Hier volgen verschillende desktopinstellingen die u kunt beheren en configureren vanuit de Control Hub.

• Multimediaprofielen: In een multimediaprofiel kunt u bepalen hoeveel taken een agent kan verwerken, zoals e-mails, chats of telefoongesprekken. Zie Multimediaprofielen beheren voor meer informatie.

• ANI voor uitgaand bellen: Met deze functie kan een agent een telefoonnummer selecteren als de beller-id voor een uitgaand gesprek. Zie ANI voor uitgaand bellen beheren voor meer informatie.

• Bureaubladindelingen: U kunt aangepaste indelingen maken voor de bureaubladen. Zie Bureaubladindelingen beheren voor meer informatie.

• Belplannen: Met het Belplan kunt u validatiecriteria definiëren voor het kiesnummer (DN) dat een agent gebruikt om zich aan te melden bij de Agent Desktop en voor het DN dat een agent gebruikt voor uitgaand bellen. Zie Belplannen beheren voor meer informatie.

• Bureaubladprofielen: Een bureaubladprofiel is een groep machtigingen en bureaubladgedragingen die u aan specifieke agenten toewijst. Zie Bureaubladprofielen beheren voor meer informatie.