virtuele lijn op dezelfde locatie

Zie voor meer informatie over noodoproepen en terugbelnummer in geval van nood: Verbeterde noodoproepen voor Webex Calling en terugbelnummer in geval van nood in Control Hub.

Overwegingen met betrekking tot overleving

In de overlevingsmodus worden gedeelde lijnen en virtuele lijnen van een andere Webex Calling-locatie niet geregistreerd bij de overlevingsgateway (SGW). Het apparaat geeft de lijn weer als niet-geregistreerd.​ Gebruikers kunnen op deze lijnen geen uitgaande gesprekken voeren of inkomende gesprekken ontvangen. Als die lijn is toegewezen aan een apparaat op een andere Webex Calling-locatie dat in de actieve modus staat, kunnen die gebruikers bellen en gebeld worden via die lijn.

In de overlevingsmodus registreren gedeelde lijnen en virtuele lijnen van dezelfde Webex Calling-locatie zich bij de SGW. Gebruikers kunnen gesprekken plaatsen vanaf het apparaat in de overlevingsmodus en vanaf het apparaat in de actieve modus. Gesprekken naar de lijnwaarschuwingsapparaten die zich in de actieve modus bevinden. Interne gesprekken van apparaten in de overlevingsmodus waarschuwen apparaten op dezelfde overlevingslocatie. LGW-PSTN-gesprekken die worden ontvangen op de locatie die zich in de overlevingsmodus bevindt, worden doorgestuurd naar de SGW en waarschuwen de apparaten op dezelfde overlevingslocatie. Andere apparaten in de actieve modus die deze lijn delen, worden niet gewaarschuwd.

Wanneer die Webex Calling-locatie weer actief is, worden alle lijnen op die locatie geregistreerd bij Webex Calling.

Beperkingen

• U kunt geen lijn van een Webex Calling-locatie in India toewijzen aan een apparaat op een andere Webex Calling-locatie.

• U kunt geen lijn van een andere Webex Calling-locatie toewijzen aan een apparaat op een Webex Calling-locatie in India.